Deafheaven verwart fletsheid met dromerigheid op ‘Infinite granite’

door Tobias Cobbaert

Deafheaven zette de blackmetalwereld op haar kop met een roze albumhoes in 2013. Ze worden verguisd door puristen en geliefd door fans vanwege haar mix van melancholische schoonheid en drukkende duisternis. De band probeert zichzelf heruit te vinden en een nieuwe sound aan te meten. De band heeft op ‘Infinite granite’ nog nooit zo kalm en dromerig geklonken. Het laat daarbij alle zware gitaarrifs vrijwel achterwege. Wat blijft er echter over als je dat tweede element weglaat? Kitsch, zo blijkt.

Op ‘Infinite granite’ draait de groep de distortion-knop bijna volledig dicht en wordt er voor pure shoegaze met een vleugje post-rock gekozen. Op zich moedigen we het aan wanneer artiesten iets nieuws proberen. Alhoewel we de muziek op de plaat niet écht grensverleggend kunnen beschouwen. Deafheaven heeft dan misschien nog nooit zo kalm geklonken. Ze herkauwen wél gewoon wat andere bands al drie decennia lang doen. Deze plaat klinkt alsof de band vlug eens de Wikipediapagina van Slowdive gelezen heeft en daar heel haar creatieve proces op gebaseerd heeft.

Fletsheid wordt verward met dromerigheid op deze plaat. Neem wat lichte gitaarmelodieën, zagerige zangpassages en vooral niets dat echt de aandacht vraagt, zo lijkt de band te redeneren. ‘Infinite granite’ is echter even mooi om bij weg te dromen als de kitscherige postkaarten met landschappen die je voor een halve euro op de rommelmarkt kan vinden. Er wordt duchtig naar de schoenen gestaard, maar dan uit verveling.

Af en toe probeert Deafheaven toch een beetje zwaarte toe te voegen. Toch slaat evenwel daar de band de plank mis. Een nummer als ‘The gnashing’ klinkt als Nothing zonder pit of als Deftones zonder de emotionele lading. Dat is een zeer bizarre vaststelling bij een band die vroeger zoveel emotie wist te puren uit een kil genre als black metal.

De tweede helft van afsluiter ‘Mombasa’ is het enige moment waarop gehint wordt naar het vroegere geluid van Deafheaven. Het klinkt als een B-side vanop ‘Sunbather’ en behoort zeker niet tot het beste werk van de groep. Toch voelt het dankzij alle doodsaaie meuk die ervoor kwam als een verademing. Het voelt als een opluchting om op de valreep überhaupt iéts te voelen. Shoegazer, blijf bij je leest.

Op zich is dit geen actief lelijk album. Het klinkt echter als zulke shoegaze-eenheidsworst dat we ons er haast beledigd door voelen. De plaat voelt alsof hij gemaakt is om zo vaak mogelijk de woorden “dromerig” en “etherisch” uit journalistenpennen te sleuren. Echter is de band vergeten om naast die doodgekauwde esthetiek ook boeiende nummers te schrijven. Wij dromen tijdens het luisteren van ‘Infinite granite’ alvast over het volgende, hopelijk interessantere album dat we gaan luisteren.