Ride doet aanstekelijk wegdromen op ‘Interplay’

door Marlon Sinnaeve

Wat zijn het goede dagen om een shoegaze-fan te zijn. Naast moderne toppers zoals DIIV, bdrmm en Slow Crush, zijn pioniers als Slowdive en Ride al even weer actief om een moderne (re)visie van het genre aan te bieden. Ride is met ‘Interplay’ aan hun derde plaat (zevende in totaal) toe sinds hun reünie in 2014. Het blijkt een aanstekelijk, met distortion doordrenkt huwelijk van voortstuwende partijen dat soms iets te lang voorbij het punt van verzadiging blijft doorgaan.

Lead single en opener ‘Peace sign’ is een feilloze start en uitstekende keuze als opener en leadsingle.  De U2-achtige gitaarpartijen en groove zitten onmiddellijk goed en de mix is gepast krokant. Het opgewekt optimisme reflecteert in aanstekelijke teksten die perfect een zomerse festivalweide kunnen inkleden. “Your instincts are always right / Give me a peace sign / Throw your hands in the air / Let me know you’re there”, zingen Andy Bell en Mark Gardener. Het daaropvolgende ‘Last frontier’ keert het feest inwaarts. Het nummer heeft catchy arrangement inclusief een nostalgisch relaas over het verleden. Opzwepende introspectie is een sterkte die wel vaker terugkomt op ‘Interplay’.

‘Light in a quiet room’ is een vroeg hoogtepunt van het album. Het nummer heeft een hypnotiserend ritmisch motief, voorzien van psychedelische klank en tekst. “I can feel a sense of relief / In a space far beyond belief / Don’t worry it’s all in hand / In a space beyond a plan”, klinkt het. Even lijkt het licht uit te doven, maar we krijgen een ontploffing van geluid dat tegelijk verpletterend en verheffend is. Hier is Ride op hun best; met een divers arrangement dat z’n tijd neemt om contrasten af te spiegelen en geduldig luisteren wel degelijk loont.

Vervolgens keert ‘Monaco’ terug naar een intussen bewezen formule van melodieuze hooks met de nodige distortion. Deze wordt naadloos opgevolgd met ‘I came to see the wreck’. De track brengt met dystopische teksten en donker klankpalet geslaagd een ode aan bands als Depeche Mode. ‘Stay free’ helpt met woestijn-akoestische sound een welkom rustpunt in te lassen. De band lijkt op het album vaak de neiging te hebben om elk muzikaal idee tot gewenning toe te blijven herhalen. Dit doet soms afbreuk aan een vlot verloop van het album.

Op ‘Last night I went somewhere to dream’ vluchten we weg van moderne dystopie. “Believing in a future that won’t be yours or mine / The wheel of suffering can only turn again”, klinkt het. Hierop volgt een contrast van affirmerende persoonlijke teksten. Het wordt duidelijk waarom de nieuwe generaties zich kunnen vinden in het escapisme van shoegaze. ‘Sunrise chaser’ is één van de mindere pogingen op het album. De Talking Heads-achtige speelsheid is een fijne initiële zijstap, al is de resolutie intussen te verwacht en bijgevolg wat vergetelijk. Bovendien tonen de mooie strijkers in de outro zijn dan weer dat er meer variatie in het nummer mogelijk was.

‘Midnight rider’ toont dan weer met pure coolheid dat de aanstekelijke Ride-formule wel degelijk te vertrouwen is. Het daaropvolgende ‘Portland rocks’ is een geknipte soundtrack voor overweldigende tienerdramatiek. Het nummer blijft zich hier ook wat lang herhalen. In de bredere context van het album is het frisse momentum van ‘Peace sign’ al ver achter ons.

Als we op ambient-afsluiter ‘Yesterday is just a song’ de tekst “Sometimes it’s too much / to leave your comforts” horen, vat dit het album vrijwel goed samen. Er is net niet genoeg verschil in dynamiek en arrangementen om het album naar de bovenste plank te tillen. Desalniettemin levert Ride een grotendeels geslaagd album af met een aanstekelijke sound dat de meeste indie-liefhebbers zal bekoren.