Eefje de Visser verzint en verzoent al wat mooi is op ‘Bitterzoet’

door Guillaume De Grieve

Wie Eefje de Visser nog steeds ziet als een singer-songwriter met een gitaar in de hand, luistert best eens goed naar ‘Bitterzoet’. Het is al de vierde plaat van de naar Gent uitgeweken Nederlandse. De synthesizers, die al te horen waren op voorganger ‘Nachtlicht’, komen nu op de voorgrond en zijn verrassender en veelzijdiger. Met haar man Pieterjan Coppejans aan de productietafel heeft De Visser haar eigen klankwereld gecreëerd, één waarin je nooit weet of de zon nu net ondergaat of opkomt.

Het album opent alvast met het inlossen van onze hoge verwachtingen. ‘Zwarte zon’ is traag maar best catchy en zet de meerstemmigheid van de backing zangeressen meteen in de kijker. Dan volgt de oorworm ‘Bitterzoet’ waarop elektrische gitaar en een constante puls de onvoorspelbare melodieën van De Visser vooruit duwen. Het verhaal in haar songteksten is moeilijk te volgen, maar is eveneens geen abstracte poëzie: “Voor het raam drinken we roodoranje lucht uit onze glazen”. Ze laat vooral de muziek spreken en die is meer dan goed. ‘Stilstand’ begint als een vormloos gebeuren met enkel synths en zang, maar niets is wat het lijkt bij De Visser. ‘Stilstand’ wordt zorgvuldig ingekleurd met percussie en synths tot een dansbaar clubnummer waarvan de beat niet meer weg te denken is.

De hoes mag dan wel wazig zijn, toch zijn de nummers erg gedetailleerd en is alles wat we horen het resultaat van een trial-and-error tot de juiste klank was gevonden. Instrumentaal overklast ‘Bitterzoet’ dan ook haar voorgangers. ‘Controle’ bestaat voor de helft uit een sferische opstapeling van elektronica en in ‘Kom op’ overstemmen de synths uiteindelijk de zang. ‘De parade’ is moeilijk vast te pinnen en dus op en top De Visser; het refrein wordt bewust niet opgeblazen en bestaat uit vele subtiele laagjes.

Soms duurt de roes die de muziek uitstraalt net iets te lang en kijken we klaarwakker uit naar de volgende song. De refreinen van ‘Lange vinnen’ en ‘Maak het stil’ zijn best te smaken maar worden na vijf minuten toch wat zuur. ‘Oh’ daarentegen is recht voor de raap en terecht singlemateriaal. Het slome ‘Pixels’ slaagt er dan weer niet in om iets toe te voegen aan het sterke totaalplaatje dat deze plaat is. ‘Terug’ is met de basgitaar en iets andere percussie een welgekomen verandering in het laatste deel van ‘Bitterzoet’. De Visser klinkt onvermoeibaar maar ook uitkijkend naar het onbekende.

Ondanks het hele gamma aan synthesizers die er nu bijkomen, behoudt Eefje De Visser haar eigenheid . Het tempo wordt nooit onnodig opgedreven, de instrumentatie is nooit grotesk, en de hese stem klinkt nooit geforceerd. Kortom, alles is hoe het hoort te zijn. Alsof de drie voorgangers slechts een voorsmaakje waren voor ‘Bitterzoet’.