Gianni Marzo stapt uit de schaduw op ‘The vessel’

door Bert Scheemaker

We hebben hier in België een mooie traditie van de betere verstilde muziek. Isbells, Marble Sounds, Ansatz Der Machine,… noem maar op. De grote gemene deler de laatste jaren? Gianni Marzo. De muzikant verdiende zijn strepen bij de bovenstaande bands en dit jaar komt hij voor het eerst zelf naar het voorplan. Op solodebuut ‘The vessel’ borduurt hij verder op de beste tradities die het genre rijk is.

De clichés dringen zich dus op. Herfstachtige sferen, knisperend haardvuur, een zacht tapijtje, je hoort bij wijze van spreken de kastanjes poffen. Zeal, het Belgische label dat een patent heeft op dit soort muziek (en dan vooral de erg goeie) sprong al op kar. Chantal Acda zit overal op ‘The vessel’ en Gaëtan Vandewoude van Isbells nam de productie voor zijn rekening. Je hoeft dus bijna niet te luisteren om te weten hoe het klinkt. Hoeft dat een zwakte te zijn? Niet bepaald. Marzo is een zodanig goede muzikant en beheerst de ambacht van het maken van liedjes zo goed dat ‘The vessel’ toch een eigen smoel krijgt. Niet in het minst door zijn eigen stemgeluid. Waar we in interviews nog dat typische accent van zijn Italiaans roots met Vlaamse tongval horen (uiterst charmant, daar niet van) is zijn Engels quasi perfect. Zijn licht hese stem geeft de songs net voldoende melancholie mee, zonder dat het te donker wordt. De hoop gloort altijd aan de horizon als Marzo zingt.

‘The vessel’ is veeleer een conceptalbum. Het abstracte begrip ‘tijd’ staat centraal en Marzo probeert alle kanten te belichten. Het heden, de toekomst, het verleden. Een coming-of-age verhaal waarin de protagonist langzaam ouder wordt en de wereld rondom hem ziet veranderen. Althans, dat is het idee. In de praktijk komt dat idee soms iets minder naar voor, al voel je die emoties wel weerklinken doorheen de plaat. De opener, ‘Debutant’, is niet alleen een uiterst toepasselijke titel om je debuut mee te openen, het is ook vrij herkenbaar voor wie de kaap van de 30 nadert, dan wel al voorbij is. ‘Half crazy’, met zijn knappe strijkersarrangement, belicht de eeuwige twijfel over verloren vriendschappen het redden nog waard zijn. Debuteren op je 46ste, het leidt tot liedjes die gaan over de twijfels en problemen van de iets ouderen.

‘One day, someday’ en ‘Last stand’ zijn de singles die je misschien gemist hebt. Van die eerste, een prachtig liedje over een immigrant die zijn weg zoekt in een nieuwe stad, bestaat een prachtige versie die hij live speelde op Radio 1. ‘Last stand’, ondanks zijn sombere toon, is een feel good liedje dat de waarde van iedere persoon probeert te benadrukken, ongeacht wat de voorgeschiedenis is. Gelukkig klinkt het op muziek nog niet half zo cheesy als je zou vermoeden. Het zijn niet de enige hoogtepunten. ‘High rise’ en ‘Leviathan’ tellen we daar evenzeer bij. Niet toevallig zijn dat twee nummers waar Renée opduikt. Waar is de tijd van ‘Extending playground’? Al acht jaar geleden is dat ondertussen, wat worden we oud.

Het is een gevoel dat ons wel meer overvalt als we ‘The vessel’ luisteren. De jaren tikken ongenadig weg, zowel voor Marzo, als voor ons. Vrolijk worden we allerminst van dat besef, maar dat is misschien ietwat oneerlijk om de schuld op Marzo te steken. Helaas zit er net iets te weinig variatie in de plaat. De ganse tijd blijft Marzo het op veilig spelen. Dat levert wel mooie liedjes op, maar het geheel verzinkt soms een beetje in zijn eigen rust. We willen het niet saai noemen, want wie wil kan gerust diep in deze plaat duiken en duizend en één knappe details vinden, maar echt aan de ribben blijft hij niet hangen. Daarvoor mist de plaat te veel de goeie spanningsboog. Nergens wordt echt je aandacht opgeëist en te weinig worden we echt in het album gezogen.

Desondanks is ‘The vessel’ een pareltje voor de verstokte liefhebber van het genre. De verstilde pracht is onmiskenbaar, de kwaliteit ontegensprekelijk. Wie Isbells te weinig vernieuwd vindt of liever een leuke hit heeft, laat deze best passeren. Maar we denken dat dat Marzo worst zal wezen. Die is met recht en reden fier op deze plaat, die het Zeal of approval kreeg, zowat het hoogste wat er in de zachte belpop te verdienen is.