Grijze gitaarbrij met ruwe korrels op ‘Networker’ van Omni

door Mattias Goossens

Atlanta is ondertussen al zo lang de officieuze rap-hoofdstad dat je zou vergeten dat er ook nog gitaar gespeeld wordt. Sommigen, zoals Faye Webster, combineren de twee op slinkse wijze. In het geval van Omni worden geen compromissen gesloten, en wordt voluit voor een retro postpunk-geluid gekozen. Heel herkenbaar, en daardoor weinig verrassend.

Het Amerikaanse trio met ex-Deerhunter-gitarist Frankie Broyles (te horen op ‘Double dream of spring’ en ‘Monomania’) is ondertussen aan z’n derde album toe, en maakt met ‘Networker’ z’n debuut op het illustere Sub Pop. Nochtans is er van progressie weinig te merken. Refreinen zijn nog steeds eerder uitzondering dan regel, en nummers hangen aaneen met de weerhaakjes van de gitaarlijnen. Die zijn helaas niet altijd even stevig, waardoor ongeveer de helft van ‘Networker’ vrij onopgemerkt voorbij kan razen. Wie de moeite doet om Omni een kans te geven, heeft het waarschijnlijk allemaal eens eerder gehoord. Bij genrepioniers Television bijvoorbeeld, waar de stuiterende gitaarmelodieën wel heel opzichtig naar knipogen.

Hier en daar probeert de band iets nieuw uit. ‘Blunt force’ bevat ironisch genoeg een scheut jazz, terwijl het titelnummer dweept met dreampop-keyboards. Maar het gros van deze derde wordt opgevuld met hakkelende gitaren. En hoewel de instrumenten soms elk hun eigen weg lijken te gaan, bereiken ze toch steeds dezelfde eindmeet. Opener ‘Sincerely yours’, het stompende ‘Skeleton key’ en het nerveuze ‘Present tense’ met z’n nijdige uithalen zijn de uitschieters in een verder vrij grijze gitaarbrij.

In Atlanta mag Omni dan wel een vreemde eend in de bijt zijn, voor de rest van de wereld klinkt dit trio helaas te doordeweeks. ‘Networker’ telt geen slechte nummers, maar we hebben te weinig luistertijd in een dag om meermaals naar middelmaat te luisteren.

Omni speelt 10 november op Sonic City festival en staat 20 november in de Botanique.