Oneohtrix Point Never speelt radiootje. Vergelijkbaar met andere albums die gemaakt zijn tijdens de lockdownperiode, baadt ook ‘Magic Oneohtrix Point Never’ in een vrij cynisch soms zelfs nihilistisch, verdord sound design. Voor de titel van dit conceptalbum haalde Daniel Lopatin inspiratie bij het uit Boston afkomstig radiostation Magic 106.7. In 2007 bracht Lopatin onder die naam zijn debuutalbum ‘Betrayed in the octagon’ uit, waarna hij onironisch de ‘magic’ liet vallen en verder ging als Oneohtrix Point Never. ‘Magic’ kan daarom wel eens gezien worden als Lopatins selftitled, waarbij hij zijn hele discografie doorfietst en er de meest noemenswaardige zaken uitplukt.
Het meest voorname is uiteraard dat Lopatin verder gaat op het elan van ‘Age of‘ waarbij evenwel op enkele nummers vocals verzorgde. Waar hij toen nog soms wat onzeker zijn vocals liet vervormen en aanpassen, klinken ze op nummers als ‘Auto & allo’ of ‘Long road home’ veel doordringender. Bovendien zit er door de manier waarop hij het album wilt presenteren een nog prominentere pop songwriter-structuur in bepaalde nummers. Radio Lopatin presenteert namelijk à la The Caretaker een gedeconstrueerd radioprogramma dat pop-, r&b, rock- en electronica-nummers speelt en ze in een bad vol neo-psychedelica, reverb en andere manipulatietechnieken dopt.
‘Magic’ is door de prominente synthlagen op het album waarschijnlijk een van de warmste platen die Lopatin ooit maakte. ‘Long road home’ kent door zijn meeslepende steeds malende ambient-soundscapes een soort lush fleece-deken van plunderphonics-nostalgie. Onder die dikke lagen electronica schuilt eveneens een bijdrage van Caroline Polachek die haar hoog stemregister meer en meer lijkt te zien gebruiken als instrument – iets wat we al zagen in A.G. Cook’s ‘7G‘. De verschillende schattige samples als het dromerige sound design zelf die in het nummer (als in ‘The whether channel’, ‘Tales from the trash stratum’ of ‘Wave idea’) worden verwerkt, geven het album voorts een onwerkelijk gevoel. Het lijkt alsof je naar een versnipperde en ontbolsterde reeks remixes luistert van de Animal Crossing-soundtrack.
Onder dikke lagen distortion, blijken de songwriterscapaciteiten van Lopatin nieuwe hoogtes te bereiken en te bewijzen dat hij echte avant-pop bangers kan schrijven. ‘I don’t love me anymore’ heeft met zijn verknipte drums een hoog poprock-gehalte terwijl hij met ‘No nightmares’ in samenwerking met The Weeknd een van de beste ballads van het jaar schrijft. Ondanks de vreugdevolle nostalgie die de nummers op wekken, blijft er ergens toch een bevreemdende, ongemakkelijke nasmaak kleven. De vocals op ‘I don’t love me anymore’ zijn op z’n zachtst gezegd angstaanjagend. De lushe poppy productie die ons op het verkeerde been zet, lijkt bijna intentioneel. Lopatin laat ons aan rooskleurige herinneringen denken maar geeft er tegelijkertijd onderhuids een bepaalde lading aan die een iets donkerdere tint aangeeft – vergelijkbaar met de intentieprocessen ten tijde van vaporwave.
Die enerverende, donkere kleuren komen evenwel voor bij nummers die dichter aan leunen bij de stijl van oudere albums. De koude barokke pianoklanken die prominent waren op ‘Age of’ vinden we sporadisch terug in bijvoorbeeld ‘Bow ecco’ terwijl je in ‘Amigo’ flarden van ‘Replica’ kunt herkennen. Toch worden ze als geheel op een betere samenhangende manier bij elkaar geplakt. De angstige interludes en kortere nummers (‘Answering machine’ en ‘Shifting’) op het album bevestigen alleen maar dat het radioprogramma geen jolige trip down memory lane is.
De nihilistische ondertonen laten de vreugdevolle kleur en toon van het album met een bitterzoete nasmaak roteren. De beste herinneringen zullen na verloop van tijd uiteindelijk in hetzelfde mootje passen als al de rest om uiteindelijk compleet vergeten te worden. Lopatin heeft zijn lockdown doorgebracht met het oprakelen van fijne verhalen uit een nu compleet ondenkbare realiteit en tapes afgestoft die het uiteindelijke skelet zouden vormen van dit album. ‘Magic’ is daarmee dan ook Lopatins meest emotionele, melodische werk tot dus ver waarbij hij zijn sound tracht uit te breiden in ongekend pop-territorium en tegelijkertijd te leunen op zijn kenmerkende plunderphonics-stijl.