Sault legt een helende vinger op de maatschappelijke wonde met ‘Untitled (black is)’

door Michelle Geerardyn

Sault zette vorig jaar het muziekjournalistieke front aan het werk. Wie zat er achter die twee uitstekende albums vol rake songwriting, kloppende productie en soulvolle funk? In 2020 gaan ze voort op hun mysterieuze en onaangekondigde weg in het muzieklandschap met ‘Untitled (Black is)’. Daarmee leggen ze een vinger op de wonden in de maatschappij zonder hoop te verliezen. 

Stellen dat onze samenleving vandaag een paar kwetsuren heeft opgelopen, is een understatement. Het is een organisme dat vanaf de geboorte belast was met een ongelukkige genenpoel uit vorige generaties. Het is ongeschikt om elk deel van zichzelf vitaal te houden. De extremiteiten worden systematisch een gezonde bloedtoevoer ontzegd en de logisch volgende symptomen zijn al een tijd aanwezig maar werden grotendeels genegeerd. En laat dat nu een belangrijk punt van hoop op een ommekeer zijn binnen dit album: “this generation cares”, klinkt het in ‘This generation’. 

De wereld gaat door collectief aha-moment over racisme. Iedereen heeft er een mening over. Ja, ook de mensen die claimen dat het hen niet interesseert en zich niet bemoeien, nemen daarmee een standpunt in. Tussen alle woordenstormen die woeden, is het belangrijk – als ik even mag spreken in naam van een heel erg witte redactie – om vooral te blijven luisteren naar zwarte artiesten. En te weten wanneer we voor een keer gewoon moeten zwijgen. Niet dat dit album gemaakt is om witte mensen te dienen van inzichten. 

Integendeel. Het is een ode aan zwarte mensen door zwarte mensen en mensen van kleur. Een oase aan helende mantra’s tussen het benoemen van de problemen door. Geen enkele van de twintig nummers voelt daarbij als een overbodige en misbare blinde darm. Elke zachte passage spoken word (‘Black is’ en ‘Us’) en directe boodschap (‘Stop dem’ en ‘Sorry ain’t enough’) lijkt heel gericht gekozen. Cleo Sols stem draagt de teksten met momenten pijnlijk mooi (‘Wildfire’ en ‘Why we cry why we die’) en geeft telkens de juiste lading aan de boodschap. Dat er instrumentaal niet bijster veel vernieuwend gebeurt, gaat voorbij aan de bedoeling van het album. Die wordt misschien het best vanaf gevat in ‘Miracle’, waarin empowerment ondanks alle hindernissen centraal staat. “A 100% bonafide grade A mircale … Think about all the things that had to go right in order for you to be here” En dat zonder ooit een slachtofferrol over zich te roepen: “What you’re gonna do with that miracle is what we want to know, that’s up to you“.

Het is niet genoeg om de lang genegeerde delen van het lichaam plots te erkennen en meer bloedtoevoer te regelen. De tijd dringt voor de reïncarnatie in een organisme dat wel geschikt is om al haar bewoners en onderdelen eerlijk te onderhouden. Eentje waarbij de gemeenschappen die systematisch benadeeld worden, zich eindelijk de plaatsen van vitale organen in de maatschappij kunnen toe-eigenen. En dat kan gerust allemaal met dit album op de achtergrond.