The Geraldines laten de gitaren rammelen op ‘Never worry always worry’

door Tadhg Waters

Hoewel de Mechelse band The Geraldines werd opgericht in 2013, liet een volwaardige debuutplaat zo’n zeven jaar op zich wachten. In tussentijd zaten de heren echter niet stil. Ze brachten onder meer drie ep’s uit en speelden zo’n honderdtal shows waaronder optredens in de Ancienne Belgique en in de Antwerpse Trix. 

Het schrijven van dat debuut, opgenomen in de Hightime-studio (de vaste uitvalsbasis van onder meer Equal Idiots) onder het alziend oog van producer Thomas Valkiers, begon onmiddellijk na het uitbrengen van de ep ‘Fluff’ in 2017. ‘Never worry always worry’ is een zeer persoonlijk album geworden, geïnspireerd door de relatie tussen frontman Bart Van Der Elst en diens moeder, die kampt met een bipolaire stoornis. In 2018 werd ze opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis wegens ernstige psychose-episodes. Deze verschrikkelijke gebeurtenissen leidden er echter wel toe dat de moeder-zoonrelatie hechter werd dan ooit tevoren. 

‘Cardinal’ trapt de plaat op gang met een stevige drumbeat, gevolgd door een catchy, in distortion gedrenkte gitaarriff.  Het nummer is een kort maar krachtige opener, waarin Van Der Elst zijn gevoelens uitschreeuwt. “The problem is my self-destructive side, the problem is myself” klinkt het, op een manier die ons zo nu en dan doet denken aan collega-schreeuwer Black Francis van Pixies. In ‘Lamb’ klinkt de opmerkelijke stem van Van Der Elst wederom erg krachtig. De frontman slaagt erin om zijn emoties en gedachten erg oprecht en eerlijk over te doen komen. Tegen het einde van het nummer krijgen we ook meteen een verklaring te horen voor de op het eerste gezicht tegenstrijdige titel van het album. “You never worry, I always worry” klinkt het in koor, tijdens een einde dat geschreven lijkt te zijn met als doel live luidkeels meegebruld te worden. 

Het hele album is gehuld in een stevige 90’s-sound, bestaand uit losbandige gitaren en eenvoudige maar energieke drums. De scherpe gitaartonen in ‘Sophia 3’ en tijdens de intro van ‘Shelter’ zouden niet misstaan op een album van  indie-iconen Pavement. Halverwege de plaat lijken de heren echter het gaspedaal even te lossen. “Downhill is always faster, think going uphill again” vertrouwt Van Der Elst ons toe, begeleid door shoegaze gitaren in het dromerige ‘Plz turn yr fall into a somersault’. Hoewel het bijna zes minuten durende ‘Hollow’ eveneens traag en ingetogen begint, wordt het nummer snel terug op dreef getrokken aan de hand van een uptempo drumbeat. Dit trucje wordt tijdens het laatste deel van de plaat echter net iets te veel herhaald. The Geraldines klinken juist op hun best wanneer ze de gitaren non-stop stevig laten rammelen en Van Der Elst ontketend kan schreeuwen alsof zijn stem het op elk moment lijkt te gaan begeven. Slotnummer ‘Fizzle out (unsung existence)’ komt ietwat ongeïnspireerd over en slaagt er niet in om de plaat af te sluiten met dezelfde kwaliteit waarmee deze geopend werd. 

Doordat de band even op zijn debuut liet wachten, krijgen we geen groep te horen die nog op zoek is naar een eigen geluid, maar een band die duidelijk weet welke richting ze uit wil met zijn muziek. ‘Never worry always worry’ is een sterke plaat vol energie, waarop The Geraldines vaak stevig te werk gaan, maar er daarnaast niet van terugschrikken om de meer melancholische en gevoelige kant van de groep bloot te leggen.