The Japanese House krijgt met ‘Good at falling’ overtuigend vaste voet aan grond

door Eva Gutscoven

In 2015 sprong een jong visje, dat schuil ging achter The Japanese House, uit de grote indie-zee. Dat visje zwom in indiefolk-wateren en kreeg door een androgyne stem in een mist van synths, vocoders en samplers een steeds grotere aantrekkingskracht. Op een bepaald moment werd niemand minder dan The 1975’s Matt Healy ervan verdacht achter The Japanese House te zitten. Snel genoeg verdween het mysterie echter en doemde singer-songwriter Amber Bain op. Na enkele ep’s krijgt ze met haar debuutalbum ‘Good at falling’ vaste voet aan grond.

Een waarschuwing, voor je je helemaal overlevert aan de eerste tonen van ‘went to meet her (intro)’. De zacht opbouwende synths, gesmoorde drums en gekke geluidssamples brengen fijne oorkriebelingen teweeg. Echter, na deze eerste veertig seconden muziekhemel besef je ineens dat de Britse een artieste is met een stemvervormer die af en toe pijnlijk wringt. Het niveau van de vervormknop wordt de rest van het album gelukkig wel laag genoeg gehouden, zodat we na deze uitschuiver met niet al te veel oorpijn verder kunnen.

De intro gaat naadloos over in ‘Maybe you’re the reason’, een nummer dat niet doet dansen, maar wel rondhuppelen op een zonovergoten grasveld. Heupwiegende synths en ver verwijderde uh’s, die doen denken aan spring-in-‘t-veldje Maggie Rogers, versmelten in Bains zachte stemmelodieën. Het resultaat is een dromerig popnummer waarbij je liefst je haren laat groeien om deze ongegeneerd in het rond te kunnen laten zwiepen.

Liefde is iets dat schuurt en leidt tot liefdesverdriet – en angst. Bains songs werken dan een beetje als een schuurmachine. Het is oké dat de realiteit wat tegenvalt voor de bovengemiddelde dromer (“I keep looking for something / Even though I know that it’s not there” in ‘Maybe you’re the reason’). Bains stem neemt letterlijk en figuurlijk een grotere plaats in, zoals we zien in ‘Lilo’. Hierin duidt ze op het feit dat het normaal is je niet-rationele hoofd eens hard te stoten. De verliefdheid duikt tenslotte snel genoeg weer op (“I can keep my head, there’s nothing in it / I’m a patient wave / And it’s an easy ride”).

‘i saw you in a dream’ toont een heerlijk verweven drievoud van zacht gitaargefrutsel, psychedelische synths en Bains stem. Op deze sprookjesachtige manier breidt de 23-jarige een einde aan ‘Good at falling’. Het album toont het rijzen van een gehypete indie-artieste, die we nog een beetje horen in ‘Worms’ en ‘f a r e w a y’. Bain ontpopt zich echter tot een grote feniks met popsnavel (die weliswaar haar gitaar ondersteboven bespeelt). Wij verwarmen ons alvast aan deze fijne transformatievlammen.