Whispering Sons diept hun geluid verder uit op het sterke ‘Several others’

door Bert Scheemaker

Nadat we Whispering Sons enkele jaren geleden collectief aan de borst drukten, is het nu tijd voor de band om te bewijzen dat ze inderdaad die grote band zijn die we toen in hun zagen. Geen sinecure, want het cliché wil dat het tweede album dikwijls een probleem vormt. De verwachtingen liggen hoger. Het vergrootglas waaronder ze liggen is een stuk groter. ‘Several others’ is, met enige zin voor overdrijving, een beetje make or break. Als ze nu weten te bevestigen, ligt de weg naar de Belpoptop helemaal open. Lees ook hier het interview dat we afnamen met de band.

De hoofdingrediënten blijven hetzelfde. Die donkere, lijzige stem van Fenne Kuppens is nog steeds de belangrijkste pijler van de band. Voorts blijft de postpunk weelderig tieren dankzij het werk van Lijnen, Vandeborne, Pelsmaekers en Hermans. Tien nummers en net geen veertig minuten lang is het album en bij elke song hoor je meteen dat dit Whispering Sons is. Dat ijskoude grijs dat zo uit het muziek spreekt is alomtegenwoordig. Zelfs de subtiele toetsen van Dijf Sanders, die het geheel af en toe wat luchtigheid en licht meegeven, kunnen daar niets aan veranderen.

‘Several others’ is waarschijnlijk niet de plaat die collectief muziekminnend en recenserend Vlaanderen voor ogen had. Eerst het goede nieuws: de band heeft een uitstekende neus voor singles. Het de laatste weken plat gedraaide ‘Heat’ en het iets oudere ‘Surface’ zijn twee heel sterke nummers die de plaat dragen. Beide nummers werden slim in de tracklist verwerkt; eentje in het begin en eentje naar het einde toe. De plaat zelf zit goed ineen. ‘Several others’ is een volwassen album waar geen zwak moment in te vinden is.

Helaas zijn er misschien weinig échte hoogtepunten te vinden. Whispering Sons heeft gekozen om te doen waar ze goed in zijn: aarddonkere, rudimentaire postpunk maken. Nummers als ‘Surgery’, ‘Dead end’ en ‘Flood’ zijn ideale steekkaarten van wat de band nu juist kan. Daarnaast blijkt dat het vijftal deze plaat gemaakt heeft met het livecircuit in het achterhoofd. Niet verwonderlijk, want twee jaar geleden moest je al erg je best doen om Whispering Sons niet live aan het werk te zien en als je ze dan toch zag, om niet omver geblazen te worden. Hun show stond als een huis en met ‘Several others’ lijken ze hun setlist stevig te kunnen spijzen.

De kniesoren onder ons zullen ongetwijfeld opmerken dat het wauw-effect van ‘Image‘ hier niet aanwezig is. De vraag is echter of dat moest. Interessanter is om te kijken wat ze dan wel gedaan hebben op ‘Several others’. Wat ons betreft: hun sound dichter bij de perfectie gebracht. De cohesie is onmiskenbaar op dit album. Het geluid meer uitgepuurd. Die moeilijke tweede mag dan volgens velen niet het meesterwerk zijn waar ze op gehoopt hadden, wij horen een volwassen band die een volwassen album op de markt brengt.

De verschenen singles gaven al snel weg dat we beenharde postpunk konden verwachten en in dat genre is er nu eenmaal niet veel ruimte om te diversifiëren in het geluid. De accenten die ze gelegd hebben op ‘Several others’ geven het geheel een meerwaarde door het inzicht in hun geluid dat ze ten toon spreiden. Nick Cave heeft met de The Birthday Party en met de Bad Seeds ook meerdere gelijkaardige albums gemaakt voor hij zich kon opwerpen als een generational artist. Of dat het pad van Kuppens en co zal zijn, wie zal het zeggen. Maar met ‘Several others’ is er alvast een eerste steen in die richting gelegd.