William Basinski speelt een requiem voor muziek, zichzelf en het voorbije jaar op ‘Lamentations’

door Camilla Peeters

Als er al zoiets bestaat als een postmoderne stroming in de muziekwereld, dan kan William Basinski gerekend worden tot de kleine groep artiesten die dat met de juiste intentie aanpakt. Hijzelf heeft overigens nooit de invloed van muzikanten als John Cage en Steve Reich ontkend. ‘Lamentations’, reeds zijn 28ste (!) studioalbum, wordt overheerst door herhaling, traag verval en een toonladder in mineur.

Dit jaar lijkt er wel een van de culminaties. Verschillende muzikanten, waaronder The Avalanches en Oneohtrix Point Never, brachten recentelijk platen uit die rijk zijn aan archiefmateriaal en waarop al hun voorafgaande en overkoepelende ideeën over muziek samenkomen. In die trend vinden we ook ‘Lamentations’.

William Basinski bracht zijn eerste werk reeds in 1998 uit. Dat was ‘Shortwavemusic’: toen al de uitkomst van jaren experiment met het verknippen, overlappen en looping van tape. Hij krijgt al lang van melomanen links en rechts lof voor zijn innovatieve manier van componeren. De klassiek getrainde muzikant is het best gekend voor ‘The disintegration loops’ (2002). Voor dat project groef hij door twee decennia aan eigen materiaal. Basinski verdubbelde zijn moed en bracht op zijn nieuwste album maar liefst vier decennia aan geluid samen. Dat kan tellen qua zelfreferentie en herhaling gesproken.

Dat bemoeilijkt enigszins de taak om nummers apart te bespreken. Van begin tot eind klinken elegieën: nummers die hun eigen ontbinding verklanken. Ergens passen deze klanken perfect bij het afgelopen jaar. In 2020 was er haast elke week een nieuwe berichtgeving die een vernietiging aankondigde van het leven dat we kenden en waar we om gaven. ‘Lamentations’ draagt een eindeloze sound met zich mee, waarin we ons allemaal ongetwijfeld diep kunnen wentelen. ‘All these too, I love’ klinkt monumentaal door middel van een prachtig schallende vrouwenstem en duurt dan ook de volle elf minuten. Zelfs daarna neigt je vinger naar de replay-knop.

Om dan toch maar een poging te wagen over de nummers zelf te spreken: de singles ‘O, my daughter, o, my sorrow’ en ‘Tear vial’ zijn perfecte getuigenissen van de zachte maar intrieste toon waar de muzikant geliefd voor is. Basinski’s geluid is namelijk niet enkel een symbool van somberheid. De artiest zelf heeft een enorme fascinatie voor hoe geluid op tape nieuwe texturen krijgt, naarmate het materiaal afbreekt. In die vernietiging ziet hij het begin van iets nieuws.

Dat er in herhaling ook heruitvinding schuilt komt het sterkst naar boven in ‘The wheel of fortune’, waarin de violen opnieuw en opnieuw net niet lang genoeg mogen blijven gillen om volledige euforie op te wekken. Gelukkig dat we dit jaar dan toch nog een stukje euforie mogen horen. En als al deze filosofische prietpraat te ver van je bed klinkt, dan raden we je aan om vanavond laat op te blijven en ‘Lamentations’ op te zetten. Geen muziek die beter de nachtelijke hersenspinsels aanwakkert.