Deze bands overleefden de voorrondes van Humo’s Rock Rally niet, maar verdienen toch je aandacht

door Thomas Konings

Gisteren hebben hebben twintig bands geschiedenis geschreven door zich te plaatsen voor de halve finales van Humo’s Rock Rally. Wij zouden echter graag een kleine voetnoot aan die geschiedschrijving willen toevoegen en vermelden dat de onderstaande bands ons hart ook een klein beetje gestolen hebben. Verslagen van bijna (sorry bandjes in Nijdrop!) alle voorrondes vind je hier.

 

Ellen Steegen

Wat we schreven: “Ellen Steegen en haar band kwamen ons gelukkig alsnog een fijne avond bezorgen met drie knappe popsongs. De akkoordenprogressies waren creatief en vormden toch een logisch geheel, de zang was van het beste van de avond en er was zowaar nagedacht over een flow tussen de nummers in. Dit was een kwartier dat met de minuut beter werd, en bij die laatste song hoorden we ons al een tweede keer wegdromen tijdens de halve finale.”

Wooly Mammoths

Wat we schreven: “Deze jongens waren op mekaar ingespeeld, al wilden ze dat iets te graag tonen door hun tweede nummer nodeloos te rekken. De volgende keer horen wij liever een extra liedje. Nu goed, dit vijftal speelde popmuziek die je twee keer moet horen, en in de halve finale kunnen we met zekerheid zeggen of dat goed of slecht is.”

Ampersand

Wat we schreven: “De vier mathrockers peren er meteen met een hoog tempo vandoor en klinken van bij de eerste noot enkele niveaus hoger dan wat doorgaans tijdens de preselecties wordt gepresenteerd. Ook al bestaat het meeslepend refrein van de eerste song dan voornamelijk uit een luidkeels “oeoeoeoe”, is dit een van de meest aanstekelijke en rake tekstlijnen die hier al voorbij kwamen. Met een tweede en derde song die zo mogelijk nog meer bevestigen, doet de band een wel erg overtuigende worp naar de halve finale.”

lohaus

Wat we schreven: “Een beetje braver maar wel een pak efficiënter was lohaus. Ook hier vonden we een vrij unieke stem terug op het podium: nasaal, neigend naar Oscar & The Wolf zonder het te willen nadoen en steeds op zoek naar de juiste melodie voor de juiste song. De manier waarop de gitaar in ‘Overwhelm’ zich rond de vocalen wervelde werd slechts een van de vele voorbeelden van een strakke, gerichte band. Vul dat aan met de vele natuurlijke breaks in de muziek, waardoor wij regelmatig een stoer knievalletje konden maken en we wisten weer waarom we lohaus al een tijdje in de gaten houden.”

Swap Meet

Wat we schreven: “Stephen Malkmus en Pavement, je kon er nauwelijks naast luisteren bij Swap Meet. Gelukkig probeerden de jongens onze aandacht af te leiden door djangelsongs te schrijven die zo onvoorspelbaar als een manische tiener door de zaal stuiterden. Het zorgde ervoor dat we ons niet verveelden, dat we geen enkele kans kregen ons te hechten aan een riff of melodie en dat we de jongens eigenlijk nog wel eens terug willen zien.”

Nemo

Wat we schreven: “Eerlijk, wij houden van Humo’s Rock Rally, hoeveel je er soms ook door de matige of ietwat rare shit moet waden om een parel te vinden. Het bier, de mensen, de rocksterren, de familie van die rocksterren, dat warme gevoel wanneer een singer-songwriter die duidelijk iets idiosyncratisch gaat doen van voor de eerste noot “Idioot!” naar zijn hoofd krijgt geslingerd. Al bij al verviel ons medelijden met Nemo nogal snel in oprechte bewondering. Nicolas Vlaeminck kent de geijkte wegen van Phosphorescent of de eerste plaat van The Tallest Man On Earth vanbuiten, maar kon zich op een kwartier ook genoeg onderscheiden.”

Poolside Echo

Wat we schreven: “Poolside Echo is op het eerste zicht een hit, en hoera ze schrijven ook hitjes. Archetype ‘I scream louder’ klinkt – zoals de band ook vermeldt – als Glass Animals of Blood Orange, maar wat nog het meeste opvalt is hoe slim het allemaal is. Hoe spontaan die gitarist ook over het podium lijkt te stuiteren, hoe natuurlijk de melodieën ook aanvoelen, hoe speels het afwisselen van vrouwelijke en mannelijke zang lijkt te vloeien; het gevoel bekruipt je dat er over hun nummers heel hard en heel lang is nagedacht. Een Belgische versie van intelligente pop, zou dat die felbegeerde parel zijn?”

FÄR

Wat we schreven: “Wat doe je als je scherpe gitaargeluid en zoetgevooisde stem en melodieën misschien nog niet helemaal uitdrukt hoe donker en verwrongen je bent vanbinnen? Juist ja, je smeert er een boel duistere electro onder, voorzien door niemand minder dan Sloth Prince. Die combinatie verhief beide delen naar een hoger niveau, speelde onder andere slim estafette in ‘Sinners’ en leverde zo ongetwijfeld het nummer van de avond af.”