Header image

Dit zijn de 18 beste ep’s van de eerste helft van 2020

door Mattias Goossens

We bespreken op deze website voornamelijk albums, maar ook het beknoptere ep-formaat heeft veel knappe muziek te bieden. Tijd voor een terugblik op de beste extended plays van de eerste helft van dit jaar. De selectie werd gemaakt door Camilla Peeters, Eva Gutscoven, Geerhard Verbeelen, Jonas Vandenabeele, Lowie Bradt, Mattias Goossens, Michelle Geerardyn en Tobias Cobbaert.

Bugpee OOO – Bugeater

Wat gebeurt er wanneer je te ver in een Spotify-gat valt in je zoektocht naar het meest groovy nummer dat geen van je vrienden al in hun zomerlijstjes hebben staan? Dan kom je op een gegeven moment uit bij Bugpee OOO. De illustraties op de cover en de kleurrijke titels van de nummers—ruim keuze tussen ‘Mosquito, the musical’, ‘A ding-dong’s labyrinth’ of ‘Halal earwig’—lijken bedacht door een driejarige en dat past best goed bij de speelsheid van het geluid op ‘Bugeater’. Hoewel elk nummer een dansbaar deuntje heeft, wordt er niet afgezien van een verfrissende afwijking hier en daar. En de door memecultuur geïnspireerde opener van de ep is zo geweldig dat we die aan jou laten om te ontdekken. (Camilla)

Donna Blue – Inbetween

Het Franse nummer ‘Paradis’ gaf het niet meteen weg: het duo, Danique van Kesteren en Bart van Dalen, achter Donna Blue is Nederlands (de namen geven het wel weg). Met de ‘Inbetween’ laten ze vijf liedjes los die zich lenen voor retropop-zondagen en die moeiteloos tussen muziek van ‘Videoclub’ of ‘Paradis’ kunnen verdwijnen. (Eva G)

Flock Of Dimes – Like so much desire

Jenn Wasner ken je misschien als helft van indiepopduo Wye Oak, maar ze speelde ook mee met Bon Iver op diens recentste tournee. Na vier jaar haalt ze haar alter ego Flock Of Dimes nog eens van de netjes geïsoleerde zolder. Je hoort meteen dat de huidige generatie vrouwelijke singer-songwriters de afgelopen jaren al eens op die bovenkamer geweest zijn. ‘Like so much desire’ puurt kracht uit eenvoud en dromerige zanglijnen, een dekentje van verwarmend verlangen. (Mattias)

Guilt Trip Cluster Fuck – Crucifix

 Met een sensationele lengte van net geen vijf minuten, heeft Guilt Trip Cluster Fuck het korte alvast onder de knie, het krachtige gelukkig ook. De drie nummers tellende ep klinkt net zoals je zou verwachten van een band met de weinig suggestieve naam Guilt Trip Cluster Fuck: explosief, brutaal en bedrieglijk verslavend. Op ‘I stole all your stuff!’  verkondigen ze hun attitude met teksten als: “Fucking in the mirror/Fighting in the shower/I stole all your stuff/But I bought you flowers” Deze bite-sized electropunk zou—moest deze mysterieuze groep zichzelf (beter) promoten—kunnen aansluiten bij techno/electropunk kanjers/girls zoals Deli Girls, Girl Pusher en Machine Girl uit de Amerikaanse underground. (Camilla)

Khruangbin & Leon Bridges – Texas sun

Parental advisory: hier komen kinderen van. Het Khruangbin-trio en Leon Bridges zijn quasi buren (in Texas zijn afstanden anders) en dus zat deze samenwerking er ooit aan te komen. Khruangbin bewijst dat ze op muzikaal vlak niet per sé inspiratie hoeven te putten uit klanken uit de uithoeken van de wereld, terwijl Bridges met zijn à point gegaarde stem doet geloven in reïncarnatie van vocale voorgangers Al Green en Otis Redding. Wie beweert dat dit een zomerse plaat is, moet wachten tot de winternachten de ijspegels van je lief tegen je lijf drijven – wedden dat ze snel ontdooien met deze ep op de achtergrond? (Mattias)

Lauren Auder – Two caves in 

‘Two caves in’ haalt zijn inspiratie uit heel wat hoeken: ‘In god’s childlike hands’ combineert klassiek met hartverscheurende ambient, ‘June 14th’ verhult vlagen postrock in zijn barokke hart. Lauren Auder herbergt met amper 21 lentes onmiskenbaar veel ziel in hun prachtige bariton en creëert zo vijf uiterst verschillende songs die aaneen klitten als verschillende lagen op een Pollock-schilderij. Veelbelovend voor de toekomst maar ook zeer knap als op zichzelf staand kunstwerk. (Lowie)

Lil Texas – Texcore vol. 3

Lil Texas is een gabberartiest die je herkent aan z’n gigantische nektattoo, z’n cowboyhoed en z’n nummers die steevast de 200bpm overschrijden. Als we de wiskunde even doortrekken betekent dat dat er op deze ep van elf en een halve minuut minstens 2300 beats te horen zijn. Laat het duidelijk zijn dat het hier niet gewoon om een snelheidsgimmick gaat. Lil Texas behoort tot het hardste en smerigste wat het sowieso niet al te lieve genre te bieden heeft. Vooral ‘Double bassdrum’ is een genadeloze aanval op het gehoorkanaal. (Tobias)

Little Simz – Drop 6

Het is belangrijk om dankbaar te blijven om de dingen die wél goed zijn dit jaar. De door quarantaine geïnspireerde ep van Little Simz zal bij terugblikken hoog aan de pro-kant van de 2020-balans staan. Het gevecht met zelfvertrouwen staat centraal. Isolement zorgt dat ze zichzelf moet herinneren aan het feit dat “you ain’t seen no one like me since Lauryn Hill back in the 90s”. Op Instagram getuigde ze over de bijna verlammende twijfel aan haarzelf die daar tegenover stond tijdens het maken van de ep – die ook geleidelijk doorschemert in de teksten. Uiteindelijk heeft ze een sterk statement aan haar discografie toegevoegd. De kaalheid van de drums en bas echoën de eenzaamheid naar voelbare niveaus. Het maakt van haar ongenaakbare flow een boodschap waar we onszelf in kunnen herkennen en begrepen voelen. (Michelle)

Liv.e – Bout these pipedreams/Lessons from my mistakes… But I lost your number 

Piepjonge producer Liv.e brengt op deze ep samples samen die ze in Dallas uit platenkisten vist. Ze neemt haar stem op sleeptouw over stoffige en zonovergoten paden die er soms desolaat bij liggen. De eerste anderhalve minuut is een nerveuze smeekbede om liefde maar al snel vervalt haar soulvolle rap in een gezapig karakter. Het feit dat ze zichzelf geen enkel moment te serieus neemt en in ‘Lessons from my mistakes…’ bijvoorbeeld een hoofdrol geeft aan humor, maakt hiervan een uiterst behapbare verzameling nummers. (Michelle)

Meth Math – Pompi

Meth Math is een Mexicaans project dat een hazy geluid brengt dat flink wat invloeden uit de reggaeton op psychedelische wijze herinterpreteert. De sensuele ritmes en vervormde vocals nodigen je uit om dingen met je booty te doen terwijl je tegelijk het gevoel krijgt in catatonische toestand te verkeren door het bedwelmende sfeertje. Prijsbeest is ‘El vals de la piedra’, een hypnotische oorwurm die het normaal zo aanstekelijke dem bow-ritme (je weet wel, boem tsj-boem tsjk) zowaar narcotisch doet klinken. (Tobias)

OTG – Ferry

Londenaar Osiris The God is beste vrienden met Little Simz. Dat zegt meteen al veel over waar hij te vinden is op het muzikale spectrum. Op ‘Ferry’ zijn zowel hinten naar zwaarmoediger materiaal van Ghostpoet te vinden, als het meer dartele ‘Pragmatic’. Deze producer toont met zijn tweede ep een uitgesproken gevoel voor balans. Spaarzaam maar doeltreffend wikkelt hij saxofoons en piano’s rond zijn geduldige bars. Potentieel in overvloed. (Michelle)

Park Hye Jin – How can I

Park Hye Jin debuteerde in 2018 met ‘If u want it’ en haar nieuwste worp ‘How can I’ sluit daar perfect op aan. Haar monotone woordenbrij over een allegaartje van klanken vormt nog steeds de basis van haar muziek. Soms in het Engels, soms in het Koreaans. Met ‘Like this’ opent de ep onverstaanbaar onweerstaanbaar. Park Hye Jin klinkt haast verveeld, geprikkeld. De ongedurige ritmes van ‘No’ en ‘How come’ zijn de perfecte soundtrack voor de eerste voorzichtige stappen op een dansvloer. Beetje verward en smachtend naar beroering. (Geerhard)

Recovery Girl – Recovery Girl

Galen Tipton had in de underground al enige naambekendheid als bubblegum bass-producer, maar begin dit jaar maakte hen onder de naam Recovery Girl de stap naar de microfoon. Het resultaat zijn schizofrene, explosieve popbangers waar fans van 100 Gecs ongetwijfeld van zullen smullen. Mocht je bij deze beschrijving nog geen idee hebben hoe dit project nu precies klinkt, zou een blik op de bombastische albumcover wel een accuraat idee moeten geven. (Tobias)

Rumours – How many roses

Na interne strubbelingen heeft Rumours zich opnieuw uitgevonden. Viel de zon bij momenten nog door grote ramen binnen op debuut ‘Megamix’, dan gedijt ‘How many roses’ het best in de schaduw. Centraal staat nog steeds de ijle zang van Hannah Vandenbussche, terwijl de rest van de band dieper in de instellingen van hun synthesizers duikt en daar meer chaos en duisternis vinden. Een opstapje naar meer muziek die hopelijk snel volgt. (Mattias)

Uboa – Flesh of the world

We ontdekten Uboa vorig jaar met het beklijvende ‘The origin of my depression’, een death industrial)album dat klonk als Lingua Ignota met nog verder doorgetrokken woede en angst. Dat ook ‘Flesh of the world’ geen opbeurend project is, lag dus wel in de lijn van de verwachtingen. De ep werd geschreven tijdens de lockdown, maar het helse gekrijs gaat dieper dan enkel Uboa’s frustratie omdat ze niet buiten mag komen. Centraal staat de symbolische vraag “waar eindigt een lichaam?”, niet enkel een filosofische vraag over de grens tussen jezelf en de ander, maar ook een bespreking over Uboa’s eigen lichaamsdysmorfie als transvrouw. (Tobias)

Viagra Boys – Common sense

Viagra Boys, het Zweedse postpunk-kwintet, windt er geen doekjes om op het uitstekende ‘Common sense’. “Why can’t you have a little common sense?” vragen ze zich meteen af op het titelnummer die de ep laat van start gaan. Er straalt een onontkoombare urgentie en frisse eerlijkheid uit alle tracks. Die zijn kundig opgebouwd met een afwisselend instrumentarium. De saxofoon, die veel artiesten naar mijn smaak te pas en te onpas gebruiken, versmelt hier mooi in het geheel en voegt een extra groove toe. ‘Lick the bag’ is een postpunk schop onder je kont en laat je snakkend naar adem achter, om je er dan wat terug te geven op ‘Sentinel island’. ‘Blue’ is een van de beste songs die ik dit jaar al hoorde, de muziekverwording van licht beschonken schuldbesef en halfslachtige excuses gemengd met wat zelfbeklag in het putje van de nacht. De originele songstructuur, de spaarzame maar treffende bezetting en de eerlijk rauwe vocals van Sebastian Murphy nemen je mee op zijn oprechte geweeklaag, en dan vervaagt het nummer. Om plots terug open te barsten voor de muzikale catharsis van deze ep. Ik kijk reikhalzend uit naar meer werk van deze jongens. (Jonas VDA)

Yazmin Lacey – Morning matters

De Britse Yazmin Lacey ging niet zo heel lang geleden nog op een uitverkochte tour in haar thuisland. Om deze ep aan de rest van de wereld te etaleren zal het helaas nog even wachten zijn. Het is wel geheel conform de zeitgeist toegewijd aan mensen die soms moeite hebben om zichzelf ‘s morgens uit bed te pellen en desondanks pogingen blijven ondernemen om het beste van dit bizarre leven te maken. Haar stem is als een comfortabel souldekentje die tegengewicht biedt voor de begeleiding door Moses Boyd en Ezra Collective, die je zachtaardig maar toch kordaat uit dat bed duwen. (Michelle)

Zsela – Ache of victory 

De New Yorkse fashion designers hebben Zsela Thompson eerst ontdekt. En dat is niet zo verwonderlijk aangezien we bij Thompson ook zo maar even denken aan Okay Kaya, The XX en Rhye. De New Yorkse tekent met haar ep de krijtlijnen van een gestripte maar beklijvend r&b geluid waarbij haar 20-jarige stem alle aandacht naar zich toetrekt. (Eva G)