If I live to see the seven wonders – Tiffany Devos over zeven levensbelangrijke platen

door Tiffany Devos

Fascinatie is een essentieel onderdeel in de dagelijkse beleving van een mens. Het weet de banale dingen te onderscheiden van de belangrijke, en geeft ons een reden om die betoverende diversen verder te uit te pluizen. “If I live to see the seven wonders / I’ll make a path to the rainbow’s end” vertrouwden Stevie Nicks en Fleetwood Mac ons toe in 1987. Wij nemen jullie vanaf nu tweewekelijks mee langs de muzikale ontdekkingstocht van medewerkers die met veel zin hun eigen seven wonders aan jullie willen voorstellen.

Spice Girls – Spice

Het overzicht van mijn levensbelangrijke platen kon twee kanten uit gaan. Terwijl de alternatieve versie waarin ik opgroeide in een huis waar Pink Floyd, Fleetwood Mac en Mercury Rev op hoog volume door de woonkamer gejaagd werden ongetwijfeld een invloed heeft gehad op mijn muzikale ontwikkeling en waar ik ondertussen beland ben, koos ik er toch voor om een eerlijke weergave te geven van de muziek waar ik als kind, tiener en twintiger zelf naar greep. Mijn keuzes vielen dus ook op platen die je heel erg in die tijdsperiode van mijn leven kan plaatsen. Dit betekent dat deze lijst mijn coolfactor en opgebouwde reputatie als ‘mens met een goeie muzieksmaak’ een stevige deuk zou kunnen geven, maar hopelijk herkent er ook iemand een vlaag van zichzelf in. En als je jongere nichtje momenteel een reddeloos geval op muziekvlak lijkt, betekent dit misschien dat er ook voor haar nog hoop is. Dit gezegd zijnde, was de eerste groep waar ik als 90s kid actief naar luisterde Spice Girls. De op cassette overgezette cd’s van de Britse meidengroep werden op een cassettespelertje kapot gedraaid. En oké, ik geef het toe: ik had ook een Baby Spice Barbie. Tot op vandaag vind ik Spice Girls echter één van de interessantste fenomenen uit de moderne popgeschiedenis. De groep heeft namelijk een niet te onderschatten maatschappelijke impact gehad. De vijf introduceerden ‘Girl Power’ aan een breed publiek en jonge meisjes wilden wel eens iets anders dan de door gladde promoboys voorgekauwde boybands. Door de vijf verschillende persoonlijkheden van Spice Girls kon bovendien ieder meisje zich wel spiegelen aan één van de schijnbaar gewone vrouwen die tegelijk je vriendin zouden kunnen zijn, maar wel waarden zoals autonomie, energie en kracht uitstraalden.

Avril Lavigne – Under My Skin

Toen we de 21ste eeuw binnenwaaiden, kwam plots de Canadese zangeres Avril Lavigne voorbij skaten op de radio. Ik herinner me nog het moment dat ik voor de eerste keer ‘Complicated’ hoorde in de auto en ik mezelf instant tot fan bombardeerde. Hoewel haar eerste worp ‘Let go’  beslist een invloed heeft gehad, was het de tweede plaat van Lavigne die echt onder mijn huid kroop (Ha-ha!). De ‘teenage angst’ en boybashing op ‘Under my skin’ was een perfecte uitlaatklep voor elke (vrouwelijke) twaalfjarige. Ik ontwikkelde een enorme fascinatie voor het fenomeen Avril Lavigne die met een gitaar in de hand een alternatief bood voor de blonde, dansende popprinsessen en dompelde mij volledig onder in het fandom. Voor de eerste keer ging ik actief op zoek naar b-sides, live-opnames en had ik elke paparazzifoto van de toen nog piepjonge ster gezien. Ik voelde bovendien jarenlang de nood om elke dag minstens één song van de zangeres te beluisteren. Dit hield ook in dat ik actief naar de radio (eerst het ter ziele gegane Radio Donna, daarna Q-music) begon te luisteren om te horen wat ze zouden zeggen over mijn favoriete muzikante. Daardoor staan ook alle popsongs uit de periode 2004-2007 in mijn geheugen gegrift. Mijn uitgebreide zwak voor goed uitgevoerde pop zoals Katy B, La Roux en Lykke Li stamt waarschijnlijk uit die jaren.

Paramore – Riot!

De Avril Lavigne-fascinatie stimuleerde mijn liefde voor muziek en bracht mij op paden waar ik dingen ontdekte die de weg naar onze traditionele radiostations nog niet gevonden hadden. Ook voelde ik aan dat het iets meer gitaar en iets minder pop mocht zijn. In 2005 bracht een groepje uit Tennessee ‘All we know is falling’ uit die mij voorstelde aan de poppunk, powerpop en het label Fueled By Ramen. Het belang van labels begon mij toen ook te dagen als middel om soortgelijke muziek te ontdekken. Het bekendste wapenfeit van het Amerikaanse label was toen Fall Out Boy,  maar ik had het meer voor Panic! At The Disco, The Hush Sound en Cute Is What We Aim For. De ontdekking van dit iets alternatievere geluid triggerde bovendien het zoeken naar nieuwe bands en geluiden waardoor ik bijvoorbeeld ook fan werd van Bat For Lashes, Cat Power en Phoenix. Bij de release van de tweede plaat van Paramore ‘Riot!’ in 2007 was ik echter helemaal verkocht en ik schreef er toen mijn allereerste albumrecensie over. Toen Paramore het grote publiek veroverde, verloor ik snel heel wat interesse, maar verrassend genoeg kreeg de laatste zelfgetitelde worp in 2013 van the new and improved Paramore positieve recensies op enkele websites waarvan ik de mening serieus neem en besloot ik te luisteren. Dat was geen slechte beslissing. Paramore bewees dat ze eigenlijk nog steeds goede songs maken. De grote liefde was echter over.

The O.C. Soundtrack

Ongeveer gelijktijdig met het verlies in interesse in Paramore ontdekte ik de Amerikaanse dramaserie The O.C., die na uitzending op het toenmalige Kanaal 2 plots in 2008 opgepikt werd door JIMtv. De titelsong ‘California’ van het groepje Phantom Planet kende ik al omdat zij net als Paramore bij het label Fueled By Ramen zaten. ‘California’ nam door de serie anthemproporties aan en werd voor mij de poort naar een hele nieuwe wereld: de wereld van de indierock. Via het bekijken van de reeks over rijke jongeren in Orange County ontdekte ik heel wat voor mij onbekende namen, maar ook opkomende artiesten die het grote publiek nog moesten veroveren. Ik hoorde onder de avonturen die Seth, Summer, Marissa en Ryan beleefden voor de eerste keer Kasabian, Band of Horses en Of Montreal. Muziek van The Killers, Pinback, Eels, The Thrills, Modest Mouse, Imogen Heap, The Dandy Warhols, Beck, Shout Out Louds, Bell X1, Spoon en ga zo maar door, verschenen op mijn radar. Het ging zelfs zo ver dat ik voorbij de officiële seizoenssoundtracks elke aflevering uitspitte tot ik alle fracties van songs die ik te horen had gekregen in hun volledige versie in mijn bezit had. Ik raad vrienden nog steeds aan om The O.C. te bekijken als ze een idee willen krijgen van hoe het indierocklandschap in de jaren 2000 eruit zag. Een speciale vermelding gaat naar de band Death Cab For Cutie die zonder Seth Cohen wellicht heel wat minder cd’s verkocht zouden hebben.

The Kills – Midnight Boom

Na al die goede invloed van The O.C. leed ik wat aan een één-song-cultuur. Daar brachten The Kills met hun nog steeds geniale plaat ‘Midnight boom’ verandering in. De band rond Jamie Hince en Alison Mosshart representeerden een volwassen versie van de femalefronted rock waar ik blijkbaar wel van hield en zorgden met z’n tweetjes ervoor dat hun derde plaat een consistente collectie uitstekende songs werd. Vuile gitaren werden gecombineerd met vintage drummachines en hun beider vocalen. De boybashing lyrics van mijn vroegere favorieten werden vervangen door cryptische teksten zoals die van ‘Alphabet pony’. Simpele maar hartveroverende hooks zorgden ervoor dat The Kills één van mijn favoriete bands werden en met de release van ‘Blood pressures’ in 2011, dat met een voller geluid veel vuiler en sexier klonk dan zijn voorganger, bevestigden ze dat ze dat stekje best wel verdiend hadden.

Beach House – Teen Dream

De eerste keer dat ik Beach House live zag was op Pukkelpop. Ik zei tegen de jongen die ik eerder die dag ontmoet had via een gemeenschappelijke vriendin, en waarmee ik het concert beleefde omdat we beiden al onze vrienden kwijt waren geraakt, dat deze groep die met ‘Norway’ zoveel furore maakte “wel goed was voor een paar songs, maar daarna toch wel wat saai werd”. Ondertussen is die jongen mijn beste vriend en full time concertbuddy en vinden we Beach House één van de geweldigste bands op aarde. Eén voor één wisten aparte songs mij te overtuigen tot ze de volledige plaat ‘Teen dream’ vormden. Met de opvolger ‘Bloom’ maakte het duo uit Baltimore voor mij hét album van het jaar 2012 en werd Beach House mijn meest beluisterde en daardoor ook favoriete band. Wereldleiders van de droompop noemde ik hen, en velen belandden in hun spoor in mijn iTunes. Ik werd fan van Still Corners, Cults, Postiljonen, Purity Ring, Twin Sister, Wye Oak, Young Galaxy en onnoemelijk veel bands die ik nu vast vergeet. Beach House heeft met zijn dromerige sound ongetwijfeld een grote invloed gehad op de ontwikkeling van mijn muzieksmaak van vandaag.

Sharon Van Etten – Are We There

Valt het op dat mijn grote helden steeds onbekender worden voor het grote publiek? In 2012 ontdekte ik de singer-songwriter Sharon Van Etten en even daarna zag ik haar aandoenlijke zelf live in concertzaal De Kreun die ik ondertussen een klein beetje thuis kan noemen. En ik werd fan. Grote fan. Een fan die ook ouder werk en b-sides en alle filmpjes op YouTube ging checken. Omdat haar derde plaat toen al even uit was, was ik te laat voor het collectieve feestje, maar in 2014 werd ik er voortrekker van. Ik interviewde haar, schreef een albumrecensie, meerdere live-reviews en meer dan een paar artikels waarin ik de zangeres betrok wanneer het maar kon. Ik schreef in 2014 meer dan 5500 woorden in 19 verschillende artikels of blogposts over Sharon Van Etten.  Omdat ze de muzikante was die haar hart en zieltje uitrukte en op ons bord gooide. Omdat ze diep graaft en een ferme grip heeft op haar eigen geluid. Omdat ze een gefocuste visie heeft en zelf producet. Omdat ik lang niet meer zo vaak en aandachtig naar een plaat had geluisterd. Omdat ze naast dat alles ook gewoon een geweldig en grappig mens is met een fantastisch mooi en eerlijk hart. Dat Sharon mijn twenties mag shapen, zoals Avril dat voor mijn teens deed.

Dat mijn muzikale ontwikkeling vooral gevormd werd door vrouwen mag duidelijk zijn uit dit overzicht. Hoewel er een duidelijke evolutie te zien is, blijft de Girl Power die ik bij de Spice Girls oppikte een rode draad. Wanneer je dus vanaf nu een review leest van mijn hand, weet je ook iets meer over mij en waar mijn muzikale fascinaties precies vandaan komen. Ondanks dat in de muziekjournalistiek eigenlijk de artiesten en hun creaties steeds centraal horen te staan, is het voor sommigen onder jullie misschien een verrijking om ook de achtergrond van de schrijver te kennen om dingen in perspectief te kunnen plaatsen.