Header image

Indiestyle luistert: Beck

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Popkameleon Beck Hansen ontpopte zich de voorbije dertig jaar van lofi-veelproducent naar stilistische synthpopper. Lezers Kobe Rombouts en Laurens Vlaeyen nemen heel zijn discografie door, van obscure ep’s tot albums bij de grootste platenlabels.

Hoe goed ken je de artiest al?

Ik ken Beck vooral van – je raadt het nooit – ‘Loser’ en ‘Devil’s haircut’. Ik heb ook vernomen dat hij alle genres moeiteloos door elkaar mixt: van folk en lofi indie tot hiphop en artpop. Kortom, the man can do it all. Ik verwacht dus een zeer gevarieerde discografie met heel wat stijlbreuken. (Kobe)

Ik ken Beck al een beetje: ‘Odelay’ (1996), ‘Colors’ (2017) en ‘Hyperspace’ (2019) zijn mij niet vreemd. Voor de rest weet ik dat Beck grappig is, niet vies is van hoeden en een grote invloed heeft (gehad) op popmuziek. Vamos! (Laurens)

Golden feelings (1993)

Becks eerste album staat bol van de gammele lofi productie, experimentele folk en absurde teksten. Het album hangt op geen enkele manier samen, maar ik denk dat dat Beck destijds weinig uitmaakte. Niet altijd even goed, maar Becks vindingrijke teksten en jeugdig gerotzooi zorgen voor een zeker entertainmentgehalte. (Kobe)

‘Golden feelings’ zit vol lofi gitaarriedels, vervormde stemmen, samples en ontstemde gitaren. Er vallen op dit album veel onverwachte scherpe tonen dus zet je koptelefoon niet te luid om tinnitus te vermijden. Het is niet altijd duidelijk wanneer nummers beginnen en eindigen, daardoor lijkt ‘Golden feelings’ te vaak op een geluidscollage i.p.v. op een album. Je hoort duidelijk de folkinvloeden (of anti-folk zoals Wikipedia het wil noemen). De teksten zijn vreemd, grappig en zitten vol creatieve woordspelingen. Ik begrijp ze niet altijd (waarschijnlijk bijna niemand) maar ze zijn wel boeiend. ‘Golden feelings’ is een goeie en soms vermoeiende instap. Het experiment zit er meteen in dus ik heb een ruw idee waar ik mij de komende veertien albums en ep’s aan kan verwachten. (Laurens)

A western harvest field by moonlight (1994)

De productie wordt al iets beter op deze ep! Het begint mooi met ‘Totally confused’. Er is ook iets meer variatie qua sound; ‘Mayonaise salad’ klinkt als matige Sonic Youth en in het driedelige ‘Feel like a piece of shit’ is er zelfs elektronica aanwezig! Niet slecht. (Kobe)

Het tweede album van Beck uit 1994. Op deze plaat staan effectief enkele nummers (in plaats van alleen geluidscollages). Meestal hoor je Beck met zijn akoestische gitaar en daar bovenop samples, bevreemdende elektronische geluiden en af en toe een viool of een mondharmonica. Alles is heel lofi opgenomen. Beck klinkt op deze ep alsof hij een kikker heeft ingeslikt, zijn stem lijkt soms wel naar beneden gepitcht. De meeste nummers zijn simpel geschreven en bestaan uit rare combinaties die niet per se samen horen te passen maar ze passen hier wél samen waardoor dit album een grote aantrekkingskracht heeft. (Laurens)

Stereopathic soulmanure (1994)

Becks geluid klinkt nog gevarieerder door invloeden uit de noise- en hardcore-scene (‘Rollins power sauce’). Verder zijn er wat live-fragmenten en enkele songs die enkel bestaan uit gesproken stukken tekst (‘Dead wild cat’). Na een tijdje rekt Beck het wat uit, waardoor het een ietwat lange luisterbeurt wordt. (Kobe)

‘Pink noise’ is een opener met inderdaad lawaai en bleeps en bloops. Op ‘Stereopathic soulmanure’ hoor je weer veel vreemde gesproken samples die in elkaar overgaan: over betrapt worden in een ruimteschip, over Bigfoot die burrito’s eet of over Pacman spelen in 1945. Hier en daar valt er een fragment schizofrene noise tussen de folk en de country. Veel van de teksten gaan over alledaagse dingen, ik krijg er een soort van Woody Guthrie-vibe van. Behalve van ‘Satan gave me a taco’ dan, die laat ik aan jullie over. ‘Stereopathic soulmanure’ is opnieuw een heel lofi album. Soms passeren er een soort van zware sludge-stukken, bijvoorbeeld op ‘Pink noise’ en ‘Rollins power sauce’. Misschien is die laatste wel een verwijzing naar Henry Rollins van Black Flag? Ik ben nu drie albums ver en redelijk geïntrigeerd door Beck. (Laurens)

Mellow gold (1994)

Dit is Becks eerste project bij een groot platenlabel en dat valt meteen op: de songs hebben refreinen en strofes (ik dacht al even dat deze woorden niet in Becks vocabulaire stonden) en klinken veel completer. ‘Soul suckin jerk’ kon perfect op ‘Paul’s boutique’ van de Beastie Boys staan en George Harrison zou wel pap hebben gelust van het psychedelische ‘Steal my body home’. We zijn op de goede weg! (Kobe)

Openen doen we met de wereldschijf ‘Loser’: triphop drums, vreemde gitaarlijn en de beste lyrics ooit. Nooit geweten dat er “Soy un perdedor” gezongen werd, al kan ik niet zeggen dat ik het Portugees beheers (Google Translate beheers ik wel). Hoewel ‘Mellow gold’ volgens de liner notes opgenomen is met een fourtrack, klinkt het album veel minder in elkaar geknutseld dan de vorige drie. Het is muzikaal erg eclectisch: je hoort folk, country, rock, en vaak een soort van triphop vibe. Soms lijkt het alsof Beck zijn woorden door een online word generator heeft gehaald. Daarmee bedoel ik niet dat ze slecht zijn – ze zijn heel vindingrijk – maar het is moeilijk te geloven dat iemand zo creatief kan omgaan met woorden. (Laurens)

One foot in the grave (1994)

Beck gaat terug naar zijn roots en maakt weer een folk-album! Deze keer bewijst hij dat hij een getalenteerde songwriter is; de songs gaan vooral over (onbeantwoorde) liefde (‘Girl dreams’) en over het alledaagse, banale leven als adolescent (‘Outcome’). Soms wat monotoon, maar Beck maakt stappen vooruit. (Kobe)

‘One foot in the grave’ is mee geproduceerd en geschreven door Calvin Johnson van het fantastische Beat Happening, de kings & queens van de lofi. Het album is voornamelijk weer akoestisch met een simpel en rauw geluid en een cynisch kantje. Geen geluidscollages maar wel conventionele songstructuren. Beck schrijft hier moeiteloos een plaat met verschillende fantastische nummers aan elkaar, bv. ‘Asshole’, ‘Forcefield’, ‘Painted eyelids’ en het doodeerlijke ‘It’s all in your mind’. Er staan bijna alleen maar goed geschreven nummers op dit album – en dan moet je weten dat Beck hier 24 was. Het werkt verfrissend om een artiest met zoveel talent te horen die zichzelf (althans hier) niet te serieus neemt. De nummers lijken enkel voor Beck zelf geschreven, een pad dat zeker niet alle artiesten kunnen aanhouden. Mijn favoriet tot nu toe. (Laurens)

Odelay (1996)

Op dit album komt Becks creativiteit tot zijn recht; er is inspiratie uit de hiphop-scene (‘High 5…’), uit Arabische muziek (‘Derelict’) en ‘Minus’ lijkt op een nummer van Pixies. Kortom, alles wat Beck zo geniaal maakt op één album! Een blijvertje… (Kobe)

Becks meest succesvolle album opent met de hit ‘Devil’s haircut’. ‘Odelay’ is een plaat die ik al een aantal keer beluisterd heb, tijd om dus nog eens te luisteren. Beck werkt hier met de producers The Dust Brothers die al een samenwerking met o.a. Beastie Boys op hun kerfstok hebben: je hoort hierdoor in de percussie duidelijk de crossover naar hiphop. De grappige en rare teksten zijn gebleven, de lofi productie en de geluidssketches heeft Beck hier overboord gegooid. Alles is deftig opgenomen en proper gemixt. Mijn favorieten zijn de rustige nummers ‘Jack-ass’ en ‘Ramshackle’. Ik hoor een combinatie van folk (akoestische gitaren), rock (elektrische gitaren), hiphop (de percussie), bossanova, funk en ongetwijfeld nog genres die ik niet meteen uit het album kan ontleden. ‘Odelay’ is muzikaal een super eclectisch album en werd wereldwijd fantastisch onthaald maar het kan voor mij persoonlijk niet tippen aan de rauwe lofi topvorm van ‘One foot in the grave’. (Laurens)

Mutations (1998)

Naar mijn mening is ‘Mutations’ te gepolijst. Het klinkt als een doordeweeks folk-album en het resultaat is veel te braaf. Alleen ‘Diamond bollocks’ klinkt als de oude Beck, die ik trouwens wat begin te missen op dit album. (Kobe)

De luchtige synths in de opener ‘Cold brains’ doen me meteen denken aan de Franse touch-pioniers Air (pun of geen pun?). ‘Mutations’ is een rustiger album dan ‘Odelay’ met minder rock-invloeden, het is eerder downtempo met strijkers en synths. De productie is ook veel minder in your face dan bij ‘Odelay’. Hoewel ‘Mutations’ goed onthaald werd en zelfs een Grammy won voor Best Alternative Album, ben ik er geen fan van. De nummers zijn er niet beter op geworden en ik hoor eigenlijk vooral toeters en bellen. Een lichtpunt is het trippelende ‘Tropicalia’ waar Beck op zijn eigen unieke manier commentaar geeft op all-in toeristen. (Laurens)

Midnite vultures (1999)

‘Midnite vultures’ is een ode aan pop van de jaren 80 en dat brengt voor- en nadelen met zich mee. Aan de ene kant ontstaan er fantastische songs op, zoals ‘Mixed bizness’ en het Prince-achtige ‘Peaches & cream’. Anderzijds voelt het album te druk aan en probeert het meer te zijn dan dat het eigenlijk is. Ik kan begrijpen waarom mensen dit een goed album vinden, maar het is gewoon niks voor mij. (Kobe)

‘Midnite vultures’ klinkt flashy, kitscherig en is erg dansbaar; eigenlijk wat je verwacht als je naar de albumhoes kijkt. Redelijk goed of verschrikkelijk slecht: ik ben er nog niet helemaal uit en dat is ook niet erg. Door Beck zijn ironische persoonlijkheid kan ik moeilijk inschatten hoeveel procent van dit album ik serieus moet nemen. ‘Midnite vultures’ is in ieder geval interessanter dan voorganger ‘Mutations’. Hoogtepunt is de uiterst melige en o zo mooie afsluiter ‘Debra’ – ‘Sexual healing’ op zijn Becks. (Laurens)

Sea change (2002)

Dit album is simpelweg fantastisch. Beck had net een relatiebreuk achter de rug en dat is te horen op dit album; de nummers zijn intiemer, serieuzer en completer dan ooit. Het crescendo van het prachtige ‘Lonesome tears’ doet me denken aan dat van ‘A day in the life’ en afsluiter ‘Side of the road’ lijkt op een nummer van Nick Drake. Warm aanbevolen! (Kobe)

‘Sea change’ neemt je meteen beet door de openers ‘The golden age’ en ‘Paper tiger’. Tijd voor wat introspectie en depressie: Beck gooit zijn ziel hier bloot na een stukgelopen relatie van negen jaar. Het album is redelijk kaalgestript met akoestische gitaren, een basgitaar als steunpunt, synthesizers en heel veel melancholische en prominente Balthazar-achtige strijkers. De teksten zijn tegenover zijn vorige albums minder verhalend maar meer een rechtstreekse bundeling van zijn emoties. ‘Sea change’ is een heel mooi, puur album zonder veel poespas. Vier sterren en een stoffen zakdoek wat mij betreft. (Laurens)

Guero (2005)

Van ‘Guero’ blijven vooral ‘Qué onda guero’, ‘Hell yes’ , ‘Broken drum’ en ‘Farewell ride’ hangen. Ik vind het zeker geen slecht album, alleen mochten de nummers iets meer samenhangen en wat gevarieerder klinken. (Kobe)

Drie jaar na ‘Sea change’ lijkt Beck zijn hart gelukkig weer gelijmd. ‘Guero’ is een heel eclectisch (en meer uptempo) album in de lijn van ‘Odelay’, al voelt het voor mij wel als een light-versie. Je hoort rock, hiphop (The Dust Brothers zijn er weer), bossanova en nog verschillende zijpaden. Ik ben vooral fan van de eerste helft van het album door nummers als ‘E-Pro’, ‘Girl’, ‘Earthquake weather’. Beck is een ongelofelijk creatieve ziel en geniaal in nummers schrijven maar een groot stuk van zijn nummers pakken mij emotioneel niet echt vast, toch een belangrijke eigenschap van muziek. Zijn vorig album ‘Sea change’ is één van de weinige waar dat bijna een volledig album gelukt is. Aangenaam album maar niet overweldigend. Op naar ‘The information’! (Laurens)

The information (2006)

‘The information’ is een popalbum met een serieuze hoek af. Enkele van de vele hoogtepunten zijn ‘Elevator music’, ‘Cellphone’s dead’, ‘Dark star’ en ‘1000BPM’, een Beck-nummer dat doet denken aan zijn vroegere albums. Misschien wat te lang naar het einde toe, maar voor de rest is de grenzeloze genremix van ‘The information’ een knap staaltje van vakmanschap. (Kobe)

Op ‘The information’ werkt Beck samen met producer Nigel Godrich (Paul McCartney, R.E.M., Radiohead) dus de overduidelijke hiphop-invloeden van The Dust Brothers zijn niet meer aanwezig. In ‘Strange apparition’ klinkt Beck opeens als Eddie Vedder, gelukkig is dat alweer weg bij het volgende nummer. Het is moeilijk om Becks nieuwe muziek telkens te blijven vergelijken met zijn vorige releases omdat hij nummers soms jaren archiveert in zijn hoofd om ze later opeens uit te brengen. Ik zou zeggen dat ‘The information’ muzikaal een mix is van ‘Odelay’, ‘Sea change’ en ‘Guero’ (volgens de critici ook ‘Mutations’ maar dat was geen goeie ervaring dus die laat ik achterwege). Ook de teksten zijn een mix tussen verschillende albums, van cryptisch tot openhartig.

Modern guilt (2008)

Geen fan van dit album; dit album is heel (soms iets te veel) gitaargericht in vergelijking met Becks vorige albums, waardoor zijn diversiteit verloren gaat. Ook voelt de productie van dit album heel slordig en leeg aan. Het vet is wat van de soep. (Kobe)

‘Modern guilt’ is heel speciaal opgenomen en gemixt, de mix is precies een gatenkaas en alles zweeft van links naar rechts. Past wat mij betreft perfect bij de sixties invloeden die soms naar boven drijven. Dit album is door zijn lagen en lichte schizofrenie echt een muzikale verademing na ‘The information’. De nummers zijn bijlange niet zo goed als eerder materiaal maar ‘Morning guilt’ klínkt gewoon geweldig. Hoogtepunt: ‘Walls’, mee geschreven door producer Danger Mouse. Niks lijkt bij elkaar te passen maar alles past net perfect bij elkaar: de onderwater drums, de melancholische strijkers en het schijnkunst achtergrondstemmetje. Zit er in ‘Replica’ een sample van ‘Tainted love’? Is Will Toledo van Car Seat Headrest de ghostwriter van ‘Profanity prayers’? Zouden Tom Cruise en Beck elkaar kennen via Scientology? Zoveel vragen, zo weinig antwoorden, fantastisch album. (Laurens)

Morning Phase (2014)

Ik ga het kort houden: ‘Morning phase’ is een tamelijk goed album met voornamelijk folk en begeleidende strijkers op de achtergrond. Alleen komen de meeste songs uit hetzelfde vaatje, waardoor je het na een tijdje wel hebt gehoord. (Kobe)

‘Morning phase’ is weeral een mooi album: zweverig, etherisch en melancholisch met een (soort van) luchtig geluid maar met een zware inhoud. Je hoort een tristesse – mede door de strijkers van vader Campbell – en ook een zekere warmte. Het album klinkt als een soort van coming of age album, ik word er zelf rustig en voldaan van. Elk instrument krijgt ruimte om zijn ding te doen en dat is compleet het tegenovergestelde van het vorige (drukkere) album ‘Modern guilt’. Beck geeft zelf aan dat ‘Morning phase’ een soort van opvolger van het kalme ‘Sea change’ uit 2002 is maar wat mij betreft overtreft hij dat album hier. (Laurens)

Colors (2017)

Ik dacht dat Beck zijn dieptepunten wel had bereikt met albums als ‘Mutations’ en ‘Modern guilt’, maar ‘Colors’ is veruit zijn grootste flop. Het is een album vol met breinloze synthpop die zo geforceerd en leeg voelt dat ik me echt door het album heb moeten sleuren. Meneer Hansen kan veel, maar dit moet hij geen twee keer doen. Nog één album te gaan, dus hopelijk maakt hij daar iets goed van. (Kobe)

Bij Beck weet je nooit wat je gaat krijgen. In dit geval krijg je een energiek en dansbaar album en op ‘Wow’ hoor je zelfs een soort van trap-beat. ‘Colors’ heeft een heel hoge FIFA-soundtrack factor en is voor mij het meest ‘poppy’ album tot nu toe, alles klinkt heel slick en proper. Misschien heeft Beck voor ‘Colors’ wel tegenwind gekregen van sommige diehard fans maar hij laat in ieder geval horen dat hij nog steeds kan vernieuwen, al komt dit vernieuwen af en toe nogal moeilijk overal. Ik ben wel geboeid blijven luisteren. (Laurens)

Hyperspace (2019)

Op Becks laatste album is de rode draad terug synthesizers, maar het voelt al veel minder plastic aan dan zijn voorganger. Hoewel het album enige vooruitgang boekt, kan Beck mij niet bekoren met zijn nieuwe sound; het voelt aan alsof hij mee wil zijn met zijn tijd en zich daarom op de synths stort. (Kobe)

Na een op de klippen gelopen huwelijk van vijftien jaar is ‘Hyperspace’ Beck’s manier om te vluchten van zijn problemen. De teksten op dit album zijn meestal triest dus je kan makkelijk de vergelijking trekken met ‘Sea change’ uit 2002, een album waarop hij zijn vorige stukgelopen relatie bezong. Door de toets van de eeuwig jonge Pharrell Williams krijgt ‘Hyperspace’ een moderne hiphopvibe (niet de gebricoleerde hiphop vanop zijn vroegere albums). Hoewel het album mij bij momenten doet denken aan het popsentiment op ‘Colors’, hoor ik in de gitaarlijn van ‘Saw lightning’ heel duidelijk het nummer ‘Loser’. Dat is voor mij een teken dat zijn trukendoos nog niet leeg is voor de toekomst. (Laurens)

Conclusie

Becks discografie is er een met talloze u-bochten; precies wat ik in gedachten had! Albums als ‘Mellow gold’, ‘Odelay’,’Sea change’ en ‘The information’ ga ik zeker nog eens opnieuw beluisteren. Toch zijn er albums zoals ‘Colors’, ‘Mutations’ en ‘Modern guilt’ waar hij iets totaal nieuws wilt proberen, maar er behoorlijk hard in faalt, maar kijk, you can’t have ‘em all! (Kobe)

Beck is een soort van bodemloze put vol inspiratie. Je weet niet wat er in zijn hoofd zit en je weet dus nooit hoe zijn volgende creatie zal klinken. De eerste platen zijn heel experimenteel maar alleen al voor de teksten en een glimp in zijn vreemde brein compleet de moeite waard. Mijn favoriete albums zijn ’One foot in the grave‘ (1994), ‘Modern guilt’ (2008) en ‘Morning phase’ (2014). Ik had halverwege de vijftien albums (rond ‘Mutations’ (1998) en ‘Midnite vultures’ (1999)) schrik dat ik alles van Beck gehoord had, dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Als je besluit dezelfde tocht te ondernemen dan kom je onderweg folk, country, blues, hiphop, rock, funk, bossanova, rare samples, ontstemde gitaren en nog vanalles tegen. Ik ben geen fan van alle zijpaadjes die kameleon Beck neemt maar ik zou het wel opnieuw doen (alleen niet meer op vijf dagen tijd om mijn geestelijke gezondheid te bewaken). (Laurens)