Punch, Brothers, Punch: 23.11 – de tien beste nummers van de voorbije week

door Thomas Konings

Mark Twain had af en toe last van een oorwurm. Eén daarvan was zo hardnekkig dat hij er zijn kortverhaal ‘Punch, Brothers, Punch!’ over schreef. Pas nadat hij iemand anders met de melodie aanstak, kon hij zich terug toeleggen op zijn literaire carrière.

Ook Indiestyle deelt weleens de zorgen van Twain. Elke week laten we je kennismaken met nieuwe songs uit onze virtuele platenbakken die onze concentratie wegrukten van de soep op het vuur en die lonkende deadline. Hoog tijd dus om andere muziekliefhebbers met de last van deze vliegensvlug besmettelijke deuntjes op te zadelen.

Beyoncé – 7/11

Bijna een jaar na het fenomenale ‘Beyoncé’ is Queen B daar weer met nieuw materiaal. Het is jammer dat de (natuurlijk wel geweldige) clip van ‘7/11’ de aandacht wat afleidt van de essentie: een verdomd aanstekelijke song. Waar werk van die self-titled langspeler vaak imposant overkwam, voelt deze single minder groots en heeft het alle trekken van een pittig tussendoortje. Een subtiele trapbeat vuurt het liedje aan, maar het is vooral Bey zelf die de aandacht grijpt. (TK)

Belle and Sebastian – The party line

Een feest is geen feest als Belle and Sebastian niet zijn geweest. Waar de Schotse conservatoriumstudenten in het verleden veelal uitblonken door ietwat arty doch steeds lekker in het gehoor liggende meezingers, trekken ze op deze gloednieuwe song resoluut de kaart van de dansvloer. Haal je gekste pakje van onder het naar overjaarse patchoeli geurende stof en laat je gaan. Op 19 januari brengt de groep een nieuw album uit. De titel ‘Girls in peacetime want to dance’ belooft alvast meer van hetzelfde. (BS)

Colleen Green – Pay attention

Colleen Green leerden we kennen als voorprogramma van EMA. Op dat moment moesten we niet eens stiekem lachen met haar eenvoudige teksten, maar eerlijk gezegd zijn ze verdomd catchy. Dit eerste liedje uit ‘I want to grow up’  kreeg van hetzelfde laken een pak, inclusief suikerige vocals en fuzzgitaren. Het eerste studio album van de Amerikaanse komt eraan in februari, via Sub Pop en Hardly Art, dus how bad can it be, really? (TD)

Made In Heights – Panther

Voorgaande single ‘Ghosts’ maakt ons al dolenthousiast voor een in 2015 te verschijnen album van Made In Heights. Tweede voorsmaakje ‘Panther’ heeft dat gevoel alleen maar nog meer aangewakkerd. Het is een gezellig, soulvol nummertje, zoals ook Rhye ze graag maakt. Een zachte cello voorziet het geheel van een extra dosis warmte. (AS)

Travis Bretzer – Promises

Hoewel Travis Bretzer met deze single niet aan zijn proefstuk toe is, heeft de man nog niet zoveel likers op Smoelenboek en volgers op Tsjilper. Daar zou binnenkort weleens verandering in kunnen komen, want de vooruitgeschoven single ‘Promises’ kan de vergelijking met het betere werk van Mac DeMarco doorstaan. En Bretzer is gemakkelijker te schrijven, altijd mooi meegenomen voor luie journalisten met een kater. (BS)

Nils Bech – Jealousy

Nils Bech, de kans dat je ooit van de artiest gehoord hebt, is eerder klein. De kans dat je na ‘Jealousy’ zijn naam voor altijd zal onthouden, is dan weer nogal groot. Het nummer valt immers op door de magistrale theatraliteit en dan vooral de ongelooflijk hoge zang die bij dit artpop-pareltje hoort. (TK)

Jacques Greene – After life after party

Jacques Greene is een meer dan graag geziene gast op Indiestyle HQ. Met het sublieme ‘1 4 me’ verscheen de producer onlangs al eens in onze Punch, Brothers, Punch; deze week doet de Canadees dat koude kunstje nog een keer over met het titelnummer van een net verschenen ep. ‘After life after party’ is vooral een aanslag op je benen, maar vergeet tegelijkertijd hoofd en hart niet te beroeren. (TK)

Oceaán – Candour

Oceaán doet al een tijdje dingen waarmee andere innovatievere artiesten al successen scoorden, maar weet af en toe met een minder origineel stukje muziek toch te boeien. Bijvoorbeeld met ‘Candour’, waarvoor de mosterd duidelijk gehaald werd bij Jai Paul. Fijn is hier vooral de zang van de Brits-Belgische artiest, al kunnen we de kleurrijke kronkels in de sound ook erg smaken. (TK)

Leo Kalyan – Stranger

Het gebeurt lang niet elke dag dat we gecharmeerd worden door een indie-r&b-zanger. Leo Kalyan wist echter wel te versieren met het nieuwe ‘Stranger’. De productie ligt hier niet al te ver van Oceaán zijn ‘Candour’ en doet dankzij het speelse geluid ook denken aan Jai Paul. Zijn invloed blijft natuurlijk gigantisch. Verder heeft Kalyan in de vorm van zijn zoete stem een element dat het nummer makkelijk verteerbaar en verslavend maakt. (TK)

Tobias Jesso Jr. – Hollywood

Hoewel een singer-songwriter met kale sound en beperkte middelen zelden nog weet te overtuigen, kan Tobias Jesso Jr. ons wel met zijn muziek verleiden. Deze Canadees bulkt dan ook van het talent, van de ideeën en van de verhalen. ‘Hollywood’ is een instant klassieker, verstilde pracht die naar het einde helemaal mag openbloeien. Tobias wordt een grote, dat staat vast. (TK)