Interview The Pharmacy: we zweren bij een DIY-aanpak

door Pieter Malliet

De geïnspireerde garagerockers van The Pharmacy sluiten hun jaar af met een goedgevulde tour door Europa. Dat ze onderweg in Duitsland van hun spaarzame vrije tijd gebruik maken om halsoverkop de studio in te duiken, verrast ons slechts matig. Het blijkt namelijk helemaal in hun muzikale filosofie te passen, zoals we van hen zelf vernamen. We waren er immers bij in Luik waar zanger-gitarist Scott Yoder en drummer Brendhan Bowers een erg goede livebeurt maakten in Le Garage, waarna we het duo wisten te strikken voor een kort gesprek. Vermits keyboardspeler Stefan Rubicz in geen velden of wegen te bespeuren viel, begonnen we met ons luidop af te vragen waar de rest van de band gebleven was.

Bowers: Aaron Khawaja speelt live geregeld mee op bas, maar hij is geen vast groepslid.
Yoder: Al doel je waarschijnlijk eerder op onze toetsenman. Hij vliegt morgen pas over. Momenteel verblijft hij nog op Hawaii bij de familie van zijn vriendin, die er het vroegere huis van Elvis bezit. Het was al langer zo gepland dat Stefan daar voor anderhalve week naartoe zou trekken. Vandaar dat we de eerste twee concerten uit de reeks onder ons beiden afwerken.
Bowers: Vorige tour miste hij zelfs vier optredens omdat hij zowaar zijn pols brak door van een veranda te vallen.
Yoder: Nu heeft hij dus een beter excuus.

Indiestyle: Als we de releases van The Pharmacy bekijken, krijgen we de indruk dat jullie heel intuïtief te werk gaan. Schijnbaar zonder al te veel overleg laten jullie platen op de wereld los wanneer je daar zelf zin in hebt.
Yoder: We zweren bij een DIY-aanpak. Voor ons is het een natuurlijke benadering van muziek om zoveel als we kunnen zelf te doen.
Bowers: We willen in de mate van het mogelijke de controle behouden, met slechts beperkte inmenging van buitenaf. We hebben geen manager en tot vorig jaar boekten we ook al onze optredens zelf. Scottie en ik spelen zowat twaalf jaar samen in een band, en voordat alles volledig via het internet verliep, plozen we eigenhandig fanzines uit en belden we druk in het rond om aan optredens te geraken.
Yoder: Of we trokken bijvoorbeeld naar één of ander groezelig café ergens diep in de bossen van Oregon met de vraag of we daar mochten spelen. Wat trouwens het uitbrengen van albums betreft, kan het voor ons niet snel genoeg gaan. We brengen zoveel mogelijk op de markt. We houden daarenboven bijna altijd wat achter de hand. Ook nu hebben we een hele nieuwe langspeler klaar, die we ruim een jaar geleden hebben opgenomen.

Indiestyle: Het recente ‘Trouble maker’ kwam voor ons behoorlijk onverwacht uit de lucht vallen.
Bowers: Ik weet niet eens meer welke songs daar nu weer precies op staan.
Yoder: Dat is slechts een tussendoortje met vier nummers die we wel bij elkaar vonden passen.
Bowers: We beschikken ook niet over de middelen om die uit te brengen zoals we zouden willen. We hadden hier graag een tastbare 7inch van gehad in plaats van enkel een digitale release.

Indiestyle: Jullie videoclips stralen eveneens een homevideo-gevoel uit.
Yoder: Het zijn ook letterlijk homemovies.
Bowers: We schieten alle beelden zelf, maar dan ouderwets op 16mm.

Indiestyle: En het resultaat is doorgaans eerder provocatief.
Bowers: Ik heb als tiener veel naar low budget films gekeken, dikwijls horror maar ook dingen als ‘Sgt. Kabukiman Nypd’ of het vroegere werk van Peter Jackson zoals onder andere ‘Bad Taste’. Die invloeden kan je zeker terugvinden. Meestal werken we niet met een welomlijnd script; we nemen onze camera en trekken een paar uur of maximum een dag uit om te filmen. Soms laten we ons ook gewoon leiden door de inspiratie van het moment. De clip van ‘Ripped Weeds’ is middenin een tour tot stand gekomen. Toen we op een dag door de woestijn reden, hebben we ons gewoon langs de kant van de weg gezet om wat beelden op te nemen.
Yoder: We dagen trouwens niet opzettelijk uit, al denken mensen dat soms. Het zal wel aan een gezamenlijke kronkel in onze hersenen liggen. Het gebeurt immers allemaal heel spontaan, zowat op dezelfde wijze als ook onze muziek ontstaat.

Een stad is geen goede plaats om drugs te nemen. Daarvoor moet je eigenlijk middenin de natuur zitten.

Indiestyle: Maar we mogen uit voornoemde video dus niet zomaar afleiden dat jullie geregeld een dorre zandvlakte intrekken om een flinke dosis peyote naar binnen te werken?
Yoder: Dat is totnogtoe niet voorgevallen.
Bowers: We hebben al wel vreemde stuff binnengespeeld. In New Orleans op een snikhete dag met hele zwermen gonzende vliegen rondom mij slikte ik ooit synthetische peyote. Dat was een verschrikkelijke ervaring.
Yoder: Een stad is geen goede plaats om drugs te nemen. Daarvoor moet je eigenlijk middenin de natuur zitten.

Indiestyle: Los daarvan hebben jullie wel iets met New Orleans.
Yoder: We hebben altijd veel van die stad gehouden. Hoe vaker we er op tour langs kwamen, hoe beter we er ons begonnen te voelen.
Bowers: We passeerden daar in 2008 met Halloween dat traditioneel erg uitbundig gevierd wordt en in dezelfde week won Obama ook nog eens de verkiezingen, wat bij de plaatselijke bevolking helemaal voor een euforische feeststemming zorgde.
Yoder: Dat alles bij elkaar maakte het voor ons een echt geweldige belevenis, en we wisten toen eigenlijk al dat we later voor een langere tijd zouden terug keren. Ik denk niet dat we ooit een definitieve verhuis hebben overwogen maar voor een beperkte periode wilden we de stad wel eens helemaal ondergaan.
Bowers: Op een dag hebben we dan al onze apparatuur ingeladen en zijn we weer naar New Orleans getrokken met niet meer dan een vaag plan om een album te maken. We huurden een appartement voor de band en gingen op zoek naar werk. Scottie en ik gingen onder andere aan de slag als schilders.
Yoder: We namen allemaal vreemde jobs aan, ik denk dat Stefan er wel vier verschillende deed. Op een bepaald moment was Brendhan ober in een erg chique restaurant waarvoor hij een stropdas en pitteleer aan moest, terwijl Stefan en ik afwasten in een tent waar de kakkerlakken letterlijk van het plafond vielen. Doorlopend nodigden we ook vrienden uit van over heel Amerika, wat leidde tot een bonte stoet van komen en gaan. Dat konden zowel kennissen uit Seattle zijn als strippers uit New York.
Bowers: We hebben ons alleszins goed geamuseerd en aan het eind van de rit hadden we in onze huurwoning daarbovenop nog eens de ‘Weekend’ lp helemaal afgewerkt. Die hele episode symboliseert wel ergens onze manier van werken.

Indiestyle: Voelen jullie nog een soort verbondenheid met de vorige generatie Seattle bands?
Yoder: Uiteraard luisterden we naar hun muziek toen we opgroeiden. We zijn trouwens alle drie afkomstig van een heel klein eiland voor de kust van Seattle. Eén van onze favoriete groepen was The Fastbacks, en ondertussen zijn we erg goed bevriend geraakt met hun frontman Kurt Bloch. Hij zit al in groepen sinds de jaren 70 en is dus een pak ouder dan ons, maar hij komt nog altijd kijken naar kleinere lokale concerten van bands waar hij op zich niets mee te maken heeft. Hij is onze grootste connectie met de oudere Seattle generatie.
Bowers: En een belangrijke inspiratiebron. In wezen doet hij nog altijd hetzelfde als vroeger.

Indiestyle: Kan je momenteel spreken van een nieuwe scene?
Yoder: Er zijn er ontelbaar veel.
Bowers: Iedereen in Seattle zit wel in een band. Na een tijdje wordt dat saai. Je voelt je zowat iedere avond verplicht om naar een optreden van een kameraad te gaan kijken.
Yoder: In een bepaald opzicht was dat ook een reden om naar New Orleans te gaan. In Seattle zijn ongeveer alle mensen van onze leeftijd met gelijkaardige dingen bezig. New Orleans verschafte ons een nieuw perspectief; er is meer geschiedenis bij betrokken en meer echt plezier bij de muziekbeleving. Je voelt je daar niet gedwongen ergens naartoe gaan om deel uit te maken van een scene of om kennissen tevreden te houden.

Indiestyle: Hoewel we The Pharmacy graag bij de hardst werkende bands in omloop onderbrengen, lijkt die term toch niet helemaal adequaat, vermits het ons lijkt of jullie het allemaal niet als werk beschouwen.
Yoder: Dat is moeilijk om te zeggen.
Bowers: Soms toch wel. Je probeert de hele tijd te evolueren en een groter publiek aan te spreken. Ik vind dat we nog niet de plaats bekleden die we verdienen. Vroeger toerden we zeven maanden per jaar, en dat is altijd de moeite waard geweest als avontuur. Volgens mij bereikten we alles wat in een band zitten betekent, behalve dan financiële stabiliteit, en dat is toch waar de meeste groepen naar streven.
Yoder: Materieel gezien ligt onze levensstandaard erg laag, en we genieten ervan onderweg te zijn en muziek te spelen zoveel we kunnen, zolang we er tenminste een uitdaging in vinden.
Bowers: We raken constant geïnspireerd door nieuwe dingen en daardoor gaan we ononderbroken vooruit als groep. Het is niet zo dat we heel de tijd hetzelfde truukje opvoeren.
Yoder: We proberen dingen muzikaal vanuit verschillende invalshoeken te benaderen, dat is de hoofdzaak. Terwijl het financiële aspect het domein is van de manager die we niet hebben, ligt onze focus volledig op het artistieke. In dat opzicht zitten we op een trein die constant nieuwe horizonten verkent.

Indiestyle: Ervaren jullie, tenslotte, een groot verschil tussen optreden in Europa en in Amerika?
Yoder: Je kan spelen in Amerika vergelijken met spelen in Londen. Je treedt dan op voor een publiek dat constant gebombardeerd wordt met een enorme hoeveelheid nieuwe muziek, en dat stompt je onvermijdelijk wat af als luisteraar.
Bowers: Daarom spelen we graag op kleinere plaatsen in Europa waar mensen het echt appreciëren.
Yoder: De grootte van de zaal maakt eigenlijk niet zoveel uit, maar hier kan je echt een band creëren met het publiek.

The Pharmacy Facebook