We treffen in het AB Salon zanger Philip Bosschaerts en bassiste Lies Lorquet van Mintzkov aan. Het was al even geleden dat we nog iets van de Lierse rockband gehoord hadden. Wat toch enigszins kenmerkend is. “Het zijn geen veelschrijvers bij Mintzkov, maar als ze met nieuw werk naar buiten komen, dan staat het er wel”, schreven we in 2013 na de release van vorige album ‘Sky hits ground’.
Met de nieuwe plaat ‘Oh paradise’ laat de band alleszins weten dat ze nog leven. We vroegen ons af wat de groep de afgelopen zeven jaar uitgestoken had. “De vorige plaat hebben we twee jaar lang live gespeeld. Daarna moesten we even op adem komen. We hebben heel lang met vijf samengewerkt, hebben goede dingen gedaan en toen we terug begonnen, bleken we nog maar met drie te zijn. We zijn dan begonnen met schrijven en try-outen. We moesten oude nummers uitproberen als trio en de nieuwe nummers presenteren aan een publiek. Daarna moesten we nog in de studio duiken en dan was het plots 2020. Bij ons is er een verschil tussen een periode waarin we nummers schrijven en een periode waarin we optreden. Dan zijn we druk bezig met de set in elkaar te steken. We kunnen niet echt twee dingen tegelijk. Het is het éne of het andere.”
Toch kan het niet anders dat er het één en het ander verandert in zo’n lange tijdspanne. Het valt best te geloven dat het Mintzkov-dna behouden blijft, maar ‘Oh paradise’ kwam toch op een andere manier tot stand. “De vorige twee platen hebben we zelf geproducet. Er zit natuurlijk een evolutie in. Er is een basis die altijd zal doorgetrokken worden maar op het nieuwe album staan er meer spontane arrangementen. Er staan gitaarsolo’s op die in de studio zijn uitgevonden. Op een rare manier staan er ook meer fouten op het album. Dan bedoel ik zaken die we er vroeger uitgehaald zouden hebben. Gitaarpartijen die scheef zitten, bijvoorbeeld. Ik vind het een heel levendige plaat. Lies had een bas-overdub opgenomen en in de mix heeft Staf (Verbeeck, nvdr) die op een andere plek gezet. Dat zouden wij vroeger nooit hebben toegelaten.“
“We hebben experimenten opgenomen waar ik niet per sé overtuigd van was, maar die we toch opgestuurd hebben naar de mixer. Je krijgt dan meteen een nieuwe invalshoek. Dit is de eerste plaat waar we met een externe mixer hebben gewerkt. Normaal was dat iemand die de opnames had meegemaakt. Dan neem je exact op wat je van plan bent om te mixen. In die tijd zeiden we: “Neem die gitaar op die manier op, dan verwerk ik die op de plaat.” Nu hebben we die twee werelden gescheiden, waardoor Staf zich kon uitleven.”
De nummers ‘Distance to mars’, ‘Odyssey’, ‘Big bang’ en ‘Horizon’ impliceren allemaal een astronomische thematiek. Philip verzekert ons dat hij niet per sé een aspiratie voor het astronautenleven heeft. “Ik heb qua songwriting alles zijn beloop laten gaan en ik merkte dat veel van die beelden terugkwamen. Ik schreef impulsief en dat is iets dat vroeger een worsteling was. Ik besef nu dat een songtekst maar een songtekst is, en geen roman. Ik kan het relativeren. Ik vind het vooral belangrijk dat er goede, abstracte beelden in de lyrics zitten. Ik hoef bij andere artiesten niet altijd te begrijpen waar ze het over hebben. Ik begrijp niet waar Pixies over zingen, maar ze zijn wel een groot voorbeeld voor mij. Nick Cave ook trouwens. Zijn laatste albums zijn grappig en fragmentarisch tegelijkertijd. Je kan ze niet altijd thuisbrengen, maar dat maakte ze zo goed.”
In een interview na het vorige album vertelde bassiste Lies dat ze eigenlijk niet graag zingt. Toch neemt ze op het nieuwe album met ‘Unlike the sun’ een volledig nummer voor haar rekening. “In essentie ben ik heel lui en kan ik mij moeilijk focussen. Ik speel nog steeds veel liever basgitaar. Dat is echt hetgeen dat ik het liefste doe als we moeten repeteren of optreden. Zingen is minder natuurlijk voor mij. Ik doe dat niet tegen mijn goesting, maar ik heb niet de drive om daarmee uit te pakken. Als je veel gaat zingen, moet je ook teksten schrijven en dat is echt niet aan mij besteed. Philip doet dat keigoed. Ik heb dat één keer gedaan voor deze plaat, maar ik ben niet van plan om dat nog vaker te doen.”
“I’m a plastic bag in a dolphin’s lung” klinkt het in de tekst van het afsluitende titelnummer. Zit er een ecologische boodschap in de song vervat? “Jazeker, wij springen mee op die kar (lacht). Neen, als ik een nummer maak dan vertrekt het altijd vanuit de melodie en de klank. In het begin heb je geen tekst en brabbel je maar wat. Toen schreef ik “I’m a plastic bag, dancing in the wind” en ik vond het heel sprekend. Het was een beetje raar, het klonk weer een beetje zoals Pixies. Ik zong dat nummer op repetitie en Min Chul (Van Steenkiste, de drummer, nvdr) sprong bijna tegen het plafond en zei “Ja, dat is hem! Dat is de beste tekst ooit!” Hij zegt iedere keer dat we repeteren dat die tekst keigoed is. Het is een beetje zijn schuld dat het er nog in zit. Ik durfde het niet meer veranderen. Ik heb nog nooit zo’n soort tekst gebruikt, het is een nieuw spoor dat ik heb gevonden. Ik kan in de toekomst op die manier misschien meer onderwerpen openbreken.
De band ziet het echter niet als een statement. “We zijn allemaal voor meer ecologisch bewustzijn, maar het is niet per sé een standpunt. Het is leuk dat het actueel is en dat het dat binnen tien jaar ook nog kan zijn. Ik probeer iets universeel of tijdloos te schrijven, maar dat is altijd relatief. Sommige teksten zijn zo sterk dat ze sowieso overleven, ongeacht in welk tijdsgewricht ze tot leven zijn gewekt. Ik heb een bepaalde manier van schrijven waarbij mensen worden uitgenodigd om hun eigen interpretatie te maken. Het is een oefening die ik mijzelf opleg. Er komt gewoon iets in mij op en ik ga erop verder.”
In mei stelt Mintzkov haar nieuwe plaat voor in Antwerpen (Trix, 16.05) en in Brussel (een uitverkochte Ancienne Belgique, 17.05). Op zaterdag 27 juni zal de band ook te zien zijn op het gratis festival Grensrock in Menen.