Op een schijnbaar eclectische concertavond hadden Flying Horseman, Julia Holter en Ariel Pink één ding gemeen: ze kleurden allemaal met veel overtuiging buiten de lijntjes van wat hen verwacht werd.
Te beginnen bij Flying Horseman, dat in openlucht een thuismatch speelde en kon rekenen op heel wat bijval van collega-muzikanten in het publiek. De band rond Bert Dockx bracht eerder dit jaar het bezwerende ‘Rooms / ruins’ uit, maar het zwaartepunt van de show lag halverwege toch op voorganger ‘Night is long’. Die nummers verdragen doorgaans zelfs het zachte avondlicht slecht, al deed de band z’n uiterste band om alles zo strak en beklemmend te maken dat je niet anders kon dan meedeinen op de groove. “I like to gut a bird and drink some blood” klonk het in het titelnummer, en daar keek niemand nog van op. Een optreden dat bol stond van de spanning, en waarin Dockx’ zich bij momenten helemaal uitleefde, van de funky finale van ‘Private isle’ tot de climax van afsluiter ‘Money’.
Een aantal kleine primeurs in Antwerpen, want Julia Holter bracht enkele nieuwe nummers voor het eerst. Of er nog dit jaar een nieuw album komt weten we niet, maar de Amerikaanse heeft haar barokke pop duidelijk nog verder verfijnd. Zijdelings vertelde ze dat ze ooit in de band van Ariel Pink had gespeeld, en dat de nieuwe show écht de moeite is. Tussen al het vooruitlopen door ramde ze soms schijnbaar willekeurig op haar toetsen, terwijl rond haar een viool, contrabas, trompet en zelfs even een doedelzak weerklonken. Zelf zong ze lachend, met haar blik op de boomkruinen gericht. “Thank god for the forest” zuchtte ze terwijl ze de partituren van haar nieuwe nummers door elkaar haalde. Ook in de nummers werd er heel wat geëxperimenteerd, en het is waanzinnig wat voor een geluid er uit zo’n fijne verschijning kan komen. Als een Enya in de hakselaar klotste ze gracieus doorheen haar set, en ze kreeg daarbij zelfs versterking van de krekels in het omliggende park. Haar glas witte wijn liet ze een hele show onaangeroerd, in tegenstelling tot ons.
Wie op basis van de zeemzoete pop van recentste plaat ‘Dedicated to Bobby Jameson’ naar het Rivierenhof was afgezakt, fronste waarschijnlijk meermaals de wenkbrauwen. Live is Ariel Pink altijd een belevenis, maar gisterenavond wisselde hij zo vaak tussen stijlen, persona’s en gemoedstoestanden dat je al je aandacht bij de show moest houden. Wie dat deed, beleefde een geweldig amusant concert.
Ariel Pink is dezer dagen half crooner en half heartland rocker, een pose die Alex Cameron evenmin windeieren legde. Links van hem vocht voormalig Germs-drummer Don Bolles wild gesticulerend voor zijn portie aandacht, en dankzij kronkelende danspasjes en een snerpend falset was het voor de achterste rijen niet helemaal duidelijk of er nu een zanger of zangeres stond. Pink zelf beperkte zich voor de setlist tot zijn soloplaten en liet nummers van Haunted Graffiti links liggen. Geen erg, want zelfs zijn soloplaten zijn divers genoeg om te schakelen tussen plakkerige pop, synthrock en punk.
Tussendoor kregen we walvisgeluiden, kwakende eendjes en Pinks beste dansmoves te zien, met als vroege hoogtepunt ‘Time to live’. “We’re just getting started” grijnsde hij alvorens de gitaren open te draaien voor ‘Riddle me this’ en ‘Revenge of the iceman’. En zo raasde hij vooruit, om even halt te houden bij z’n cover van ‘Baby’ – van Donnie en Joe Emerson, niet van Bieber. Pink heeft de gave om heerlijke melodieën te bedenken, die met een bijl te lijf te gaan en toch een geweldig nummer over te houden. Dat kwam live nog meer tot z’n recht. Zelfs de krekels werden er stil van.
In het OLT Rivierenhof kan je binnenkort nog Jeff Tweedy (04.09), Absynthe Minded (07.09) en David Crosby (08.09) aan het werk zien. Een volledig overzicht en tickets vind je op de website van de zaal.
Flying Horseman speelt dit najaar een uitgebreide clubtournee. Zaterdag 15 december staan ze opnieuw in Antwerpen, ditmaal in De Studio (info & tickets). Frontman Bert Dockx trekt ook doorheen het land met zijn nieuwe soloplaat ‘Transit’ en met Dans Dans.