Black Midi speelt met zichtbaar plezier in Botanique

door Ewout Pollaris

Black Midi maakte in 2019 bekendheid met hun debuutplaat ‘Schlagenheim‘. De Londense band zorgde met hun tegendraadsheid en moeilijk te verteren muziek voor een tegenbeweging tegen de indie en post-punk die door invloeden van pop met momenten te hapklaar was. Ze fungeren dan ook als één van de fundamenten van de post-brexit post-punk stroom die een frisse wind doet waaien binnen het alternatieve muzieklandschap. Met hun tweede album ‘Cavalcade’ onder de arm hield het vijftal halt in Botanique. Al verplichtten de recente coronamaatregelen wel dat hun show verspreid werd over twee avonden en dat het publiek al zittend plaats moest nemen.

O. mocht het publiek opwarmen. Het duo bestond uit een saxofonist en een drumster. Ze brachten een voorproefje bestaande uit noisey free jazz die hier en daar deed denken aan Midi’s laatste album. Al deed het des te meer uitkijken naar de grommende gitaren die er aan zaten te komen.

Iets voor de klok weerklok Jeff Wayne’s iconische ‘The eve of war‘ door de speakers van de Orangerie. Niet geheel ontoevallig was het diezelfde Wayne die Black hellfire Midi zoals in een bokswedstrijd aankondigde. “The most hard working band in the world, three million times unbeaten“, gaf dan ook blijk van de nodige humor tijdens hun entree. Frontman Geordie Greep zou tijdens de show meermaals zijn beste boksmoves uithalen in het luchtledige. Setopener ‘953’ sloeg in als een splinterbom met zijn extreme invallen van drum en gitaarriffs. In ‘Speedway’ keerden ze een tweede keer terug naar hun debuutplaat ‘Schlagenheim’.

Het plezier waarmee de band op het podium stond, was opvallend en werkte aanstekelijk. Zo bootsten de basgitarist en saxofonist een gevecht na terwijl hun riffs ook figuurlijk in strijd met elkaar waren, ijsbeerde Greep alsof zijn leven er van af hing en werden er af en toe deuntjes van kinderliedjes gespeeld tijdens het wisselen van instrumenten. Greep maakte bovendien gedurende de hele show grapjes. “The devil has stolen my water bottle and forced me to steal another one in front of an audience” was er eentje van, toen de zanger na een tijdje zoeken zijn drinkbus niet meer terug vond.

In alle chaos die de band met hun dissonante muziek creëerde, klonken sommige riffs behoorlijk aanstekelijk. Dit was uiterst interessant. Het voelde voor de ene als een verademing, de andere kon er dan weer een tegemoetkoming naar het publiek toe in zien. Een belangrijke constante was het loepzuivere geluid van gitaren. Dit ging helaas wel ten koste van de vocals, die te zacht stonden waardoor het onbegonnen werk was de lyrics te proberen verstaan. Al voelen de teksten nu eenmaal vaak eerder ondergeschikt. Ze blinken uit met hun meesterschap in het samenspelen en bespelen van hun instrumenten.

Het vijftal wist een mengeling te brengen van jazz rock meets brutale prog-, art en math rock door onder meer het gebruik van een saxofoon en de pijlsnelle ritmes. Motor van dit huzarenstukje was drummer Morgan Simphon, die een ware glansrol vervulde. Hij hield constant ritme en loodste de band door de vele tempowissels. Al was hij zeker niet de enige die pluimen verdiende. De gehele band was zeer goed op elkaar ingespeeld en het was dan ook een waar plezier om dit te mogen aanschouwen.

Met ‘Welcome to Hell’, ‘Still’, ‘Defence’, ‘Sugar’ en ’27 Q’ bracht het vijftal nog niet uitgebrachte nummers die al doen uitkijken naar volgend werk. Op ‘Western’ gaven ze dan weer blijk van country invloeden door hun snelle, snedige gitaarriffs. Afsluiten deed de band met enkele publiekslievelingen van hun nieuwste plaat. Op ‘John L’ bleef dezelfde gitaarriff zich in een loop herhalen, wat een hypnotiserend effect had. ‘Slow’ bracht dan weer de typische balans tussen rustig en hevig gedeelte.

Zo kregen we een avond waar de band zich mooi voorspelde met nummers uit hun hele discografie. Dat is de verdienste van de band: ze stonden met zo veel plezier en cohesie op het podium dat het leek alsof ze dit al een mensenleven lang deden. Dat is een mooie prestatie voor een groepje jonge twintigers, zeker omdat ze altijd hun eigen ding zijn blijven doen. Waren er maar meer bands zoals hen.

In de Botanique kan je binnenkort Meskerem Mees (5.12), Bombataz (11.12) en Elia Rose (12.12) aan het werk zien. Een volledig overzicht van alle concerten vind je op de website van de zaal.