Flying Horseman trakteert STUK Leuven op dynamische dansnummers en eeuwigdurende meditaties

door Gertie van den Bosch

Al de tweede avond op rij stelde Flying Horseman, de band rond Bert Dockx, hun meest recente plaat ‘Mothership’ voor in STUK in Leuven. Het optreden ging door in de uitverkochte Labozaal, waar we op weinig ergonomische klapstoeltjes moesten plaatsnemen naar de regels van het moment. Een zeer sobere setting en intieme sfeer richtten onze aandacht veeleer op waar het hem om te doen was: (ietwat ongemakkelijk) achteruit zitten, luisteren en ons laten meeslepen. Na het maken van hun vorige plaat ‘Rooms / ruins’ stelden de Antwerpenaren zich het doel om zichzelf te vernieuwen naar een funkier geluid. Het zesde album is, mede dankzij het veelvuldig luisteren van Afrikaanse muziek en de platen van Talking Heads, lichter en meer dansbaar. Dat zorgde er gisteren voor dat het optreden ons zowel uitgelaten eighties dansnummers als meditatieve eeuwigdurende mantra’s voorschotelde.

Met galmende stem op opener ‘Citizen’ bewees Dockx meteen dat hij niet alleen een uitermate goede gitarist is, maar dat hij zichzelf ook meer als zanger wil profileren. Hoge en lage noten vervlogen op de wisselende jazzy ritmes van drummer Alfredo en mysterieuze synthklanken van de zusjes Maieu. Na deze opwarmer stegen we meteen door naar het ophitsende ‘Hotel’ met een brandende Dockx en een serieuze maar zalige baslijn. De overvloedig instrumentale bombardementen die naar het einde van het nummer steeds meer uit de hand leken te lopen, bliezen ons van onze klapstoel hoewel de band hier beduidend rustig bij bleef. Wanneer Bert de juiste pedaal voor zijn gitaar probeerde te zoeken of oogcontact zocht tussen de nummers door, bleek dat toch wat ongemakkelijk omdat we zo dicht bij de band konden vertoeven.

Na deze muzikale windhozen volgden enkele meer voorspelbare ritmes. ‘Flare’ is één van de meest treffende nummers waarop we alle invloeden van de band ongegeneerd horen samenkomen. De arpeggio’s brachten ons meteen naar Radiohead, de meegaande bas en drums deden denken aan Balthazar. Vertedering door de engelenstem en schattig gefluit van Loesje Maieu was er niet alleen van onze kant, maar konden we ook aflezen op Dockx’s gezicht. Het introspectieve luik van het optreden was hiermee geopend en zette door met het zeven minuten overtreffende ‘Where do you live’. De hoge noten bleken voor Dockx wat uitdagend, maar de instrumentale hoogstandjes dreven ons weg van de kleine zaal naar een bezinnende eeuwigdurende toestand.

De rigoureuze stiptheid bij de aanslag van ‘Set reset’ wekte ons meteen uit die hypnose. Hierna volgde ook ‘Secrets’, met stevig drumwerk en monumentale vocals, om een laatste keer uit te halen met de dynamische kant van het optreden. Afsluiten deden we met het dromerige ‘Summer dance’ en ‘A song that lasts’. Hierbij werden we wederom getrakteerd op geweldig gitaarspel van Dockx die knie-zittend ons volledig opzweepte. Voor deze laatste set in het STUK hadden ze wat meer tijd en daarom kregen wij na de waslijst van het nieuwe album nog wat ouder materiaal cadeau: ‘Private isle’ en ‘Bright light’ sloten een ingetogen maar nazinderend optreden af.

In STUK kun je binnenkort ook nog Karen Willems & Poor Isa (21/10) en Peenoise (30/10) aan het werk zien. Voor tickets en info kun je terecht op de website van het centrum.

Foto’s door Lucinde Wahlen