We schrijven de ochtend van 07/07/2023, en dit zijn de eerste aansluitende tien minuten overpeinzingen die we hebben sinds gisteren om 16u45. De jazztrein denderde genadeloos door de Bijlokesite, vanaf eerste naam Dishwasher_ tot aan MDCIII. Telkens vijf minuten pauze tussen elke rollercoasterrit, en met geen enkele naam die dan ook maar iet wat te missen viel. Gent Jazz was intens, maar vooral intens genieten.
Opener Dishwasher_ moet even gezweet hebben toen de organisatie achter Gent Jazz vorig jaar failliet ging. Zij hadden nog maar net op het festival nog de titel ‘Jong Jazztalent Gent’ versierd, waar naast een ticketje voor de main stage ook een fikse som geld aan vasthangt om hun project te financieren. Na een overname door Greenhouse Talent kwam Gent Jazz 2023 er toch, en zo bevestigde het festival meteen zijn eigen bestaansreden: wat een ongelofelijke, onevenaarbare muziek komt hier samen onder het mom van ‘Jazz’.
‘Jazz’, met die aanhalingstekens, want het is een te beperkte noemer voor Dishwasher_. Iets wat voor nog een resem komende bands zou blijken te gelden. Waar STUFF. met punt stopte, neemt Dishwasher_ het graag met underscore over. De vergelijking is wat kort door de bocht, maar beide Gentse bands laten ons zweten op plekken waar wij geen poriën verwachtten. Vanaf het moment dat “Bahá’í” binnenstormde als een genadeloos SWAT-team, verstopten wij onze vrouw en kinderen voor zo veel nietsontziend geweld. De overvliegende drones uit een Microkorg synthesizer (hallo nillies!) voorspelden niet veel goeds, maar de basgitaar stelde ons gerust: zelden zo een mooie klank gehoord als bij de introspectieve bassolo’s. De welkome extra blazers van Nathan Daems (wij hopen dat we het juist spellen!) verzorgden extra punch, en onze dansbenen werden meermaals aangesproken. Achteraf gezien: beter dan dit werd het niet. En dat ligt heus niet aan wat volgde. Dishwasher_ was gewoon goddelijk goed. Ga die nieuwe plaat luisteren alsjeblieft!
Het lijkt bijna een grap van de programmatie: van de vaatwas naar de Ventilateur. En als het dan al een grap is, dan wel een héle goeie. Het Brugse trio is op papier een ‘power trio’: gitaar, basgitaar en drums. Maar verwacht je niet aan een vettige Cream, het trio slingert tussen post-rock en filmische soundtrack. Een mooi geëffend pad, aangelegd door Bert Dockx bij Dans Dans, maar Ventilateur gaat er met veel plezier met de pletwals nog eens overheen. Om het tenslotte finaal te slopen in zowaar een eindsprintje met wat trash-metal (geen grap!). Hun laatste album ‘Hoofdplaat’ is uitstekend, en leek live enkel verder open te bloeien. Heerlijk!
Wij gaan eerlijk zijn, voor ons examen jazz-klassiekers moeten wij nog beginnen grondig te blokken, we hebben dat mooi opgeschoven naar tweede zit. Het komt met andere woorden van pas dat Gent Jazz onze kennis nog eens opfrist met de godfather van de Ethio-Jazz: Mulatu Astatke. Met zijn gezegende 79 levensjaren en de nodige adelbrieven schuifelde hij het podium op. En alwaar hij als percussionist en pianist aan spierkracht heeft ingeboet, schenkt hij die energie moeiteloos terug met een niet te stoppen glimlach. Wholesome of zoiets zouden de kiddo’s zeggen. Zijn backing band groovede fantastisch doorheen zijn suites, en wij herinneren ons vooral Mulatu’s pianosolo richting het einde, we zijn ons kippenvel nog aan het neerstrijken. Soms stond Mulatu stokstijf als een DJ achter zijn twee trommels, met minimale handbewegingen voor een hypnotiserende groove. ‘Gewoon op play drukken’ dachten we, en het is hem volledig gegund.
Spook deed zijn naam alle eer aan, net als je dacht ze te kunnen grijpen, gleden ze rustig door je heen. De tweestrijd tussen ambient en noise, tussen etherisch en verschrikkend, werd afgetast en hoorbaar gemaakt. De contrabas klonk bij momenten fuzzier dan een stonerband tussen de cacti, en de lap steel creëerde een wall of sound waar geen bulldozer tegen opgewassen was. Ons oorsmeer is meteen nog eens uitgekuist, een welkome afwisseling.
Met het langzame vallen van de avond, leek ook het experiment gaandeweg wat te gaan liggen. Niet dat we klagen als dat wil zeggen dat we rasartiesten als Kamaal Williams voorgeschoteld krijgen. Keyboardspeler Kamaal brak even terug door met Yussef Kamaal (toen nog met drummer Yussef), maar speelt alweer een hele tijd onder eigen naam intussen. Bij wijlen waren de tracks volledig geïmproviseerd, waarbij Kamaal zijn gevraagde beat eventjes beatboxte en de band ermee aan de haal ging. Het zorgde soms voor lange stukken repetitie, hoewel een weergaloze saxofoon en ontzettende goede drums dat ruimschoots opvulden. Het zweefde tussen Londense House, trap en jazz in, en landde prachtig in de tuin van de Bijloke.
Na de succesvolle doortocht van Dishwasher_ en Ventilateur hadden we een naamsverandering vermoed van Uma Chine naar Uwasma Chine (bulderlacht). Hoe lang wij over dat grapje gedacht hebben? Daar hebben we het niet over. Feit is dat Uma Chine het stof blaast van onzer beminde bands als Hundred Waters en Efterklang. De averechtse, doorlopende ritmes geven de samenzang een eindeloze tolbeweging, terwijl de excentriciteit van de ritmesectie zelf de songs verankerd. De synthesizers doen denken aan Beach House, en knallende afsluiter ‘Lonely giant’ toont zich als een Animal Collective met minder geschreeuw. We snakten af en toe naar wat meer vuurwerk, maar dat zou muggenziften zijn: Uma Chine was ijzersterk.
En dan komen we er: Snarky Puppy. De volgelopen main stage bewees dat er wel degelijk best wat mensen énkel voor hen gekomen waren, en wij hoorden hun naam al gepreveld worden in gebeden sinds de vroege namiddag. Het losse collectief weergaloze muzikanten gaat intussen al 14 albums mee, iets wat de bassist en bandleider deed grinniken om zijn eigen woorden: ‘sounds like a joke, doesn’t it’? Gent Jazz liet weten dat het geen grap was, zij hadden die plaat al grijsgedraaid.
Wij waren zowat de enige die niet helemaal warm liepen op voorhand, hoewel we HEEL grote fan zijn van puppies. Ze lijken vaak een synthese van alles wat we prachtig vinden aan moderne jazz, maar met vakkundig de hoekjes afgevijld waar wij zo graag onze tenen aan stoten. Nu, live werden wij bij momenten volledig ingepalmd, zoals wanneer er een werkelijk prachtig dekentje gespreid werd om hun overleden idool en kompaan Bernard Wright te herdenken. Wanneer ze excursies maakten naar vreemde maatsoorten wrongen wij ons in de beste bochten en was het aangenaam kronkelen voor de mainstage. Soms bevestigden ze onze vrees, en leek het allemaal wat kabbelen zonder ooit echt uit te barsten. Maar als vehikel voor de jazz-scene zijn ze altijd welkom: zo veel volk binnen loodsen op een weekdag, het is niet velen gegeven. Een gepaste gateway drug.
We werden terug gestuurd richting fiets door MDCIII, het project van saxofonist Mattias De Craene. Begeleid door twee (!!) drums speelt hij met minimale melodie richting maximale bezwering. Een treffend einde om neer te zijgen na de vakkundige vlucht die Gent Jazz voor ons had geprogrammeerd. Het was een prachtige dag.