De voorbije twee dagen speelde Thurston Moore twee uitverkochte shows in Brussel en Antwerpen. Wij gingen kijken en waren lichtjes teleurgesteld in onze gitaarheld.
Foto’s door Dimly Lit Stages.
Sinds Moore New York inruilde voor Londen, komt de voormalige Sonic Youth-frontman regelmatig naar ons land. Als artiest die voortdurend balanceert op de rand van mainstream en avant-garde, weet je bij hem nooit goed waaraan je te verwachten bij concerten. Hij speelde bijgevolg twee totaal verschillende shows. Dinsdag bracht hij een vrij ‘normale’ rockshow in het Brusselse zaaltje Les Ateliers Claus (voor de derde keer al!), terwijl hij het geduld van De Studio in Antwerpen danig op de proef stelde met warrige improvisatie.
Over de Brusselse show kunnen we kort zijn. Thurston speelde er in z’n eentje ouder en nieuw solowerk. Hij deed dat bovendien goed, al konden we niet anders dan merken hoe de nummers in de gestripte versies maar magertjes overkwamen. Natuurlijk blijft het fascinerend om hem zijn gitaar al spelend te zien verkennen, alsof hij elk moment een nieuwe aanslagwijze of stemming dreigt te ontdekken. Bovendien haalde de eigenzinnige nummerkeuze de meeste vaart uit het concert.
Het optreden in De Studio was op zijn zachts gezegd ‘vreemd’ te noemen – en geloof ons, we hebben al héél wat vreemde dingen gezien in De Studio. Thurston werd deze keer vergezeld door tegendraadse moderne kunstenaars Dennis Tyfus en Cameron Jamie, die de eerste tien minuten van het optreden het geluid van baltsende walvissen vermengden met een door drie cactussen verkrachte kat. Ondertussen stond iedereen z’n uiterste best te doen om eruit te zien als iemand die het “echt wel snapte” – behalve Hugo Matthysen, die het op de eerste rij echt wel leek te snappen.
Na twintig minuten leek het eerste stuk eindelijk afgerond, waarna we dachten dat het echte werk kon beginnen. Het bleek echter om een korte stroompanne te gaan. Na wat gelebber aan microfoons en een vervormde “put put put”-sample waanden we ons in een installatie van Paul McCarthy waarbij er elk moment iemand met een fles ketchup kon opduiken. We snapten de woordeloze scheldpartij niet, en twijfelden anderhalf uur lang of we al dan niet vroegtijdig de zaal zouden verlaten – iets wat een groot deel van het publiek overigens deed.
Thurston Moore trekt zich al lang niet meer aan wat het publiek van hem verwacht. Da’s cool. Da’s punk. Dit kunstig klankgeëxperimenteer kwam echter nog het meest over als muzikale masturbatie: leuk tijdverdrijf als je alleen op je kamer bent, maar vrij ongemakkelijk in een zaal van vijfhonderd man. Laat het vooral een les zijn om op voorhand te checken wie de begeleidingsband vormt.
We hadden op voorhand kunnen weten dat we gisteren een kat in een zak kochten: het voorprogramma heette Miaux en de tranen rolden over haar schouders.