Princess Nokia is de grrrl die hiphop nodig heeft

door Lindsi Dendauw

Fuck de koekendozengezichten Filip, Matilde, Albert en hun nest al dan niet wettige kinderen. Princess Nokia is de royalty waar we nood aan hebben. Het moment waarop de New Yorkse rapster het podium in een uitverkochte Vooruit aantrad was dan ook niet minder dan historisch te noemen. Ze is vrouw, jong, latina én afro. Dat betekent dat de Man In Het Witte Huis haar per definitie minderwaardig acht dan een stuk chocoladetaart. Still, it’s Princess Nokia who rules the house.


Foto van Princess Nokia in Vooruit door Naomi Hubert via Instagram

Ze opende de show met ‘Tomboy‘, de tweede song uit de mixtape ‘1992‘ waarin Princess Nokia schaamteloze zelfliefde adverteert. “With my little titties and my fat belly” rapt Nokia met een hoeveelheid swag zo hoog dat je het moet aanlengen met water voordat je het in huis kan brengen. Beweren dat het publiek wild ging op deze hit zou een droevig understatement zijn. De volledige Balzaal schreeuwde uit: “Ik ben die schoonheidsidealen ook zo beu, Nokia! Het kan mij godverdomme niet meer schelen dat mijn borsten te klein, mijn benen te harig en mijn billen te sappig zijn!” ‘Tomboy’ is meer dan een rapsong met een heerlijke beat, het is een protestsong van de eenentwintigste eeuw, een tijdperk waarin jezelf graag zien een daad van verzet is. Een guerrilla waarin Princess Nokia met haar “A cup, baggy sweatpants, and a fucked up ponytail” de weg leidt.

Alright, you’re at a Princess Nokia show. You have to know that comes with some rules. The first one is that I want to have girls to the front”, waarop ze een aantal meisjes aansprak en hen naar voren vroeg. “You want to see the show, babe? Come right here. The second rule is, I will have no sexual harrassment. This is a safe space.” Nokia mag dan wel een New Yorkse hiphopper zijn, ze is ook een kind van de riot grrrl beweging, die in de jaren 90 met figuren als Kathleen Hanna een plek opeiste voor meisjes in de punkscene. En ze meent het, die Nokia. In februari mepte ze een toeschouwer in het gezicht toen hij tijdens een concert op de universiteit van Cambridge haar obsceniteiten toeschreeuwde. “I’m so sorry, but when a white boy disrespects you, you punch him in the fucking face.” Daar willen wij spontaan een reverence van maken.

I think people forgot about the fundemential about hip-hop and about how punk it was. It was political, it was radical” vertelde Princess Nokia in een sofagesprek met Ab-Soul afgelopen januari. Punk is deze chick zeker. En radicaal ook. In ‘Kitana‘ perfectioneert ze de kunst van het geven van gene fuck met rhymes als “Princess Nokia, you can call me on my cellular / I think I’m the shit and I never been a regular. Rhymes I spit are sick, see you bleeding from your jugular / You can suck my dick, all them shady fucks that set me up.” In ‘Brujas‘ viert ze zowel haar Puerto Ricaanse afkomst als haar vrouwelijkheid, waarin ze het Spaanse woord voor heks als een geuzennaam aanneemt. “I’m that Black Native American, I vanquish all evil / I’m that Black a-Rican bruja straight out from the Yoruba”. Nokia eert haar erfenis en brengt een ode aan haar moeder en grootmoeder en haar West-Afrikaanse roots.

Princess Nokia is een buitenstaander, als vreemd en astmatisch kind in een pleeggezin hoorde ze nergens thuis. Maar Nokia omarmt haar rol als misfit en haar uitdrukkingen van zelfliefde vormen een van de meest empowering boodschappen die je momenteel in de muziek zal vinden, of je nu in hip-hop of punk gaat zoeken. “I love myself, goddamnet. And the whole world now it too. And sometimes simply they cannot take this fever. This melony fever. This ghetto aristocratic excellence”, declameert Nokia in haar radioshow Smart Girls Talk. “I refuse to be another pretty girl. To come into the stereotypes of my breeding and stigma. I open my voice to my brothers and sisters. I’m brown, afro and unapolegitic.” Daar kunnen wij niets meer aan toevoegen.