The Strokes kiezen op ‘OBLIVIUS’ opnieuw voor gitaren, maar het resultaat is middelmatig

door Thomas Konings

Gisteren verrasten The Strokes met niet één, niet twee, maar wel drie nieuwe nummers. Een hele ep dus, ‘Future present past’. En die kan je beluisteren op Spotify. Voor onze singlereview kozen we om te focussen op het eerst geloste ‘OBLIVIUS’. Vier schrijvers geven je hun mening over die song.

Gilles Dierickx: Wat is dat de laatste tijd met bands die ‘geheime’ boodschappen rondstrooien in grote steden? The Stone Roses deden het met posters in Manchester en op andere Britse plekken, Rage Against The Machine idem in Los Angeles en deze week waren het The Strokes die in Londen een filmpje projecteerden. In tegenstelling tot wilde speculaties bij andere groepen, losten die laatsten de verwachtingen wel meteen in: ‘OBLIVIUS’ bleek de single van een nieuw kort ep’tje, ‘Future present past’. Na de 80’s-geïnspireerde nummers op ‘Comedown machine’ uit 2013 is op deze nieuwe de electronica duidelijk weer door het venster gegooid. De typische duellerende gitaarmelodietjes zijn er uiteraard weer, en ook de strakke, simpele drumlijnen blijven een handelsmerk. Alles op dit lied gaat eigenlijk best goed (al is er niets verrassends of baanbrekends the horen), tot na een dikke minuut het refrein losbarst. Want dat is het woord: dat Casablancas toonvastheid niet altijd even belangrijk vindt, is bekend, maar dit is something else. Storend is het zelfs bijna, en dat zijn die schelle gitaarsolo en vocale outro des te meer. Sorry jongens, had dan toch ‘Threat of joy’ als single gekozen. – 2,5/5

Thomas Konings: Veel tijd heb je niet nodig om te herkennen dat The Strokes achter ‘OBLIVIUS’ zitten. Die gitaartjes, die zang: het ademt allemaal de typische vibe van Julian Casablancas en de zijnen. Toch krijgen we hier niet het soort simpele maar vaak geniale liedje te horen waar de groep zo groot mee werd: dit nummer klinkt ambitieuzer en is waarschijnlijk de langste song die de post-punk-revivalers ooit gemaakt hebben. In de vocals sluipt heel wat dramatiek, de ene keer in de vorm van rock-’n-roll-swagger, de andere keer tragischer verpakt tijdens het refrein (“What side are you standing on?”). Het is moeilijk te zeggen of het nu wel of niet werkt: de ene zin lijkt immers al wat geslaagder dan de andere. Een lollige maar overbodige gitaarsolo en ‘Random access memories’-achtige synths maken een grotesk bruggetje richting een epische finale. Ook hier is het resultaat niet eenduidig. Enerzijds klinkt het refrein wat overrompelender dan ervoor (met een hoofdrol voor Julians woordeloze klaagzang op het einde), anderzijds begint die zagende stem naar het einde toe ook steeds meer op je zenuwen te werken. Dat maakt van ‘OBLIVIUS’ een interessante maar niet geheel overtuigende terugkeer voor The Strokes. – 3/5

Matthias Desmet: The Strokes laten hun gerotzooi met electronicaj en zo ook het trauma ‘Comedown machine’, een beetje achter zich door te doen waar ze vijftien jaar geleden zo goed in waren: Casablanca’s nonchalant meeslepende zang draperen over een inventief gitaarriedeltje. Is de tijd rijp voor een return to form nu de gemiddelde snotneus weer de schaar zet in zijn nieuwe jeans? Ik moest een beetje denken aan ‘Under cover of darkness’, één van hun laatste singles die echt deugde. De heren hadden zich sixtiesgewijs beter beperkt tot drie minuten of minder. Zelfs een razend sterk idee gaat vervelen, als je het vijf minuten uitsmeert. – 3/5

Jens Van Lathem: Een riffje van ‘First impressions of earth’, een kwelende Casablancas en de afstandelijkheid die van elke noot druipt: The Strokes slagen er steeds in om zowel futuristisch als gedateerd te klinken. Op zich interessant voor een band die hun bijdrage aan de muziekwereld al lang geleverd hebben? – Is this it/Room on fire