Overdaad doet kwaad op nieuwe plaat van Fink

door Naomi Hubert

Fink, de kleine bezetting onder leiding van singer-songwriter Fin Greenall, is aan zijn zesde studioalbum toe. De titel ‘Resurgam’ stamt af van een 900-jarig Latijns opschrift uit de kerk in zijn geboortestad Bristol dat de betekenis draagt “Ik zal heropstaan”. Hoewel de titel dus een en ander belooft, komt er van die herrijzenis niet veel in huis.

Fin Greenall en co kozen ervoor om op deze plaat muzikaal te experimenteren, maar daar hebben we momenteel wel een beetje onze buik van vol. Fink had altijd een kwetsbaar karakter, maar dat komt net op deze plaat niet geloofwaardig meer over. ‘Resurgam’ is vrij eentonig, zeker wanneer je constant hetzelfde breitje aan getokkel en gedrum hoort terugkeren, naast die zware resonante bass die doorheen de achtergrond bromt. Het idee achter de plaat is op zich fijn, alleen komt het moeilijk tot zijn recht, door die eindeloze aaneenschakeling van nummers. Zaten we nu al aan de vijfde, of pas bij de tweede track?

Over veel songs is duidelijk nagedacht, alleen zijn velen gewoon té lang – die titeltrack, bijvoorbeeld, komt op bijna negen minuten. Het begint sterk, maar eindigt zwaar in mineur omdat je aandacht verzwakt en je het einde van het nummer met moeite doorhebt. Gelukkig kan ‘Cracks Appear’ ons weer op het boeiende pad trekken. Een stevige outro dreunt aangenaam onze trommelvliezen binnen, zeker na de simpele en ondoordachte songtekst die je eerst moet doorstaan. Herrijzen doet Fink daarna nog even met ‘Godhead’: een rustige gitaarlijn begeleidt het nummer en knipoogt naar een frisse versie van iets van Vampire Weekend.

Het kost serieus wat moeite om volledig tot het einde van ‘Resurgam’ bij de pinken te blijven. Dat is jammer, aangezien er hier en daar wel interessante wentelingen voorkomen. Trop is teveel, hoor je mensen vaak zeggen en om eerlijk te zijn, weten we niet meer hoe de helft van het album klonk. Fink had ‘Resurgem’ met de leuze less is more net boeiender kon maken.