Vijf recente releases die je minstens één keer gehoord moet hebben

door Thomas Konings

Hierbij wil de Indiestyle-redactie je aandacht eventjes vestigen op vijf goeie platen die onlangs verschenen en nog geen recensie op deze site kregen. Koop ze, stream ze, verorber ze.

Jessy Lanza – Oh no

Heb jij ook die droom dat je naakt in het midden van een dansvloer staat? Afhankelijk van hoeveel keer je de week ervoor bent gaan joggen schaam je je dood of vind je dat helemaal geweldig. Dankzij Jessy Lanza (foto) heeft dat specifiek scenario ook de perfecte soundtrack gekregen. De Canadese kleedt de playlist van de plaatselijke discotheek helemaal uit op ‘Oh no’ en zadelt de claps zo haast op met een existentiële leegte. Beats en samples kunnen zich nergens verstoppen in een euforische brij maar worden onmiddellijk op hun waarde geschat, en ook de vocalen van de muzikante doen mee. Haar melodieën moeten en zullen catchy zijn, haar beslommeringen in de vele slow jams zijn kinderlijk direct, haar vragen in de opzwepende songs staan in de gebiedende wijs. Klinkt tot nu toe als een recept voor een rampzalige plaat? Fout. Jessy Lanza voert dit alles feilloos uit en maakt van ‘Oh no’ een kelk die niet tot op de bodem uit moet vanwege het gif, maar omdat je de komende jaren nooit nog zo’n eerlijk feestje zal meemaken. – Jens

Fear Of Men – Fall forever

Fear of Men bracht op hun eerste plaat ‘Loom’ uit 2014 dezelfde soort jangelpopgitaarsound die hun tourmaatjes van The Pains of Being Pure At Heart ook als handelsmerk hadden en waar de gemiddelde indiefan erg was van beginnen houden (en terecht). Anno 2016 win je daar echter geen hartjes meer mee en heeft de band uit Brighton rond Jessica Weiss een grote stap voorwaarts gezet. De schaarsheid met woorden in hun songtitels is gebleven, maar het geluid van deze uistekende indiegroep heeft iets dreamy, subtiel en nonchalant gekregen op ‘Fall forever’. Alsof de liedjes geen enkele moeite kosten om te maken, spelen of opnemen. Deze andere sfeer betekent ook dat er een drop in tempo weerklinkt vergeleken met ‘Loom’ en dat er minder aanstekelijke refreintjes te bespeuren zijn. Het geheel laat echter wel een diepere impact achter op de luisteraar. En dan hoef je enkel maar meer uitmaken voor jezelf wat je het belangrijkst vindt. – Tiffany

Cat’s Eyes – Treasure house

Ken je Cat’s Eyes nog niet, dan moet je weten dat dit duo bestaat uit Faris Badwan (The Horrors) en Rachel Zeffira (sopraan/multi-instrumentaliste) en dat hun debuut uit 2011 hier nog regelmatig gedraaid wordt. Het geluid van de twee krijgt vorm in de passie van Badwan voor sixties-meisjesgroepen die vooral door Zeffira ten gehore wordt gebracht, de conservatoriumachtergrond van de sopraan geeft bovendien iets sprookjesachtigs aan de muziek. En terwijl de stem van Badwan moet zalven in de trage-temponummers, moet Zeffira opzwepen en verleiden in de girlgroupsongs. Zo wordt elk deel van het duo haaks op z’n comfortzone gezet. Net zoals de muziek trouwens, klassieke melodieën en orgels staan op ‘Treasure House’ naast de postpunkinvloeden die Badwan meebracht uit The Horrors. De smeltkroes van al deze geheel verschillende elementen werkt verbazend goed en zorgt voor het soort album dat we niet vaak voorgeschoteld krijgen, maar waar we wel regelmatig van willen smullen. Nu is het afwachten of ‘Treasure House’ net zoals zijn voorganger de tand des tijds doorstaat. We gokken alvast van wel. – Tiffany

Otto Lindholm – Otto Lindolm 

‘Otto Lindholm’ door en van Otto Lindholm is een dwarsligger. Op de Soundcloudstream staat slechts één tag vermeld, drone, en daar ben ik het helemaal niet mee eens. Dat meningsverschil komt door die andere Belg die met een contrabas mysterieuze en mystieke muziek de ether instuurt. Innerwoud zie je zo in een kerk de gelovigen in trance brengen, Lindholm doet het anders of toch in ieder geval met een breder arsenaal. Hét Oosterse deuntje, de vijf seconden vocalen die ik ergens in een zestigste luisterbeurt opeens geschrokken tegen het lijf liep en de manier waarop snaren en elektronica constant op het scherpst van de snee leven, de ene soms de gedaante van de andere aannemend, zijn allemaal elementen die doen vermoeden dat Otto meer compositie en minder dreun in zich heeft. Dat uit zich ook in variatie: spanningsbogen op de a-kant, headbangen en plots abstractie op de b-kant. Het is muziek waar je met ingehouden adem zal naar zitten staren, tot de noten tastbaar worden. – Jens

Palmistry – Pagan

Op de langverwachte langspeler ‘Pagan’ verwerkt de Londense producer Palmistry verschillende elementen uit z’n achtergrond tot één coherent minimalistisch geheel. De synths herkennen we van bij SOPHIE (die credits heeft op het culthitje ‘Catch’), de gestripte trance wijst naar Lorenzo Senni (die met Presto!? Records Palmistry’s debuut-ep uitbracht), terwijl de basis dan weer overduidelijk gevormd wordt door dancehall. De titel van het album refereert dan weer naar Benjy Keating (echte naam) zijn jeugd als ongelovige zoon van twee katholieke ouders en de buitenstaander-rol waarin hij zich daardoor steeds bevonden heeft. Slalommend tussen kusjes en coke laat de artiest zien hoe je ook als modieuze Londenaar een zonderling kan zijn: dat heeft het potentieel om heel corny te klinken, maar pakt dankzij die unieke sound en gevoelige vocals meer dan goed uit. Door opvallend kale producties en jonglerend maar teruggetrokken Patois is de mood dubbel – beetje melancholisch en eenzaam, maar even goed zomers en schattig. Daarnaast teert de Brit net op een sterke dynamiek: beats en woorden hobbelen niet de gebruikelijke maar wel de juiste kant op. Op die manier bewijst Palmistry nog maar eens dat de meest interessante muziek van het moment gemaakt wordt door outsiders en outcasts. – Thomas