Header image

De beste 75 nummers van 2022

door Tobias Cobbaert

Soms heb je een volledig album nodig om een volledig verhaal van begin tot einde in de puntjes te vertellen. Andere keren heb je aan één nummer genoeg om die ene emotie perfect vast te leggen. Naar goede gewoonte verzamelde de Indiestyle-redactie ook dit jaar haar 75 favoriete nummers van het jaar, hieronder voor jullie opgelijst met tekst en klank. Helemaal onderaan vind je ook een handige Spotifyplaylist waarin we alle nummers gebundeld hebben.

75. Rosalía – Bizcochito

Onze nummerlijst wordt geopend met een van de speelsere tracks die de selectie haalden. ‘Bizcochito’ is een van de snelste nummers op Rosalía’s nieuwe plaat ‘Motomami’ en wordt, naast de typerende reggaetonritmes’, gekenmerkt door enerverende synths en een treiterend ‘ta-ra-ra-ta-tah’-refreintje. Het nummer ging eveneens viraal door Rosalía’s opmerkelijke gezichtsuitdrukking tijdens live performances van het nummer (alsof ze zo arrogant mogelijk een onzichtbare bol kauwgom tussen haar tanden probeerde te walsen), maar eigenlijk had het die beelden niet eens nodig: ‘Bizcochito’ is gewoon een banger. (Tobias)

74. Steve Lacy – Bad habit

Volgens kwatongen is de carrière van Steve Lacy geruïneerd dankzij TikTok. Zijn nummer ‘Bad habit’ ging er namelijk viraal, waarna er beelden van Steve Lacy’s concerten de ronde deden waarbij het publiek enkel het refrein van de TikTok-hit enthousiast meekweelde, om de rest van de show stokstijf te blijven staan. Volgens ons gaat het om sterke overdrijvingen, want Steve Lacy gaat al eventjes mee in de muziekwereld en heeft al veel langer een trouwe fanbase opgebouwd, maar als het hierna echt over en uit is, dan zijn er slechtere zwanenzangen te bedenken dan dit zijdezachte ‘Bad habit’. (Tobias)

73. Beyoncé – Virgo’s groove

Beyoncé zorgde dit jaar voor de betere housepop. De dansbare feel van ‘Virgo’s groove’ doet ons denken aan de klassiekers op Michael Jacksons ‘Off the wall’. De gedetailleerde mix van akoustische en elektronische drums, het funky samenspel van gitaar en bas, en natuurlijk de onweerstaanbare harmoniëen die Beyoncé doorheen het nummer blijft opbouwen: het zijn slechts enkele van de vele elementen die de track en daarbij het album ‘Renaissance’ door en door verslavend maken. Het nummer blendt perfect in het volgende en voor je het weet, word je weer meegesleurd in Queen Bey’s houserevival. (Ismaël)

72. Lander Gyselinck & Zwangere Guy – Tleven is te kort

De samenwerking tussen Lander Gyselinck en Zwangere Guy resulteerde op ‘Pourriture noble’ vaker in kwetsbaar en bitterzoet, dan in bikkelharde razernij. ‘Tleven is te kort’ is een daadkrachtig buitenbeentje dat teert op de flow van Guy en een epische (drum)sound. Het leven mag dan wel te kort zijn, het nummer doet er alles aan om binnen de zes minuten heel wat indrukken na te laten. (Jonas VL)

71. Bladee & Ecco2k – 5 star crest (4 Vattenrum)

Het is opvallend om een acht minuten lang nummer van Bladee en Ecco2k te zien verschijnen. Normaal gezien nemen beide artiesten veel minder tijd om hun autotuneraps en trance-pop op je af te vuren. Met ‘5 star crest (4 vattenrum)’ wordt het dus over een andere boeg gegooid.

Toch is het nummer niet één langgerekt idee. Zo springt het even plots over van poppy “island beats” naar stevige hiphop, maar evenzeer naar meer typische hiphop instrumentals. De ambient-overgangen tussen die delen, en het laatste “nummer”, vormen dan weer met hun beatloze sluier een tegengewicht en rode draad. (Daan)

70. Bladee – Hahah

‘Spiderr’ luidde in veel opzichten het uitwerken van Bladee’s euforie in en nergens lijkt het meer duidelijk dan het maniakale ‘Hahah’. Een niet-aflatende drill-beat vormt de achtergrond voor de waanzinnige tweespalt waarbij de Zweed niet minder dan vijftig keer met ‘I’m crazy’ inzet, om dan lachend af te sluiten met zestien keer ‘I’m doing great’. We hopen toch dat Benjamin het een beetje goed stelt. (Anton)

69. Big Thief – Spud infinity

De nieuwe plaat van Big Thief, door onze redactie verkozen tot indieplaat van het jaar, kent volgens ons te veel hoogtepunten om op te noemen. Onze ogen en oren vallen toch op ‘Spud infinity’, een nummer dat door de mondharp en de strijkers misschien wel de meest folky cut op de plaat is. Adrianne Lenker bezint over de verscheidenheid en tegelijk verbondenheid van menselijke wezens, en vraagt zich zingend af wat het betekent om jezelf volledig te accepteren.

Lenker verheft het alledaagse en speelt met het idee dat we anatomisch gezien niet met onze mond bij onze ellebogen kunnen. Ze stelt voor dat iedereen hun eigen lichaam kust; behalve dus de ellebogen: “Cause as for your elbows, they’re on their own / Wandering like a rolling stone / Rubbing up against the edges of experience”. (Ismaël)

68. 100 Gecs – Doritos & Fritos

Twee jaar geleden exclameerde Charli XCX, zelfverklaarde koningin van de hyperpop, de dood van het genre aan. Dit nog geen jaar na het overweldigende, terechte succes van het debuutalbum van 100 Gecs. Nog steeds volop sleutelend aan de tweede plaat, gooien de gecs op deze single enkele andere genres in de mix. Zo krijg je ‘Doritos & fritos’, een nummer dat met de up-tempo, slappende baslijnen en de hoge gitaarpieken op een soort liefdesbaby van ska punk en hyperpop lijkt. En dit allemaal als jasje rond een eigenzinnige hulde aan wijlen MF DOOM. “Get more cheese than Doritos, Cheetos or Fritos”. (Louis)

67. Yung Lean – Bliss (feat. FKA Twigs)

Toen Yung Lean voor de release van zijn recentste plaat ‘Stardust’ al de tracklist dropte, waren wij vooral benieuwd naar het openingsnummer ‘Bliss’. Daar stond FKA Twigs namelijk als featuring artist vermeld. Wij waren benieuwd hoe haar zwoele stem bij de melancholische cloudrap van Yung Lean zou passen. Toen het nummer effectief uitkwam, klonk de samenwerking anders dan verwacht. ‘Bliss’ is namelijk gebouwd rond een sample uit een oud Sovjet-postpunknummer, waardoor Lean en Twigs zich van hun koelste, maar toch zwoele kant laten zien. Niet dat je ons hoort klagen. (Tobias)

66. Yeule – Bites on my neck

Singaporese singer-songwriter Nat Cmiel speelde vorig jaar nog wat wankel het voorprogramma van happy hardcore-daddy Danny L Harle, maar ontpopte zich met haar tweede album ‘Glitch princess’ tot een stukje vast meubilair van hyperpopland. Op ‘Bites on my neck’ kreeg ze bovendien de steun van Mura Masa en Danny L Harle voor een upbeat, chip-tune-achtige en vooral poppy nummertje. (Anton)

65. Vince Staples – Aye! (free the homies)

Staples gaat op ‘Ramona Park broke my heart’ nog dieper in op de bij momenten gewelddadige demonen van zijn jeugd. ‘Aye!’ steekt stiekem een beetje uit op de plaat. Als een bries in een zomernacht, met een vrij simpele productie en kick in het nummer, legt het voornamelijk focus op de bars van Staples die quasi smeekt voor de vrijlating van z’n homies, die mettertijd verstrengeld zijn geraakt in het geweld- en drugmilieu. (Yannick)

64. Thaiboy Digital – True love (feat. Yung Lean)

Thaiboy Digital, volgens sommigen de minste van het Drain Gang-triumviraat, liet dit jaar al met het gehypete ‘I’m fresh’ de naysayers verstommen. Op het trappy ‘True love’, leadsingle van het daaropvolgende album ‘Back 2 life’, rekruteert hij Yung Lean om met wat zelfliefde ze nog wat meer te doen verstillen. (Anton)

63. Bladee & Ecco2k – Yeses (red cross)

Op ‘Crest’ was er één emotie die Bladee & Ecco2k heel duidelijk wilden uitdrukken: euforie. Op ‘Yeses (red cross)’ wordt die missie misschien nog het duidelijkst naar voren geschoven. In het begin van de track horen we Bladee niet veel meer doen dan ‘yes yes yes yes yes’ kreunen over een zweverige beat, waarmee de extatische sfeer van het hele album perfect verwoord wordt. Later krijgen we nog de zwoele stem van Ecco2k te horen wanneer die over hindoeïstische filosofie zingt, en materiële rijkdom achterwege laat door alles aan het Rode Kruis te geven. Toch springt er in zijn strofe weer één woord bovenuit: ‘euphoria’ (nee, het gaat niet over de HBO-reeks). (Tobias)

62. Arctic Monkeys – There’d better be a mirrorball

Wie op hun matige Pukkelpoppassage was, had al een vermoeden: als je de Arctic Monkeys nog eens het gaspedaal wou horen induwen, zou je dat maar beter niet op nieuwe worpen verwachten. En inderdaad, toen ‘There’d better be a mirrorball’ plotsklaps online kwam, werd dat vermoeden bevestigd. Alex Turner croont (zacht zingen, n.v.d.r) in het nummer zoals hij al jaren doet, en gitaar is er niet te bespeuren. ‘Mirrorball’ wordt gedragen door piano en strijkers, maar is wel een knap nummer: het is het meest openlijk melancholisch dat we de Monkeys eigenlijk al hebben gehoord. Turner is op z’n beste momenten een geweldig weifelende crooner, die z’n teksten net vaag genoeg houdt om steeds herkenbaar te blijven. (Lowie)

61. Yard Act – Rich

Bij Yard Act is het de norm dat de instrumentale muziek een achtergrondrol neemt op de working class-poëzierijke sprechgesang van vocalist James Smith. De charisma en het dichterstalent van de zanger zorgde er zowaar voor dat veel muziekbladen Yard Act sinds vorig jaar torpedeerden als grote ontdekking. Deze bijval zorgde ervoor dat de band opeens in dezelfde welvaartspositie kwam waar ze in vorig materiaal zo gunstig de draak mee stak. “It appears I have become rich”. Een nummer als embleem voor de strubbeling die Yard Act ondervond met de noemer van the new hottest thing in town. (Louis)

Lees verder: 1 2 3 4 5