Header image

De beste 75 nummers van 2022

door Tobias Cobbaert

15. Jenny Hval – Year of love

Met een titel als ‘Year of love’ zou je al snel kunnen denken dat Jenny Hval een nummer schreef over het eerste jaar zonder coronamaatregelen. De insteek van de tekst is echter een pak origineler. Hval schreef de tekst namelijk naar aanleiding van een huwelijksaanzoek dat ze kreeg tijdens één van haar optredens. Die vreemde gebeurtenis liet haar reflecteren over haar eigen leven. Ze was namelijk al getrouwd, en wat wilde dat nu eigenlijk precies zeggen over haar als persoon en als artiest? Is haar privéleven van belang op haar werk als artiest? Of is het net verraad tegenover de waarden die ze naar buiten probeert te brengen?

Als dat allemaal iets te existentieel klinkt, kan je ‘Year of love’ ook gewoon als aangenaam liedje opleggen. Het komt immers vanop haar nieuwste album ‘Classic objects‘, waarop de tegendraadse singer-songwriter zich misschien wel van haar meest toegankelijke kant tot nu toe laat horen. (Tobias)

14. Caterina Barbieri – At your gamut

‘At your gamut’ is een ongemeen harde binnenkomer op ‘Spirit exit’ van Caterina Barbieri. Het is de voorbode van wat acht nummers lang uitgediept en ontgonnen wordt. De weergalmende pulserende synths van Barbieri nemen je mee op een sonische reis die je doet dromen en tegelijkertijd weer met de voeten op de aarde zet. ‘At your gamut’ scant met haar muzikale spectrum op zoek naar emotie en transcendentie waarbij tijd en ruimte van ondergeschikt belang zijn. (Jonas Vda)

13. Caroline Polachek – Billions

Op een nieuw album van artpop-ster Caroline Polachek is het wachten tot volgend jaar, maar in 2022 loste ze wel enkele uitmuntende singles om de pijn te verzachten. Onze favoriet daarvan was ‘Billions’, dat ze begin februari uitbracht. De eerste helft van het epische nummer is vintage Caroline Polachek: een progressieve, feeërieke beat die dankzij de golvende bassen wat extra panache krijgt. Daarover wordt dan de betoverende stem van Polachek zelf gegoten, die immer klinkt alsof ze vanuit een soort roze mist staat te zingen. In de tweede helft transformeert ‘Billions’ tot het meest epische statement dat Polachek tot nu toe bracht, met behulp van een jongenskoor die het nummer tot epische hoogtes tilt. Voeg daar de vele referenties naar klassieke mythologie in de tekst en videoclip naar toe, en je hebt een voortreffelijk streepje mystieke pop. (Tobias)

12. Caroline – Good morning (red)

Een herkenbaar, vredig gitaarlijntje dat aanleunt tegen de zachte Mid-west emo van American Football of de emoricana van Pinegrove. De violen zorgen voor een feeëriek tintje, en in de zangstem zit een duidelijke snik. De schreeuwende parlando in de achtergrond maakt de sfeer op een bizarre manier emotioneel. Plots valt de song stil en is er nog tweeënhalve minuut lang ruimte voor stilte en abstracte experimentatie. Die avontuurlijke avant-folk van de tweede helft vind je ook terug op de rest van Caroline’s debuutplaat. Deze song is de meest normale eend in de bijt, en dus een logische keuze. En vooral: een prachtige single. (Frederik)

11. Gilla Band – Backwash

Wie nog zocht naar een repetitieve bass-slide die als draagberrie kan dienen voor alle ruis in het hoofd tijdens deze feestdagen, kan bij ‘backwash’ terecht. Wat start als gezapig – althans in het universum van Gilla Band – eindigt in een klein maar vurig spektakel geluidsgolven van effectpedalen en drums. Ondertussen declameert Dara Kiely rustig verder en doet de bass waarin de bass goed is, de draagberrie van het nummer vormen. (Jonas VL)

10. Fontaines D.C. – I love you

De bandleden van Fontaines D.C. vonden elkaar door een gezamenlijke liefde voor poëzie. Ze schreven als het ware versen, lang voor de eerste noot gespeeld was. Drie albums later is het gewoonweg fabelachtig in welke mate zanger Grian Chatten zichzelf heeft vereenzelvigd met de dichterspen.

‘I love you’ is wel degelijk een love song, maar tegelijk een politieke afrekening met de heimat. Een kritiek op Ierland, als tax- en drugshaven, en vooral als een land dat de kansen van zijn eigen jeugd de nek omwringt. En ze aldus jaagt richting emigratie. “This island’s run by sharks with children’s bones stuck in their jaws”, alludeert bijvoorbeeld naar de (religieuze) elite en de Bon Secours Mother and Baby Home. Een kraamhuis waar ongehuwde moeders werden misbruikt, en waar later 800 begraven lijken van baby’s werden gevonden. Die historische en hedendaagse schaamte wordt in het nummer gepaard met lofzang. Er is alsnog het hart dat bloedt voor Éire.

Aan de ongeëvenaarde tekstuele prestatie voegt de band ook de passende backing instrumentals toe. Mineure, duistere walmende gitaren en een baslijn die eenvoudig is, maar het publiek vanaf de eerste microseconde bij het strot grijpt. Het resultaat is een nummer, nee, een poëtische parel met muzikale elementen, waar nog lang over gesproken zal worden in allerlei kringen. (Louis)

9. Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – Ceci n’est pas un cliché

Eindelijk was er nog eens een Belgisch indie-album dat internationaal wat leek los te maken. En terecht. Onder de vleugels van de gebroeders Dewaele van Soulwax brachten Charlotte Adigéry en Bolis Pupul ‘Topical dancer’ uit, met hoge noteringen in eindejaarslijstjes afkomstig uit de hele wereld. Humor staat op het volledige album van het duo centraal, en ze ligt er ook dik op in single ‘Ceci n’est pas un cliché’. Zoals de, naar die naar andere Belgische kunstenaar verwijzende, titel al doet vermoeden steekt het nummer de draak met allerhande clichés die terugkomen in popmuziek.

“My heart is beating like a drum”, “I throw my hands up in the air” en “I was walking down the street” zijn maar enkele van de holle zinnen die Adigéry tijdens de strofe betekenisloos achter elkaar zet. Het refrein zet zich dan weer in met het, ironisch genoeg, erg aanstekelijke “You’re cold as ice” dat uiterst effectief op de heupen mikt. De productie van Pupul is sober maar verrassend dankzij onder meer de droge bas die wordt gemixt met de aan techno denkende beat tijdens het refrein. (Lowie)

8. Black Country, New Road – Concorde

‘Concorde’ start als een ontbolsterend fluisterlied dat zich hult in tedere dynamieken. Het hele instrumentarium van de band schittert daarbij  ongerept maar tactvol. Het feeërieke liefdeslied ligt ver verwijdert van hetgeen de band ons op op hun debuut bracht. Toch zien is er in de  schrandere opbouw en de muzikale verhaallijnen een herkenbaar patroon zichtbaar. Black Country, New Road klinkt op ‘Concorde’ zacht, frêle, maar vooral vastberaden. (Jonas VL)

7. Palmistry – Bad vibes (feat. Bladee & Isabella Lovestory)

‘Tinkerbell’ van Palmistry is een full length album dat slechts 15 minuten duurt, en waarop veel nummers aanvoelen als losse schetsen van aanstekelijke ideeën. Het nummer ‘Bad vibes’ is een uitzondering dat wel als een volwaardig nummer met een kop en een staart aanvoelt. Mede verantwoordelijk daarvoor zijn Drain Gang CEO Bladee en avant-reggaetonster Isabella Lovestory, die elk een vocale duit in het zakje doen. Samen maakt dit triumviraat van ‘Bad vibes’ een erg meeslepend en enigszins aanstekelijke track. Wat best een indrukwekkende verwezenlijking is, want de krijsende synths van ‘Bad vibes’ hadden in minder getalenteerde handen al snel als nagels op een krijtbord geklonken. In plaats daarvan krijgen we een experimentele en zelfs enigszins zwoele banger van Palmistry en co. (Tobias)

6. Kendrick Lamar – Mother I sober (feat. Beth Gibbons)

Kendrick Lamar worstelt met zijn demonen en spuugt ze uit op ‘Mother I sober’, een bijna zeven minuten lange schuldbelijdenis en dankbetuiging in één. Voortgestuwd door een repetitieve pianoriedel en verfraaid door tussen de verzen door Beth Gibbons van Portishead haar stem te laten schitteren. Het is Kendrick Lamar op zijn rauwst en eerlijkst: een tour de force die diep vanuit zijn ziel put. Het toont hoe artiesten hun ervaringen en pijn tot kunst kunnen verheffen die velen ook tot in hun kern raakt. (Jonas Vda)

5. Fontaines D.C. – In ar gCroithe go deo

Oftewel ‘voor altijd in onze harten’ in het Gaelic. De derde plaat van de Ieren had zich geen betere opener kunnen wensen. Een bezwerende a capella zwelt steeds meer aan, terwijl Grian Chatten op de voorgrond heerlijk charismatisch zeurt. Een ongeduldige bas en onheilspellende gitaardelay doen de komst van een orgelpunt vermoeden. Na haast tweeënhalve minuut vallen de drums inderdaad bevrijdend in. De druk is van de borst en er kan weer vrij worden geademd. Plots horen we een potige, strakke song die naar het einde toe steeds meer het delirium opzoekt. Een adrenalineshot dat trouwens ook live overtuigt.  (Frederik)

4. Destroyer – June

Frontman Dan Bejar gaat volledig spoken word op ‘June’. Het dikke zes minuten durende nummer van de Canadese indierockers Destroyer ademt één en al surrealisme in. Naast de erg dromerige productie en vele sfeerwissels draagt ook de absurde tekst hieraan bij: “Speaking of lifelike, this is what life’s like”, is er één van. Bejar springt van de hak op de tak waardoor de tekst aanvoelt als een soort collage. Nu eens ratelt hij over kunst, dan weer gaat hij door over de betekenis van liefde terwijl hij op het einde van deze gedachte “I barely know her” grapt. Het geheel zorgt voor één van de spannendste indienummers van het jaar. (Ewout)

3. Black Country, New Road – Snow Globes

Drie minuten en tien seconden: zo lang duurt het voordat ex-frontman Isaac Wood luidop begint te treuren. Tegen dan zijn we allang genadeloos bij de keel gegrepen door de ronduit prachtige slowcore-gitaarlijn, die negen minuten lang zal worden aangehouden. Denk: het beste van Godspeed You! Black Emperor, maar dan meer behapbaar. Er zit aanvankelijk veel geduld in deze song, maar omstreeks het midden neemt de onvoorspelbare hartzeer het definitief over. Die pijn resoneert niet enkel in Wood’s stem, maar tot in élk klein detail van de instrumentatie. Er is een uitzinnige drumimprovisatie die rechtstreeks op je hartkamers lijkt te trommelen. Een onrustige viool begeleidt de song in de laatste vier minuten richting zenuwinzinking. “Snow globes don’t shake on their own”, kreunt Wood. Telkens opnieuw lijkt er een sneeuwbol in ons strot vast te zitten. (Frederik)

2. Black Midi – Welcome to hell

‘Welcome to hell’ was de eerste single die leidde naar het demonische ‘Hellfire’, de derde worp van de fris klinkende knapen van Black Midi. Ze vertellen het verhaal van Tristan Bongo, een fictieve soldaat die aan PTSS (Posttraumatische stressstoornis, n.v.d.r) lijdt. Hij wordt afgeblaft door een commandant die de personificatie is van oorlogspropaganda en toxische mannelijkheid. Het narratief speelt zich weliswaar af achter een indrukwekkend muzikaal gordijn. Zowat alle kwaliteiten van het album zitten verpakt in dit nummer: de dreigende riffs, de theatrale presence van frontman Geordie Greep, de maniakale tempowisselingen… De band speelt samen met een hoogbegaafdheid om u tegen te zeggen en bouwt verder aan hun unieke muzikale taal.

Het is eigenlijk onmogelijk om het beste nummer uit ‘Hellfire’ te kiezen, aangezien het hele album één grote demonstratie is van het uitmuntend muzikaal en verhalend vermogen van de jonge Britten. Ook hun visuele identiteit is postmodern: de ecclectische aanpak van hun videoclips, hun hilarische aankondigingen op sociale media. Dan hebben we het nog niet gehad over de single- en albumcovers die telkens een heerlijke soep van clashende elementen tentoonstellen. Wie dacht dat rock al enkele jaren aan het uitdoven was, vindt hier meer dan een bakje troost. (Ismaël)

1. Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – It hit me

2022 was hét internationaal doorbraakjaar van het Gentse electropop duo Charlotte Adigéry en Bolis Pupul, al is het ‘It Hit Me’ wat hun uiteindelijk de beker schenkt. Het nummer is het protestnummer voor vrouwen: Het gaat over onrecht zoals begluurd worden in het openbaar tot over de ratrace waarin vrouwen geduwd worden door onder meer toxische berichtgeving in vrouwenbladen. Dat in combinatie met een beat om u tegen te zeggen deed mannen dit jaar over de hele wereld verstijven op de dansvloer. (Ewout)

Lees verder: 1 2 3 4 5