Jenny Hval toont zich van haar meest toegankelijke kant op ‘Classic objects’

door Martijn Bas

Al meer dan een decennium lang schuimt Jenny Hval de grens af tussen avant-garde en popmuziek. Soms resulteert dat in een album over menstruatiebloed en vampieren. Een andere keer betreft het een zoektocht naar wat “soft dick rock” precies inhoudt. Drie jaar geleden bereikte de Noorse een waar carrière-hoogtepunt met het geestverruimende ‘The practice of love’, een plaat die de perfecte balans weerspiegelt tussen haar experimenteerdrift en melodieuze songwriting. Vervolgens levert ze in 2021 met haar Lost Girls-project een geïmproviseerd – en bovenal – geslaagd elektronica-album af. What’s next? vroegen we ons af. 

‘Classic objects’ – haar eerste release voor 4AD – biedt in al z’n facetten een klaar en duidelijk antwoord: Jenny Hval heeft haar versie van een pop-album afgeleverd. De acht vederlichte tracks die je erop terugvindt zijn uitzonderlijk melodieus. Bovendien wijken ze qua tekst behoorlijk af van wat we van haar gewend zijn. Zo bezingt ze vooral uit het leven gegrepen gebeurtenissen (al dan niet met een bovennatuurlijke twist), zoals haar studies in Australië (de titeltrack), of een huwelijksaanzoek tijdens een van haar shows (‘Year of love’). Het is een vertelstijl die zeker wordt gesmaakt en een heel ander licht werpt op deze anders zo ongrijpbare artieste. 

Ook de muziek zelf is een sprong zijwaarts ten opzichte van haar vorig werk. De elektronica die de laatste albums de plak zwaaide, wordt aan de kant geschoven voor een meer naturel geluid. Je hoort akoestische drums en basgitaren passeren, bijna altijd vergezeld van tabla’s en conga’s die een erg ontspannen setting creëren. En de kleurrijke synthesizers en refreinen brengen de songs iedere keer opnieuw in de stratosfeer. Je kan het een vreemde keuze vinden om haast elke song dezelfde opbouw te geven. Toch werkt het in de context van dit album. 

Hval zou zichzelf niet zijn als ze haar publiek niet een beetje zou uitdagen. ‘American coffee’, het beste nummer van de plaat, bevat namelijk een indrukwekkende aaneenschakeling van akkoordprogressies waarbij je de draad snel zou kwijt geraken als je even mijmert. Nadat ‘Jupiter’ met z’n explosief cymbaalwerk een supernova lijkt na te bootsen, lijk je bijna in een zwart gat te worden gezogen gedurende de vier minuten durende drone-outro. Dit is weer de Jenny Hval die we kennen van vroeger. Wat had je dan gedacht, dat Jenny Hval muziek maakt die je tijdens familiedinertjes kan draaien? (Wel, misschien kom je er met ‘Classic objects’ nog nét mee weg.)

Verder zijn er geen radicale experimenten terug te vinden op ‘Classic objects’. Ergens is dat jammer. Tegelijkertijd ook niet, want je krijgt er een consistent album voor terug. Bovendien zijn de songs in al hun zweverigheid erg gelaagd, zowel tekstueel als in compositie, waardoor er bij elke luisterbeurt wel een nieuw detail opvalt. Wie de overige albums van Jenny Hval net wat te moeilijk vond, moet ‘Classic objects’ zeker eens een kans geven, wij kunnen deze salonfähige versie alvast appreciëren. 

Op zondag 10 april zal Jenny Hval haar nieuwe album live voorstellen tijdens het BRDCST festival. (Info & tickets)