Hoera, Pukkelpop! Ook dit jaar is er weer een delegatie van Indiestyle aanwezig op de Kiewitse festivalweide om drie dagen lang verslag aan jullie uit te brengen. Eerste ‘volwaardige’ festivaldag donderdag leek op papier misschien wel de allerbeste, en de eerder op onze site verschenen recensies van Solange, The xx en Interpol spreken dat alvast niet tegen. Mac DeMarco viel dan weer een beetje uit de boot. Zoals we van Pukkelpop gewoon zijn, stond er uiteraard nog veel meer interessants gepland. Met een goed gevulde planning trokken onze schrijvers de weide op, lees hieronder wat ze zagen en wat ze ervan vonden.
Onze eerste echte Pukkelpopdag ging van start met een optreden van de veel getipte Noorse nieuwkomer Sigrid. In de Club gaf ze voor een verbazend groot aantal mensen een performance die alleen maar het beste deed beloven voor haar toekomstige carrière. Van een gebrek aan podiumervaring had de alt-popartieste totaal geen last. Net zoals ze bij Jools Holland het publiek inpakte met een fantastisch gestript ‘Don’t kill my vibe’, charmeerde de jonge Scandinavische met een zelfzekerheid en een persoonlijkheid die haar nog ver kan brengen. Het songmateriaal, gebracht met de streken van MO en volgens het boekje van Lorde, kon dan wel nog niet een hele set boeien – daarvoor leken alle liedjes iets te veel op elkaar – met ‘Plot twist’ en dat geweldige ‘Don’t kill my vibe’ wist de spring-in-het-veld toch een stevige indruk na te laten. (Thomas)
De eerste volledige Pukkelpopdag startte voor mij met Glints. De rapper uit de Run Tell Secrecy-stal had de eer om de Castello te openen. Daarvoor had hij een band meegenomen, die afwisselend succes boekte. Af en toe gaven ze de nummers een melancholische toets, maar tijdens de afsluiter creëerde Glints hype, die totaal in het water viel toen de band inviel. Aan de rapper zelf lag alleszins niet. In een opvallende outfit met gele broek, bracht hij zijn strofes met een heerlijk vet Brits accent. Hij toonde ook dat hij de kunst van een podium in te pakken volledig onder de knie had. Het was aangenaam dat hij niet opteerde voor de dj-en-rapper-opstelling, maar omdat er last minute een andere bassist moest gezocht worden, was de band niet even goed op elkaar ingespeeld. (Daan)
Nog maar een jaar bestaan, een behoorlijk uit de kluiten gewassen ‘randpodium’ van Pukkelpop openen én mensen aan het bump-and-grinden krijgen voor de avond valt? Het is niet velen gegeven, maar blijkt geen probleem voor blackwave. Een energieke, sympathieke én muzikaal sterke set waarbij stevig wat Jay Z gekanaliseerd werd was exact hetgeen we nodig hadden om onze dag mee te beginnen. Of het soms knullig overkwam? Natuurlijk, maar dat is leuk. De big dreams van blackwave. zouden wel heel snel in vervulling kunnen gaan als ze kunnen verdergaan op dit élan. (Romina)
Een pruik, een klapstoel, een kamerjas. Meer heeft Mykki Blanco niet nodig om je op drie kwartier te overtuigen van het feit dat zij/hij dé shit is. De muzikale shit, want met debuutalbum ‘Mykki’ heeft hij/zij er meteen een resem uitstekende nummers bij om live te spelen. Hoogvliegers waren zonder twijfel ‘Hideaway’ en ‘The plug won’t’. De performante shit, want een show van Blanco is bijna even analyseerbaar als een werk van Abramovic. De politieke shit, want die Blanco weet wel een stukje te redevoeren. En net wanneer we dachten: “niet het meeste enthousiaste publiek dit,” stroomde de gehele tent leeg omdat iedereen uitzinnig achter een op hol geslagen Mykki aan liep om buiten nog wat te staan joelen. Wij hebben ons al wel minder geamuseerd. (Romina)
In de Castello kwam Abra ons laten zien waarom zij een van de r&b-vernieuwers is om in de gaten te houden. Daarvoor had ze niemand minder dan Zora Jones als dj meegebracht, een keuze die meteen illustreert dat de jonge Amerikaanse niet vies is van wat experiment. Hoewel het toch nog vrij vroeg op de dag was, kreeg de muzikante de tent vlotjes in beweging met nummers uit haar ‘PRINCESS’-ep en het uitzonderlijk sterke afsluitende duo van ‘Roses’ en ‘Fruit’. Dit was echt r&b op maat van de Castello: dansbaar, duister en vernieuwend – perfect voor wie op Pukkelpop toch iets meer uitdagende muziek zocht en een gaatje in zijn planning had tussen Mykki Blanco en Solange. (Thomas)
Nog een rapper die niet voor de easy way opteert was Vince Staples. Helemaal alleen op het grote podium van de Dance Hall gaf hij een meesterlijk optreden. Aan opwarmen deed hij niet, want al meteen passeerden ‘BagBak’, ‘Ascension’ (de scherpe samenwerking met Gorillaz) en ‘Señorita’. Tijdens wat minder opzwepende songs uit ‘Summertime ‘06’ kreeg ik eindelijk de kans om de intelligente setup te bewonderen. Staples stond de hele tijd in nevelen gehuld te rappen, terwijl het grote led-scherm constant oplichtte in het oranje van ‘Big fish theory’. Tijdens ‘745’ werd daar een rijdende BMW over geprojecteerd, verder in de set zwommen grote silhouetten van goudvissen over de lichtshow. Op muzikaal vlak bleek vooral hoe goed ‘Big fish theory’ overkomt op een podium. De bouncy beats van ‘Big fish’, ‘Homage’ en ‘SAMO’ zorgden voor een broeierige sfeer, maar vooral ‘Yeah right’, met SOPHIE aan de knoppen, zorgde voor een sterke interactie tussen de rapper en het publiek. Vince deed voor de rest niet aan publiekspraatjes, maar iedereen die de rapper wat kent, weet dat je zoiets niet hoeft te verwachten van een van de ‘realest rappers in the game’. Het snerpende ‘Blue suede’ kwam aan als een mokerslag, maar gelukkig was er daarna ademruimte met afsluiter ‘Norf norf’. Vince Staples zette de lat voor de komende artiesten meteen torenhoog. Vooral de manier waarop hij zijn show gaf, mag (moet) een voorbeeld zijn voor zijn collega’s. Ook hij gebruikte backing vocals, maar dan als ondersteuning voor zijn eigen bars (die hij zonder extra hulp bracht) in plaats van ze in te zetten uit gemakzucht of als vangnet. (Daan)
Wanneer PJ Harvey niet gaat voor beste headliner neemt ze zonder probleem genoegen met beste lipliner. Zonder oppervlakkig te willen overkomen kunnen we er niet rond even te benadrukken dat Polly Jean er fantastisch uitziet. Als een statueske elf die zelfs Tolkien niet bij mekaar had kunnen dromen doet zij iets dat je enkel in het Engels mooi kan uitdrukken: commanding the stage. De set die ze bracht putte redelijk uitvoerig uit haar laatste album, waardoor een sfeertje van ijzige tristesse niet te vermijden bleek. Toch zat er magie in de lucht, mede door het veelvuldige gebruik van haar bandleden als achtergrondkoor en de esoterische blazers. Wanneer ze dan een van haar monsterlijk hits, ‘To bring you my love’, laat klinken kunnen zelfs de weergoden zich niet langer houden en prijkt er plots een regenboog boven de propvolle Marquee. Als zelfs de natuur vrolijk meeviert, dan weet je dat het goed zit. (Romina)
(Foto’s: Guillaume Decock)
Even later stond Stormzy op hetzelfde podium. Aan de tot de nok gevulde Dance Hall was duidelijk te zien dat de Lukaku-dubbelganger de populairste grime-artiest van het moment is. Jammer genoeg schotelde hij een te makke show voor. Grime hoort rauw, vies en rafelig te zijn, maar de lange bindteksten lieten telkens opnieuw de opgebouwde energie vervliegen. Afsluiters ‘Big for your boots’ en ‘Know me from’ lieten de tent wel in het rond springen, maar spoelde de wrange smaak die ik opgelopen had van de ‘Shape of you’-remix jammer genoeg niet weg. Het crossoverappeal van Stormzy zorgt er wel voor dat hij zo groot geworden is, maar heeft helaas gedrochten als dit als gevolg. Het is op die manier wel makkelijk om in de negatieve YouTube-reacties die standaard aanwezig zijn mee te gaan. (Daan)
Blijkbaar had de hele weide het plan opgevat om Mura Masa aan het werk te zien. Eens ik enigszins in de tent geraakt was, bleek dat ik verloren moeite had gedaan. De Londenaar moest met een fijne plaat met enkele alomtegenwoordige hitjes de bal enkel maar in het doel koppen, maar schoot onbegrijpelijk naast. De vele grote namen die in zijn songs opduiken, werden live allemaal door een zangeres overgenomen, en die miste helaas podiumprésence. Hierdoor kwamen de instrumentale stukken veel beter over, maar omdat ze het podium bleef op- en afkomen steeg de hele show niet boven de middelmaat uit. Zelfs de onuitgesproken beloftes van ‘Firefly’ en ‘Lovesick’ konden mij niet overtuigen om tot het einde te blijven. (Daan)
Ty Segall maakt een nieuwe plaat, komt deze spelen in een concertgebouw of tent in uw buurt, breekt het kot af, laat een zwetende menigte achter en vliegt vrolijk weer naar huis. Met zijn eponieme laatste plaat heeft hij weer een nieuw arsenaal aan riffrockers mee waarop je jezelf in de knoop kan moshen, en dat gebeurde dan ook gretig. Veel hoeft er eigenlijk niet gezegd over Ty: dit was verreweg het meest simpele, oprechte en overheerlijke gitaarmoment van de dag. (Romina)
Ondertussen speelde in de Castello Joy Orbison ten dans. De weinige mensen die wel zin hadden in een feestje maakten een goeie keuze om hier te komen postvatten. De Brit schotelde ons warme house voor met een fikse scheut soul eronder gemengd. Hij had heel fijne selecties die niet ‘obscuur waren om obscuur te zijn’ – zoals nu wat in zwang is in het housewereldje – en die uitermate effectief bleken. Ondanks (of dankzij) verrassende overgangen, raakte ik vanaf minuut 1 in een goeie danssfeer. (Daan)
Apparat is goed. Modeselektor is heerlijk. Moderat is bijna ongelofelijk. De som der delen is bezig met een laatste paar concerten voordat ze weer ieder in hun uppie muziek gaan maken voor een tijdje, en dat maakte hun passage op Pukkelpop des te begeerlijker. Teleurstellen kunnen ze volgens ons simpelweg niet, dus de vraag ‘was het goed?’ is hier niet aan de orde. Het enige minpunt aan dit optreden was de aanwezigheid van andere mensen, want dat is nu net het enige dat de muziek van Moderat minder goed kan maken. Op een festival een beetje moeilijk, we zijn er ons van bewust, maar we droomden er toch van om languit op een veldbedje in het midden van de Marquee moederziel alleen naar Moderat te kunnen luisteren. Die dagdroom alleen al was voldoende om met gesloten ogen de rest van de wei/wereld even te kunnen vergeten. Om dan een schop in het gezicht te krijgen wanneer afsluiter ‘Bad kingdom’ losbarst natuurlijk. (Romina)