Denzel Curry keert terug naar de buurten waar het allemaal begon op ‘Zuu’

door Bert Scheemaker

Alsof de duivel  hem op de hielen zit: aan dat tempo brengt Denzel Curry de laatste tijd muziek uit. Na het vorige zomer ontzettend goed onthaalde ‘Ta13oo‘, is hij een klein jaar later alweer terug met een nieuw album, ‘Zuu’. De rapper uit Florida (al woont hij ondertussen wel in Los Angeles) heeft intussen zijn naam en faam gemaakt en lijkt het tijd te vinden om iets terug te geven aan de stad waar hij opgroeide. Want hoewel we weer overal belanden met Curry, is het centrale thema deze keer Miami. Befaamd van de Heat, Disneyland en sinds dit jaar ook van Denzel Curry.

En dat thema wordt meteen in de verf gezet. Opener ‘Zuu’ is een ode aan zijn buurt, Carol City. De song is een knappe samenvatting van waar Curry nu juist voor staat: een Dragonball Z-referentie (Majin Buu), heel wat hype in het nummer en een roepende rapper die als een volleerde volksmenner zijn boodschap weet over te brengen. Het is alles of niets bij Curry, voor minder dan 100% doet hij het niet meer. Met als gevolg dat wanneer hij Carol City omschrijft als een betonnen zoo, we merken dat we onbewust overenthousiast “zuu” meelippen.

Daarna komt ‘Ricky’ de boel op stelten zetten. Die eerste single, een ware kopstoot, steunt net zoals bijna het hele album op de kunsten van FNZ, een producersduo uit Perth, Australië. En dat mag toch wel opmerkelijk gevonden worden, daar het duo vrij goed de sfeer van Miami weet vast te leggen op de geluidsband. Een bijna schrijnend verhaal van hoe hij van rags tot de riches geklommen is, met onderweg de dood van zowel zijn vader als broer: het geeft nogmaals aan dat Denzel Curry veel meer is dan de roeper die men op het eerste zicht hoort en ziet. Net als op ‘Ta13oo’ schuwt hij hier op geen enkele manier de grote onderwerpen.

Het tempo gaat er nooit uit op ‘Zuu’, wat moeilijk anders kan. Afklokkend op minder dan halfuur weet Curry toch twaalf nummers in het album te pompen, waardoor rustpunten quasi onbestaande zijn. In ‘Wish’ komt de lokale rapper Kiddo Marv meedoen, al blijft het toch Curry die de spotlights opeist, met onder meer een refrein waarin hij zichzelf op grandioze wijze omschrijft als een versierder pur sang. En wie Miami zegt, zegt natuurlijk Rick Ross. De gehele wereld wacht nu al eventjes tot de boss zelf weer eens iets uitbrengt, maar in tussentijd komt hij toch eventjes tonen dat hij het rappen nog niet verleerd is. Op een beat die ogenschijnlijk uit de koker van Forest Swords komt, gaan beide rappers lekker hard over hoe gevaarlijk de straten van Miami kunnen zijn – het klassieke gezwets over wapens en drugs, al worden we dat nooit beu als het gebracht wordt zoals Curry en Ross het hier doen.

Wie dacht dat het niet beter kon, wordt daarna getrakteerd op het tweeluik ‘Automatic’ en ‘Speedboat’, dat de tweede single van het album is. ‘Automatic’ is gemaakt voor de hitlijsten. Tay Keith, die de laatste tijd vaak samen met Drake de studio indook, neemt hier plaats achter de knoppen en tovert als vanouds met beats. Hitpotentieel te over bij deze samenwerking, en ‘Speedboat’ valt onder diezelfde categorie: een verslavende beat, een oorwurm van een refrein én het nummer voor de meerwaardezoeker. De twijfel in Curry’s hoofd komt hier het best naar voor, met overpeinzingen over de dood van XXXTentacion en over het al dan niet kiezen van het goede pad, wat dat ook moge zijn.

Daarna volgen twee korte stukjes, ‘Bushy B interlude’, waarin Curry zelf nog even rapt, en ‘Yoo’, dat bestaat uit een boodschappenlijstje dat per telefoon doorgegeven wordt. Vulling die even een rustpunt verschaft vooraleer we weer keihard op de Curry-hype train springen die onverminderd voortdendert in ‘Carolmart’, een ode aan de vroegere (en ondertussen verdwenen) plaatselijke vlooienmarkt. Nog een stukje harder is ‘Shake 88’, waarvan we nu al voorspellen dat het een bom zal zijn live. Een waar anthem heeft hij hier mee in handen, eentje waarbij we het publiek al en masse “she gon’ shake that ass ’cause she only live once” horen meekelen. Dat het en passant doet denken aan een liedje dat Rick & Morty uit de gelijknamige serie maakten, zal alleszins geen kwaad kunnen. Dat is de kracht van Curry: hij weet zijn publiek aan te spreken. Na de knipogen naar Dragonball Z en Rick & Morty volgt in de beenharde afsluiter ‘P.A.T.’ zowaar nog het namedroppen van Voldemort.

En zo eindigt de korte en uitermate leuke rit door de buurten waar Curry opgroeide. ‘Zuu’ is een machtige plaat, al moeten we eerlijk toegeven dat we misschien toch nog steeds ‘Ta13oo’ prefereren. Langs de andere kant, als dat het enige minpuntje is dat we kunnen aanstippen, dan heeft Curry toch weer een enorme krachttoer uitgehaald. Een halfuur schaamteloos goeie en harde hiphop, meer moet dat niet zijn.

Denzel Curry speelt vrijdag 28 juni op Rock Werchter en staat in de Ancienne Belgique op 10 december (info & tickets).