‘Dragon new warm mountain I believe in you’ is de langverwachte opvolger van Big Thief’s in 2019 verschenen albums ‘Two hands‘ en ‘U.F.O.F.‘. Met nummers over vertrouwde thema’s als liefde weet de band toch opnieuw te floreren. Dit doet het enerzijds dankzij snuggere teksten die bol staan van Bijbelmetaforen, maar tevens ook humor bevatten. Anderzijds gebeurt dit met behulp van een gewaagde productie met invloeden van triphop tot Four Tet.
Nadat de band in 2019 nog twee albums uitbracht, maakte het hier en daar enkele afdwalingen. Zo waren er soloreleases van zowel frontvrouw Adrianne Lenker als gitarist Buck Meek, en ook nog een ambient release van drummer James Krivchenia. Op ‘Dragon new warm mountain I believe in you’ keert de band terug naar haar vertrouwde thema: de liefde. De vooruitgeschoven single ‘Change’ begint met een metafoor over de verandering van natuurelementen. Al eindigt het snel in bittere liefdesheil: “Could I feel happy for you / When I hear you talk with her like we used to? / Could I set everything free / When I watch you holding her the way you once held me?”. Diezelfde wanhoop klinkt ook op leadsingle ‘Little things’: “Maybe I’m a little obsessed/Maybe you do use me”. Toch is het niet altijd kommer en kwel. Zo is er bijvoorbeeld het heerlijk romantische ‘By your side’. “When all material scatters / And ashes amplify”, zingt Lenker onder begeleiding van een intieme gitaar. “The only place that matters / Is by your side.”, besluit ze zelfzeker.
Dit alles wordt verhaald met behulp van weldoordachte teksten. In ‘Spud infinty’, dat door middel van een mondharp in een country-jasje wordt gestoken, rijmt ze ‘Knish’ met ‘Finish’. ‘Sparrow’ brengt dan weer door middel van vier opeenvolgende lijnen die afsluiten met ‘Apple’ een hedendaagse versie van het Bijbelverhaal van Adam en Eva. Ook ‘Blurred view’ maakt gebruik van Bijbelmetaforen – ditmaal van Genesis – om de tekst over prille liefde extra kracht bij te zetten. Al gebruikt de band zeker niet enkel bloedserieuze beeldspraak. Nieuw in deze plaat in vergelijking met de rest van zijn ouvre is dat de band tevens durft humor in te zetten. Zo wordt in ‘Spud infinity’ de gevangenschap van geest in lichaam vergeleken met een aardappel knish (een typisch Joods gerecht) die te lang in de oven zit.
De productie van het album is heerlijk gewaagd. De band beperkt zich zeker niet meer tot hun klassieke folkrock sound. Zo horen we electronica-invloeden à la Four Tet’s ‘Two thousand and seventeen’ uit ‘New energy‘ in ‘Heavy blend’. In ‘Flower of blood’ horen we dan weer een dreampopsound dankzij een overvloed aan pedaaleffecten en schijnbaar gesamplede drums. Bovendien zijn de invloeden van trip hop wijdverspreid doorheen de plaat, met hoogtepunt in ‘Blurred view’, dat op heerlijk donkere wijze de A-kant afsluit. Dit in schril contrast met de harmonie waarmee de B-kant vervolgens begint. Het album is overigens erg gedetailleerd uitgewerkt. Dit is is te danken aan alle muzikanten die met grote professionaliteit te werk gingen. Het kleinste detail is hoorbaar, van ultrazachte pianoakkoorden tot xylofoons die op ijskristallen lijken.
Het album bevat een enorme dosis detail, veelzijdigheid en ambitie. Toch is dit niet hét album dat zal uitsteken binnen het grote oeuvre van de band. Daarvoor is het album, met zijn gigantische hoeveelheid nummers, net niet compleet genoeg. Het lijkt soms een tikkeltje te veel op een verzameling nummers doordat de sfeer van opeenvolgende nummers plots onverklaarbaar omslaat. Maar goed, als dat het enige is wat op een album van een kleine anderhalf uur is aan te merken, mogen we zeker niet klagen. Slottrack ‘Blue lightning’ eindigt met de vertrouwde indiefolk. “I wanna be the shoelace that you tie“, zingt Lenker bitterzoet. Nadat het nummer is neergelegd klinkt een stem die “What should we do now” besluit. Net ‘dat’ is wat Big Thief zo uitzonderlijk maakt: ze hebben steeds die drang een nieuwe uitdaging op te zoeken. En daarin weten ze telkens met verve te slagen.
Big Thief speelt op zondag 3 juli op het reeds uitverkochte Rock Werchter.