Car Seat Headrest omarmt de tegenstrijdigheden op ‘Making a door less open’

door Gertie van den Bosch

Op vijf jaar tijd stapte Will Toledo met Car Seat Headrest over van de vergetelheid op de achterbank naar het huis der afgevaardigden van de indierock, hoewel ze daar ondertussen ook al aardig aan hebben gesleuteld. In de spotlights staan, was nooit echt voor Will Toledo weggelegd, maar er is nu wel een punt aangebroken om dat zelf in de hand te werken. Terwijl drummer Andrew Katz de afgelopen twee jaar enkele knotsgekke discotheekalbums maakte met het satirische project 1 Trait Danger, ontwikkelde Will daarin zijn alter ego ‘Trait’ dat steeds een gasmasker draagt. Dat masker bewees alvast zijn nut voor het doen van de afwas, maar het plan is om dat ook op podium te dragen, zodra de situatie dat toelaat. Waarschijnlijk had hij er niet op gerekend dat we dan allemaal maskers zullen dragen.

Wat begon als een leutig zijprojectje, mondde uit in de voedingsbodem voor CSH’s vijftiende album. ‘Making a door less open’ klinkt braaf gezegd wat anders dan voorheen. Het album markeert het paradoxale bestaan van een wereldbekende artiest die de autodeur wil dichttrekken om goede nummers te schrijven. Hoe kan je de deur dichttrekken als die al wijd open staat? Het antwoord: ze nog meer openduwen.

Door de bemoeienis van EDM- en dance-invloeden van 1 Trait Danger, klinkt ‘Making a door less open’ veel meer poppy en optimistisch, wat je dus volgens CSH-standaarden een serieuze tegenstelling zou kunnen noemen. ‘Weightlifters’ zet de toon. Will klinkt onzeker, maar steeds hoopvol en luchtig met “your thoughts can change your body”. Er is plaats voor spot en ontnuchtering op meezinger ‘Hollywood’ en ‘Martin’ verlangt naar verbinding met rooskleurige laagjes van de akoestische gitaar, een trompet, synthklanken en gekke stemvervormers. Naast die nieuwkomers, vinden we ook oerdegelijk CSH-geluid op ‘There must be more than blood’ en ‘Life worth missing’, introverte rock-kleppers die ontaarden in epische monologen.

‘Can’t cool me down’ is een spelletje op de MIDI met simpele synthtoetsen, een muzikale inversie op het einde en daartussen nog meer afwisseling van instrumentele momenten en spoken word. Wanneer ‘Hymn’ door de de circuits wordt gejaagd, klinkt het als een vreemd stemexperiment om de werking van je huig te testen. In die speeltuin klinkt het album wat rommelig en verwarrend, maar het creatieve proces werkt gewoon zo en CSH is er nog volop mee bezig. Er komen drie verschillende versies van ‘Deadlines’ uit: de ‘Hostile’ versie is een zwaarder en vertrouwd rocknummer, terwijl ‘Thoughtful’ daartegenover staat als een dansvloervuller met een bombardement van elektronische geluiden: he-le-máál niet wat we hiervan verwacht hadden.

Car Seat Headrest heeft een album gemaakt dat wazig, empathisch, maar hoopvol is. De afkeer tegen traditionele structuren betekent dat elk nummer nieuwe plaatsen verkent. Het experiment is nog niet voltooid, en hopelijk eindigt het proces nooit. Het is nog zoeken naar hoe ver de deur toe kan voor hij dichtklapt, maar op het album bewijst Will alvast dat je een masker kunt dragen en toch je ziel blootgeven, commerciële muziek maken en je er tegelijk tegen afzetten.