Earl Sweatshirt gaat diep op ‘Some rap songs’

door Bert Scheemaker

Earl Sweatshirt heeft schijnbaar last van de Radiohead-ziekte. Nu ja, ziekte… Zelfs als hij een scheet laat, schrijft de gespecialiseerde pers dat het een stroke of genius is. De cultheld, die eerder deel uitmaakte van het collectief Odd Future Wolf Gang Kill Them All (het geesteskind van Tyler, The Creator) is weer aan de oppervlakte komen drijven met ‘Some rap songs’, drie jaar na zijn vorige project ‘I don’t like shit, I don’t go outside’.

De titel is alleszins goed gekozen. ‘Some rap songs’ bestaat inderdaad uit enkele liedjes. Vijftien om precies te zijn, die samen amper vijfentwintig minuten duren. Tot zover de aanval op de streaminglijstjes. Al is het Earl Sweatshirt daar allerminst om te doen. De knaap, die ooit in een heropvoedingskamp terechtkwam en zo de slogan ‘Free Earl’ mee hielp lanceren, maakt al langer atypische hiphop. De zonnige vibe, die je zou verwachten bij iemand die zijn broek hoofdzakelijk in en rond Los Angeles versleet, is vaak afwezig in zijn werk. Het grauwe, kille New York lijkt meer zijn habitat te zijn, want die sound brengt hij op ‘Some rap songs’ een stuk meer naar voor.

Niet verwonderlijk, wanneer we skatester turned rapster Navy Blue zien opduiken in ‘The mint’. Verder maakt ook Standing On The Corner zijn opwachting (‘Ontheway’) en is er ook aan zijn ontluikende vriendschap met rapper MIKE amper te ontsnappen. De gemene deler? New York. Daar stopt het niet. De productie, die hij grotendeels zelf in handen nam, is grauw, minimaal en doordrongen van lofi. Een ideaal snoepje dus voor wie door de week zijn neus ophaalt voor hiphop, maar toch af en toe wil meedoen met de cool kids.

‘Some rap songs’ situeert zich ook een stuk meer in het rapspectrum van het genre dan in de hiphop. De hiphop is bijna niet bestaande, buiten dan de algemene vibe en attitude. De rap, daarentegen… Niemand moet Sweatshirt leren hoe hij bars neerlegt. En ondanks dat het kleinood amper een halfuurtje duurt, gaan er amper seconden voorbij die hij niet opvult met zijn monotone, verslavende stem. Aan het eind van de dag zijn het echter de teksten die tellen. En die gaan naar goeie gewoonte diep. Sweatshirts filosofie is dat hij er naar streeft om met zo weinig mogelijk woorden veel te kunnen zeggen, en daar slaagt hij in. De moeilijke relatie met zijn inmiddels overleden vader, de gevoelens van zijn moeder (die meermaals een kleine cameo heeft)… hij neemt geen blad voor de mond. ‘Peanut’ en ‘Azucar’ zijn misschien wel de mooiste voorbeelden van zijn reflectie.

Over het algemeen is dit een zwaar album. Sweatshirt houdt zijn verses simpel genoeg dat iedereen ze vrij laagdrempelig kan verstaan (zo is de beeldspraak ingeruild voor kale waarheden), maar het gebrek aan traditionele ijkpunten als refreinen en dergelijke, maakt van ‘Some rap songs’ een moeilijke luisterbeurt. Tierra Whack deed het eerder dit jaar ook al met haar baldadige ‘Whack world’, al was dat toch nog een iets meer te behappen album. Dit is een aardedonkere plaat die heel wat van de luisteraar vraagt.

En dus maken we toch nog de kanttekening of die luisteraar nog echt bereid is om daar zo veel moeite in te steken. Iedere vrijdag worden we bedolven onder een nieuwe lading albums en hoewel ‘Some rap songs’ een essentiële plaat is in de rapgame dit jaar, is dit lastig te luisteren project waarschijnlijk niet zo simpel te verkopen aan iemand anders dan zijn die hard fans. Om nog maar te zwijgen over hoe Sweatshirt dit zal vertalen naar een podium. Kunst met een grote K, dat zeker, maar daarvoor is het nog niet geschikt om een groot publiek te vinden, zelfs binnen de fans van het genre. Of dat daarom een minpunt is, is niet aan ons om uit te maken.