Het bombastische revivalisme werkt niet voor Vampire Weekends ‘Only god was above us’

door Yannick Verhasselt

Ezra Koenig en co moesten zich herbronnen naar het mislukte ‘Father of the bride‘. Daar waren zowel fans als de band zélf het eigenlijk roerend over eens. Op hun langverwachte nieuwe plaat ‘Only god was above us’ tracht de band bekende, succesvolle vaarwaters te betreden die wél werkten en ze in een nieuw, hedendaags jasje te stoppen. De bombastische poging om zichzelf terug de relevantie in te spelen, is tevergeefs en vooral doorzichtig.

Vampire Weekend is altijd wel groots geweest in hun instrumentatie. Pianotierlantijntjes, peppy gitaren en hier en daar een strijkerssectie, blijkt meer dan eens een formule tot succes zijn geweest die hier meermaals wordt aangeraakt. Het album opent dan ook met een drietand dat je muzikaal tracht omver te blazen. ‘Ice cream piano’ en ‘Capricorn’ zijn niet alleen grandioos en noisey, maar vooral vervelend luid. En hoe komt het dat we dat gitaarriedeltje centraal in ‘Classical’ ergens anders van kennen?

Toch kunnen we het gevoel niet van ons afschudden dat zelfs prima nummers als ‘Classical’ of ‘Capricorn’ riffs in zich hebben die even goed op ‘Modern vampires of the city’ hadden kunnen gestaan. Een album dat binnenkort elf (!) jaar wordt. De impact van beiden, ligt vooral in hun bombastische arrangementen. De longevity, schatten we echter vrij beperkt in.

Het meest unieke nummer is waarschijnlijk ‘The surfer’ dat qua percussie inspiratie haalt uit een hiphopbeat. Het nummer meandert heerlijk over in een trippy indiepop-elementen met prachtige pianoarrangementen. Ook het hazy ‘Pravda’ is één van de hoogtepunten op het album. De track is een slow-burning psychedelische popsong dat elementen van nostalgie verkent. Tussen alle groteske nummers op het album, voelt het fijn om een less-is-more-nummer tussendoor te krijgen.

De plaat is echter één van de meest bewerkte en onoprechte pogingen van Koenig en co. ‘Gen-X cops’ en ‘Prep-school gangsters’ herbergen beide verschrikkelijk herwerkte gitaarlijnen in zich. Bovendien vertellen ze in se ook weinig nieuws – iets wat opgaat voor wel meerdere nummers op het album. Sociaal-politieke commentaar heeft altijd wel in de songs van de band geworteld, maar wat zegt ‘Mary boone’ uiteindelijk écht? Muzikaal is het verder een nummer dat werkelijk nergens heen lijkt te gaan. De plaat lijkt vanalles willen te doen, maar houdt niet vast aan één of enkele thema’s om die effectief ook goed uit te werken. Zowel de lijn als de intensiteit vraagt van de luisteraar om steeds van richting mee te veranderen met de band.

Er is een blijvend gevoel dat we veel van de trucs die de band hanteert al eerder hebben gehoord. Vampire Weekend stond ooit, even, aan het voorplan van de indierock-scene. Uiteraard zou het oneerlijk zijn om terug te keren naar een business as usual na ‘Father of the bride’, en eerlijk? Can you blame em? De brand tracht zich via het album faliekant af te scheiden van hun Californian era. Het doet uiteindelijk weinig om de leegte die in het hele album heerst, te verbergen dan met bruisende, overweldigende instrumentatie. Hell, zelfs de hoes is één groot cliché op zich. We snappen het, je bent van NYC.