Jesu doet ongegeneerd verder aan zelf-exploitatie op ‘Terminus’

door Martijn Bas

Justin Broadrick kan je gerust een begrip noemen in de metal-wereld. In de jaren 80 maakte hij eerst furore met het legendarische Napalm Death, waar hij de gitaar voor z’n rekening nam op de grindcore-klassieker ‘Scum’. Vervolgens stampte hij met Godflesh zelf een invloedrijk project uit de grond en katapulteerde zichzelf tot een van de vaandeldragers van industrial metal.

Ondanks de associatie met extremere genres, heeft Broadrick ook platen gemaakt die je kan draaien zonder je schoonouders compleet de stuipen op het lijf te jagen. Natuurlijk hebben we het hier over Jesu, waar Broadrick zijn waardering voor dreampop en melancholische electronica verzoent met z’n metal-roots. Inmiddels heeft hij met Jesu al zodanig veel materiaal uitgebracht, dat je eigenlijk amper nog kan spreken van een zijproject. Zo is ‘Terminus’ de zesde langspeelplaat sinds het zelfgetitelde debuut uit 2004 (samenwerkingen even niet meegerekend).

Opener ‘When I was small’ is meteen Jesu volgens het boekje : lompe drums, laag-gestemde gitaren en daarbovenop de echoënde zang van Broadrick. Zijn unieke sound is heavy, maar toch tegelijkertijd zalvend door de zweverige synths die sporadisch komen bovendrijven. ‘When I was small’ is een prima nummer, en in de vorm van de titeltrack en ‘Sleeping in’ komen we er zo nog een aantal tegen. Het probleem is echter dat Jesu dit soort tracks aan de lopende band kan schrijven, en dat doorheen z’n carrière ook al (te) vaak heeft gedaan. Als iemand ons zou vertellen dat de hierboven genoemde nummers outtakes van pakweg ‘Conqueror’ waren, hadden we dit geloofd.

Interessanter wordt het wanneer Broadrick experimenteert, met name in het door elektronica gedomineerde ‘Consciousness’. Hierin durft hij risico’s te nemen door zijn stem volledig te vervormen, terwijl de mysterieuze sfeer voor de nodige afwisseling zorgt tussen de meer gebruikelijke tracks. Met ‘Alone’ wijkt hij eveneens af van het pad. Je zou het haast een popsong kunnen noemen in het Jesu-universum, ware het niet dat de rommelige productie de pret jammer genoeg bederft.

Het beste bewaart Broadrick voor op het einde. ‘Give up’ is een nevelige, instrumentale afsluiter die het grijze artwork van de plaat helemaal tot leven brengt. De perfecte balans tussen elektronica en dreampop is eindelijk gevonden, en de track neemt gaandeweg enkele onverwachte zijwegen die we in de vorige 50 minuten toch wat hebben gemist.

Zeven jaar was het wachten op een nieuwe solo-langspeler van Jesu, maar eerlijk gezegd hadden we toch gehoopt dat Broadrick met iets uitdagender op de proppen zou komen dan dit. Toch biedt ‘Terminus’ ook weer een aantal euforische Jesu-momentjes aan die de mankementen gedeeltelijk compenseren. Waarschijnlijk gaat ‘Terminus’ nog een paar keer enthousiast door onze hoofdtelefoon schallen om dan uiteindelijk (net als de andere Jesu-platen) weer plaats te maken voor z’n onsterfelijke debuutplaat en ‘Conqueror’.