Kele – Trick: Kele eet van één walletje

door Martin de Kruijter

Als frontman van Bloc Party is Kele Okereke één van de bekendste, openlijke gay sterren in het alternative rockwereldje. Dat de mannen met zo’n voorliefde het over het algemeen meer zoeken in de dans- dan in de gitaarhoek weten we inmiddels wel (en ja, dat is een ongelooflijk stereotypische visie van de wereld). En dat zij daarbij doorgaans ook de neiging hebben hun muziek extra ‘camp’ en ‘over the top’ te maken is ook algemene kennis (om er nog maar een lekker cliché in te gooien). Als al het voorgaande waar mocht zijn, dan is Kele de uitzondering op de regel (en ook nog een spreekwoord, we zijn goed bezig).

Maar maakt de artiest dan geen dance in zijn vrije tijd? Jazeker wel, echter er is in de verste verte geen sprake van enige campiness. Kele maakt namelijk bloedserieuze dansbare muziek en hij doet dat, net als alles wat hij aanpakt, gewoonweg heel erg goed. ‘Trick’ is niet bedoeld voor de Bloc Party-fan, hetgeen misschien vreemd is om te zeggen aangezien we hier te maken met de stem en het gezicht van deze band. Maar waar zijn vaste broodheer op het geweldige ‘Four’ uit 2012 volledig de gitaren heeft herontdekt, pakt de goede man het op zijn tweede sololangspeler een stuk relaxter aan. Het is zeg maar eerder de wederopstanding van Luther Vandross dan die van Gang Of Four.

Eigenlijk gaat het bij de start al goed fout. Bij het toepasselijk getitelde ‘First impressions’ wordt namelijk meteen de toon gezet voor het album: eentje van laidback en bijna loungy house danspop. Niet precies wat we verwacht of (wellicht) gehoopt hadden van de frontman van één van de origineelste rockbands van dit millennium. En dan komt er halverwege ook nog eens een r&b-vrouwenstem de hoek om racen, racen in het tempo van een bejaarde vrouw met een lekke band aan haar loopkarretje weliswaar. De nummers op ‘Trick’ zijn allemaal zonder meer bijzonder groovy en dwingen je tot bewegen, maar dan wel maximaal in mid-tempo. De gemiddelde dertiger met het ritmegevoel van een Oost-Duitse stoomtractor, die wordt daar natuurlijk niet heel vrolijk van.

Waar die dertiger dan weer wel vrolijk van wordt is dat Okereke zijn ‘ding’ wel verrotte goed doet. Je moet er van houden, van deze danspop, maar als dat het geval is dan heb je wel een topper in het genre te pakken. Waar onze vriend op zijn solodebuut ‘The boxer’ uit 2010 nog een portie overstuurde Bloc Party-remix dance voorschotelde die de potentie had om zowel de liefhebbers van rock- als dansmuziek te plezieren, is het deze keer een collectie songs geworden die thuishoort in duistere nachtclubs. En dat lijkt ook precies waar Kele op uit was. Missie geslaagd dus.

Kele binnenkort live aan het werk zien kan in Amsterdam (Paradiso, 06.11, info & tickets).

Kele website

Album verdeeld door V2