‘MOSS’ van Maya Hawke is ontelbaar keer beter dan haar rol in ‘Stranger Things’

door Frederik Jacobs

Al twee seizoenen lang vertolkt Maya Hawke het totaal overbodige personage Robin in Netflix-reeks ‘Stranger Things’. Maar wist u dat de dochter van het voormalige acteurskoppel Ethan Hawke en Uma Thurman ook een uitstekend songschrijver is? Geen zorgen: wij ook niet. Tot we ‘MOSS’ ter ore kregen. Hawkes tweede folkplaat is bijwijlen adembenemend.

Nakomelingen van beroemdheden durven wel eens last te hebben van een wurgende geldingsdrang – we besparen u de voorbeelden. Daar is bij Maya Hawke niets van te merken. Van begin tot eind klinkt dit album naturel en ongedwongen, doordrenkt met een melancholie zo puur dat ze niet geveinsd kan zijn. Tijdens de eerste luisterbeurt houden we slechts éénmaal kort ons hart vast: in het uptempo ‘Sweet Tooth’ leunt Maya wel érg dicht aan tegen de Taylor Swift van ‘Folklore‘. Fjieuw: zelfs dát pakt goed uit.

‘MOSS’ is een pretentieloze plaat die van begin tot eind vol staat met mooie, bijzondere folkliedjes over het zielenzeer van een jong mens. Op kop staat hier de waanzinnig mooie single ‘Thérèse’, die in de intro doet denken aan de Sufjan Stevens van ‘Carrie and Lowell’. Geloof ons, een compliment van dat kaliber geven we niet zomaar. Wat begint als dromerige freakfolk, krijgt verderop de zwaarte van een The National-song – die diepe piano-aanslagen! Er is prachtig ritmisch vioolgepulk, er zijn scheve elektrische gitaren die de song heerlijk ontregelen. Hawke zingt zachtjes. Haar zanglijnen zijn niet onderdanig aan de song, maar durven spelen met timing. Subtiel trekt en duwt ze, wat de song van begin tot eind spannend houdt.

Haast elk nummer op dit album verdient het om individueel besproken te worden, maar om jullie en onszelf wat stroom te besparen, beperken we ons tot het kruim. Opener ‘Backup plan’ ontwapent meteen met haar eenvoud. Hawkes zangstem is niet erg bijzonder, maar simpelweg mooi. In het romantische ‘Hiatus’ wordt ze vocaal bijgestaan door Will Graefe van Okkervil River. Achter de knoppen zit trouwens Benjamin Lazar Davis, uit diezelfde band. In hoogtepuntje ‘Bloomed into blue’ speelt Hawke met alliteraties en is er een contrabas. Toch klinkt het nooit ouderwets. ‘Driver’ is de meest tijdloze en volwassen song. Letterlijk: “I cook and I clean now. I do different things than I used to do”, zingt ze. Same, Maya, same.

De productie houdt deze plaat van begin tot eind boeiend. Dertien frêle folkliedjes op rij zouden – hoe mooi ook – al snel kunnen gaan vervelen. ‘MOSS’ bulkt echter van de knappe details: een diepe synthesizer hier, een kreunende gitaar daar. Soms durft Hawke lichtjes buiten de lijntjes te kleuren. ‘South Elroy’ begint haast als de ‘Sims 2’-soundtrack, maar dan begeleid door repetitief, vals gitaargetokkel. Een minuutje later klinkt Hawke weer als een geslaagde Taylor Swift-imitatrice. Moet je kunnen.

Op ‘MOSS’ staan ook een handvol songs die we wellicht niet zullen onthouden. Maar dat kan geen kwaad: daardoor schitteren de talloze hoogtepunten des te feller. Hawke toont een ijzersterke songschrijver te zijn, die ons meer weet te raken dan eender welke verhaallijn in ‘Stranger Things’. Ja, het moet er even uit: ‘Stranger Things’ is al drie seizoenen lang mateloos overrated. Een slecht geacteerde kinderserie voor mensen zonder persoonlijkheid. Punt.