The Glücks verkeren in topvorm op ‘Run amok’

door Gilles Dierickx

What is love? Als je dat aan Tina en Alek van The Glücks zou vragen, komt hun antwoord ongetwijfeld neer op iets à la “een drum, gitaar en twee micro’s kopen en daarmee ‘s lands meest vuile en hitsige garagebluesrock ineen flansen”. En zo The Sonics, Oh Sees, Jon Spencer Blues Explosion of Moon Duo supporten. En – uiteraard – platen maken. Na ‘Youth on stuff’ uit 2016 blazen de twee nu je speakers aan gort met ‘Run amok’. We hadden geen revolutionaire ommezwaai verwacht, maar het Oostendse koppel kruidt z’n beproefd recept wél handig bij: zo hoor je slimme solootjes binnensluipen in die ruwe riffs, fleurt het duo z’n echoënde hese vocalen zowaar op met wat lofi soul en drijft alles op een gram psychedelica of drie.

Al blijft het toch de power die primeert, moet meteen gezegd. ‘Why do I love you’ schiet van 0 naar 100 op minder dan vijf seconden, terwijl de grooves haast letterlijk je oren binnenbeuken. Nu, het ontbreekt de band tegelijk allerminst aan de nodige diepgang: Alek soleert er immers op los in korte, melodische stukjes. Dankzij ‘Uninvited’ knalt er meteen wat pure punk met een pittige rockabilly-injectie voorbij, maar in Tina’s stem galmt ook iets dat Meg White en zelfs Allison Mosshart van The Kills oproept. Lees: de rauwheid van de groep is heus niet zo ontoegankelijk.

‘Under the gun’ scheurt vervolgens vlotjes verder door: The Glücks en een snelheidsbegrenzing, het was nooit een huwelijk, al vliegt de afgebroken handrem met deze track officieel uit het raam. Maar het draait heus niet allemaal rond opgefokte trashblues op ‘Run amok’: met het licht psychedelische ‘Dig dig dig!’ draait het duo de tempo’s even terug en wordt er geknipoogd naar The 13th Floor Elevators, terwijl de surfrock-laag van ‘Though luck’ een soort Link Wray op amfetamines zou kunnen zijn.

We willen even wijzen op iets technisch: het basloze koppel heeft met Alek een van Vlaanderens meest behendige gitaristen rondlopen: het postpunky ‘Generation undefined’ etaleert de man z’n allround sound – schel én diep, fuzzy én clean – en de aandachtige luisteraar merkt hoe ie de bassnaren netjes inzet als quasi extra instrument. De song bevat ook fijne impro-stukjes en een verrassend intense outro, waardoor we het gerust naar de top drie van de plaat durven tillen.

Maar die wordt toch vooral aangevoerd door het voorlaatste nummer, ‘Shoot myself’. Het kleinood duurt zowaar zesenhalve minuut en kent allicht de meest grillige structuur die je ooit hoorde in een garagenummer. Weer valt direct die psych-sfeer op, al denk je vocaal snel aan een heel jonge Nick Cave. Die punk is uiteraard snel weer present, en die wordt langzaam afgetopt met pure noise. Jep, ze zijn van heel wat markten thuis – dat valt al helemaal niet te ontkennen als het akoetische, rustige maar extreem lofi ‘Recipe for disaster’ de boel mag besluiten.

Snelheid, pit en no-nonsense onder een fundament van enthousiasme: The Glücks’ muzikale variant van scheikunde blijft simpel doch zo doeltreffend. En hoewel die garageblues en rammelende punk ook de kar trekken op deze tweede plaat, varieert het duo daarin op zo’n boeiende manier, dat je onmogelijk kan spreken van herhaling of opvulling. Dat is de kuil waar andere bands binnen de scene zich soms onvermijdelijk wél in werpen. Laatste tip: onderga Tina en Aleks energie vooral ook snel live. Extra tip: knoop je veters stevig dicht, en transpiratie-gewijs doe je verder best weinig meer aan dan een los T-shirt.

En dat kan al meteen in Elysée in Oostende op 27.04 (info & tickets) en in de AB op 28.04 (info & tickets). Meer data vind je op de Facebookpagina van de band.