Westerman zorgt voor een therapeutische synthpopsessie met ‘Your hero is not dead’

door Mattias Goossens

Muziek als therapie bewijst in geïsoleerde tijden z’n nut. Ook voor Will Westerman werkt muziek maken en luisteren helend. Na enkele jaren met veel ideeën en gevoelens op de bank te liggen, komt hij nu met zijn debuut ‘Your hero is not dead’ uit.

Twee jaar geleden viel de Londenaar op met ‘Confirmation’, een fantastische single die het startpunt voor een muzikale carrière leek aan te duiden. Westerman nam echter twee jaar de tijd om aan zijn eerste album te schaven. Daar staat die single ook op, zij het in een lichtjes aangepaste vorm, aangevuld met elf andere synthpopnummers aangevuld met gitaar en piano. Belangrijkste blikvanger is echter z’n weemoedige, troostende stem die ergens tussen How To Dress Well en Lauren Auder zweeft. Westerman schuifelt van breekbaar naar zelfzeker met een onopvallende uithaal, en het maakt dat ‘Your hero is not dead’ nooit in overdreven dramatiek vervalt. Daarvoor kreeg hij de hulp van bevriende producer Nathan Bullion, die eerder al met Sampha en David Byrne samenwerkte.

Hoewel Westerman z’n tijd heeft genomen voor dit debuut, klinkt het allesbehalve overgeproduceerd of te gemaakt. De subtiele nummers geven  zoals het cliché het wil hun schoonheid pas laagje per laagje vrij. “I wanted to make something that was ultimately hopeful at its core. That was a challenge. I think it’s easy to look outside at the world right now and see things aren’t in the most positive state. It’s easy to not be optimistic, so I tried to challenge myself to generate a hopeful sentiment” zegt hij daarover. Dat is vooral hoorbaar in ‘Think I’ll stay’, het meest opgewekte nummer van de plaat. ‘Blue comanche’ bezit dan weer dezelfde meeslependheid die te horen was op ‘Freedom’ van Amen Dunes.

Niet elk nummer is echter even sterk, en hier en daar dreigt verveling toe te slaan. Het helpt ook niet dat Westerman de voorbije jaren met de regelmaat van de klok nummers uit het album vrijgaf. Wie ‘m dus al een tijdje volgde, hoort hier eerder een verzameling bekende nummers in plaats van een langverwachte kennismaking met nieuwe muziek. De opvallendste niet eerder gehoorde klanken zijn de albumtitel-mantra in opener ‘Drawbridge’, dat je meteen naar een indrukwekkende kathedraal voert. Ook de beats in ‘Paper dogs’ steken af met het gitaargetokkel en synths die de rest van de plaat ondersteunen. Het houdt je aandacht erbij wanneer het overwegend instrumentale ‘Float over’ en het traag openbloeiende titelnummer de plaat zachtjes neerleggen.

Voor Westerman werkt muziek maken louterend. Dat de luisterervaring van zijn eerste album dat ook is, spreekt in zijn voordeel. Schrijf het voor aan een vriend naar keuze, één keer per dag met de ogen toe in te nemen.