Soldier’s Heart maakte een verschil in de Belgische popwereld

door Thomas Konings

Vandaag werd bekendgemaakt dat Soldier’s Heart stopt. Dat is een verrassing omdat de band deze zomer nog in uitstekende vorm op tal van festivalpodia te zien was en eerder dit jaar pas z’n debuutalbum uitbracht. Natuurlijk voelt het ondanks die recente eerste plaat niet alsof Soldier’s Heart nog een nieuwkomer is: in 2013 werd het vijftal na een beetje low key hype al gelauwerd in De Nieuwe Lichting van Studio Brussel.

Tot op heden blijven de soldaatjes artistiek gezien de beste band die al op de erelijst van die wedstrijd staat te pronken. De groep is dan ook uniek en belangrijk, vanwege z’n sound, mentaliteit en bestaan. Toen Sylvie en haar jongens een paar jaar geleden voor het eerst furore begonnen te maken, vielen ze al meteen op: alternatieve, moderne electro-pop was iets dat we al uit het buitenland kenden, maar in ons eigen land was er niemand die zich eraan waagde. Dat is anno 2016 natuurlijk wel wat anders, maar het moet gezegd dat Soldier’s Heart de OG’s van het genre in België zijn.

Terwijl andere bands op het toneel verschenen, bleef het quintet altijd z’n opvallende zelve. Waar de meeste gelijkaardige groepen uiteindelijk radiovriendelijk gaan klinken, probeerde SH altijd succesvol om pop op een exerimentelere manier te brengen. Dat heeft er dan misschien wel voor gezorgd dat de airplay en populariteit wat uitbleven – misschien wel een van de redenen waarom de groep er nu de brui aan geeft? – maar het maakte hen in ieder geval wel erg boeiend. Op ‘Night by night’ had de band een speels en spannend, idiosyncratisch geluid gevonden ergens tussen stijlvol Scandinavisch en tropisch warm.

Met Sylvie Kreusch had Soldier’s Heart natuurlijk een troef in handen die z’n gelijke niet kent in ons muzieklandschap. Eerst en vooral omdat ze een vrouw is. Klinkt misschien nogal belachelijk, maar als er één land een seksistische popcultuur heeft, dan is het waarschijnlijk België. Alleen al daarom is de Antwerpse zangeres een broodnodige verschijning in de industrie. Bovendien brak ze ook steeds meer uit ons conservatieve verwachtingspatroon met sexy performances die blaakten van zelfvertrouwen en vooral het belang van aantrekkingskracht voor een frontvrouw (of -man) erkenden.

Persoonlijk ga ik vooral de liveshows van het vijftal missen. Hoewel die pas de voorbije maanden echt op dreef kwamen, wist Soldier’s Heart zich op het podium altijd te onderscheiden met opzwepende sets die misschien nog het meest van al werkten vanwege het eigen enthousiasme. De groep leerde ons weer dat je jezelf tegelijk cool en uitbundig kan gedragen, een combinatie die minder vanzelfsprekend is dan ze lijkt. Dat maakte van de concerten ook altijd zo’n kleurrijk feest.

Op een hoger niveau gaan we daarnaast dus vooral missen hoe Soldier’s Heart een emanciperende, progressieve rol in de Belgische scene speelde. Omarmd door het establishment schopte de band tegen de heilige huisjes van de mannelijke, gitaar-gerichte belpop en bleef ze koppig haar eigen ding doen. Het was een van de enige groepen die we hadden voor wie op zoek was naar iets anders en niet wilde verdwijnen in de vreemde underground. Laat ons hopen dat nu Soldier’s Heart verdwenen is, nieuwe bands en artiesten dankzij die voortrekkersrol van de Antwerpenaren kansen kunnen zien en grijpen om dit vacuüm op te vullen.