Verse Vangst: deze vijf nieuwe songs van eigen bodem mag je niet missen

door Gilles Dierickx

De Belgische muziekbodem zit vol talent, maar niet altijd komen die ruwe diamantjes meteen terecht bij het publiek dat ze verdienen. Onder Verse Vangst serveren we wekelijks een handvol nieuwe Belgische nummers die je misschien over het hoofd zag, maar het beluisteren meer dan waard zijn. Support your local scene!

Nadat Lucien Fraipont zo’n kleine twee jaar terug de 2.0-versie van z’n Robbing Millions aankondigde, mocht de band al snel mee op tour met Drugdealer en trok de Brusselaar vervolgens naar L.A. om er aan een nieuwe muziek te sleutelen met producer Shags Chamberlain – die zat onder meer bij Mac Demarco al achter de knoppen. Vooraleer iets van dat avontuur het levenslicht zag, dook Fraipont eerst op in de rangen van cultband Aksak Maboul en zette hij de eerste stappen met gloednieuwe groep Maniac Maison. Ze waren nog nét niet naar het collectieve achterhoofd afgegleden, of Robbing Millions loste gisteren ‘Camera’, zowat vijf (!) jaar na dat steengoede debuut. Het wachten waard, zegt men dan al eens: flitsende synths en avant-discobeats véchten om een plekje in dit eighties inspired bommetje, waarbij Fraipont z’n Franglais intussen zo blijkt te hebben omarmd dat de helft van de song gewoon in ’t Frans mag bestaan. Bienvenue back, les gars! (Gilles)

‘Bear with me (and I’ll stand bare before you)’ was niet enkel de eerste nieuwe muziek van Charlotte Adigéry in anderhalf jaar; met de track kondigde DEEWEE tevens aan dat er een allereerste compilatie van het label gepland staat, weldra te verschijnen op zowaar 3xLP en – obligatoir à la Dewaele – in een nogal uniek design (meer info vind je hier). Inspiratie voor het nummer putten Charlotte en partner-in-crime Bolis Popul dan weer uit de intimiteit en kwetsbaarheid die periodes van lockdown en isolatie met zich meebrengen, en hoe ze elk van ons confronteren met onze en andere levens(stijlen), inclusief “the cruel irony of having the privilege of standing still, questioning and observing my life in all safety while others are fighting for theirs”, zoals ze het zelf omschrijft. En de track zélf, vraag je? Bolis’ droge drummachines en plompe bassynths, hier en daar opgeschrikt door een schril gesample, begeleiden Charlotte’s vocaal steeds gelaagdere, ritmisch uitgerolde gedachtegang. Jawel: verslavend goed! (Gilles)

Mooneye is terug met een ijzersterke single getiteld ‘Fix the heater’, als tweede track van het langverwachte debuut. Het toeval wil dat mijn verwarming momenteel kapot is, al geloof ik eigenlijk niet dat er toeval mee gemoeid is. Momenteel zijn er veel mensen die zich fysiek of mentaal niet kunnen verwarmen. ‘Fix the heater’ komt dan ook binnen als een mokerslag op je vingertoppen bij vriestemperaturen. Een aanslag op je gemoed met een slotzin die het perfect samenvat: “I’m such a mess”. Dit staat gevoelsmatig in schril contrast met het eerder uitgebrachte, meer uptempo ‘Bright lights’ met Meskerem Mees. De twee singles verhouden zich respectievelijk als donker en licht. ‘Fix the heater’ is zwaarmoedig en ‘Bright Lights’ is de frisse opkikker na de opdoffer. Michiel Libberecht toont dat hij zich als songschrijver over beide zijden meester heeft gemaakt. Wij worden op deze manier graag van het kastje naar de muur gestuurd, laat dat debuut maar komen. (Jonas VDA)

Technisch gezien geen nieuwe release, dit, maar al wie een plaat uitbracht op die verdomde dertiende maart vorig jaar, mag van ons gerust nog wel een paar keer onder de aandacht daarmee. Shy Dog – het soloproject van Noah Melis, die je ook in Borokov Borokov en Bed Rugs aantreft – had in dat verband voor geen betere song(titel) kunnen kiezen dan ‘Can’t always win’ om een clipje bij te maken ter ere van de verjaardag van z’n pracht van een tweede album, ‘In bloom’. Visueel vat deze video onze stilstaande levens snel treffend samen, maar ook het ijl-zweverige, lichtvoetig-nonchalante en bevreemdend-melancholische klankenspectrum van dit lied past bij meer dan één mood van het voorbije jaar. Psychedelica voor zondagochtenden! (Gilles)

Brussels’ Eggpunk shit baby! Wat kán er in godsnaam nog misgaan als een Bandcamp-pagina dit soort quotes herbergt? Warm Exit verscheen zopas op onze radar via Belly Button Records – en dan weet een beetje volger van inheemse luidheid snel hoe laat het is – maar dit trio bracht z’n eerste plaatje blijkbaar uit via zo’n klein handvol labels tegelijk, het ene nog meer DIY dan het andere. Vier tracks vol tight ass garage etaleert dit zelfgetitelde kleinood van in totaal om en bij de tien minuten, qua sound zowat het equivalent van een (héél) vroege Black Lips dat zich een avondje duchtig kon uitleven op amfetamines. (Gilles)