Iceage zet z’n rauwe reputatie kracht bij in De Kreun

door Lowie Bradt

Op debuut ‘New brigade’ kwam Iceage nog je inboedel kort en klein slaan, sindsdien evolueerden ze van beloftevol noisy punkproject tot één van de meest gevestigde en avontuurlijke waarden in de post-punkscene, en dit tot zelfs buiten de Europese grenzen. Of dit nog steeds zeer jonge viertal uit Kopenhagen de rijkheid aan muzikale output ook naar een podium zou kunnen vertalen, was maar de vraag. Het is namelijk geen geheim dat ze bij oudere optredens vooral spektakel creëerden door het wel zeer vroegtijdig afsluiten van een eveneens zeer slordige set. Een aanpak die het (iets) meer gepolijste nieuwe werk van de band onmogelijk ten goede zou kunnen komen.

Josiah Konder, evengoed een uitsluitend mannelijk collectief uit het Kopenhaagse circuit, mocht ons tot het universum van Iceage inleiden. Deze jongemannen maken net als hun bekendere Deense vriendjes post-punk waarin een ietwat pathetische, schijnbaar dronken zanger ongegeneerd alle aandacht opeist. Waar Iceage zijn muziek evenwel vooral bouwt op vuile gitaren en noise, doet Josiah Konder dat op exotische ritmes en fragmentarische pianoriedels. Frontman Julius Ernst zweefde in Kortrijk houterig bezwerend heen en weer over het podium als een Maarten Devoldere op metamfetamines. Zo gaf de Deen zijn gisteren sterk aan King Krule denkende bariton extra kracht bij met nonchalante, groteske handgebaren, kromde de zanger zich ongemakkelijk over zijn statief en sprong hij niet zelden een monitor op om zijn performance van extra drama te voorzien. Het oogde bij momenten nogal onbeholpen en neigde naar kitsch, maar het werkte: wij waren op z’n minst geïntrigeerd. Daarbovenop gaf een wel zeer ijverige drummer de al gelaagde nummers de scherpte die ze op de debuutplaat van dit zestal soms misten. Josiah Konder had zijn toeschouwers dus genoeg redenen gegeven om enthousiast te zijn.

Een halfuur later was de hoofdact aan zet. Frontman Elias B. Rønnenfelt verwelkomde omstreeks half tien gortdroog het publiek, zijn bandleden zetten een opvallend en storend traag ‘Hurrah’ in en helaas zakte de geloofwaardigheid van ironische strijdkreten als “‘Cause we can’t stop killing/ And we’ll never stop killing/ And we shouldn’t stop killing/ Hurrah” vrijwel onmiddellijk onder nul. Rønnenfelt ziet er dan wel meer en meer uit als een vechtersbaas, het ontbrak zijn performance en het nummer live aan punch en agressie. ‘Pain killer’ bracht niet direct beterschap, waardoor het gebrek aan de op plaat zo prominente strijkers en blazers begon te knagen. De postpunkers hadden sinds laatste album ‘Beyondless’ de live-bezetting toch uitgebreid?

Zo snel als onze hoop was gedempt, rees ze gelukkig opnieuw op. In valse trage ‘Under the sun’ zagen we een eindelijk begeesterde Elias die het oogcontact met de eerste rijen niet schuwde en zoals Nick Cave elke aanwezige onontkoombaar naar zich toe trok. In ‘Morals’ werd de sfeer, ondanks de plots felblauwe verlichting, gitzwart.  Laatstgenoemde vormde met ‘Abundant living’ – stijlvol dronken in het rond razen – en ‘Ecstasy’ – euforie en wanhoop samengebald in een chaotische, schizofrene trip – een drieluik dat zich kandidaat stelde voor de beste tien liveminuten van 2018. ‘Catch it’ profileerde zich op het einde zowaar als een bescheiden hit, evenwel met een uppercut aan riffs tussendoor. Hierna wenste de zanger het publiek gehaast een goede avond toe en gooide hij een immer nonchalante kus in de zaal, waarop het viertal niet snel genoeg in de coulissen kon verdwijnen. Wie hoopte op een bisronde was eraan voor de moeite. Op het randje van arrogant, al hadden we het van hen niet anders gewild.

Na een aarzelende start sleurde Iceage ons mee in een nihilistische wereld, onder leiding van een ontketende Elias B. Rønnenfelt. Het enkel over hem hebben zou de groep echter oneer aandoen. Johan Wieth is een gitarist wiens snedige partijen je ondertussen zou herkennen uit de duizend en Dan Kjær Nielsens opgeblazen drums vormen een perfect fundament voor Rønnenfelts scheurende vocals. Zonder hun vakmanschap zou de act van de frontman vervallen zijn in dramatisch en zielig gebral. Waar Iceage zich daarbovenop in het verleden live een zootje ongeregeld toonde, openbaarde de band zich gisteren meer en meer als een geoliede machine, zonder aan broodnodige passie in te boeten. Dat ze die strijkers en blazers in Denemarken vergeten waren, zagen we gemakkelijk door de vingers.

Vanavond speelt ID!OTS in De Kreun en volgende week kan je er Tsar B (15.12) aan het werk zien. Op de site van Wilde Westen vind je een volledig overzicht.