The Cure breekt de week in het Sportpaleis met donkere melancholie en poppy euforie

door Eva Gutscoven

Iedereen heeft een The Cure verhaal. De ene kan ‘A forest’ maar niet van zich afschudden. De andere heeft ‘Lullaby’ een jaar geleden op de radio gehoord, en zet het te pas en onpas op om een lukrake zomerdagen enkele graden lager te draaien. The Cure verzamelt de mensen met die verhalen ondertussen meer dan 40 jaar lang. Vanzelfsprekend dat het Sportpaleis in Antwerpen tot de nok gevuld was.

Robert Smith zelf, heeft dan weer iets met de Schotse mannen van The Twilight Sad. Het vijftal, voorprogramma van dienst, heeft hetzelfde gevoel voor melancholie als The Cure. Met nummers als ‘[10 Good reasons for modern drugs]’ en ‘I could give you all that you don’t want’ doen ze evenwel soms goed aan hen denken. Ondanks hun vijf uitgebrachte studioalbums, lukt het ze (tot nu toe) niet om door te breken. Het hielp ook niet dat door een probleem heel wat mensen pas later kon instromen (met een kleine 20 minuten wachttijd bij het scannen van de tickets als oorzaak). Ondergetekende ontsnapte gelukkig net niet aan James Graham’ prachtig overslaande stem in het slotnummer.

“If the world was a better place they would be playing to more people, and I think they can,” zei Smith over The Twilight Sad. En terwijl we achter een licht-flitsende aangekondigde entree van het zestal een rondtollende wereldbol zien verschijnen, kunnen we alleen maar opmerken dat scepticisme (wie noemt hun tournee dan ook ‘Lost World’?) onder een laag new-wave suiker een intrigerend iets is.

De eerste helft bouwde The Cure iets magisch op: de tingly tangly gitaren van ‘Pictures of you’ stroomden binnen. Smith’s stem klonk nog altijd hetzelfde (huh?). Gebroken ego’s (‘A night like this’) werden dan weer terug gelijmd (‘Lovesong’). Glittersynths werden uitgebalanceerd met donkere bassen (‘And nothing is forever’). Voorts kropen de teksten van ‘Burn’ onder je huid terwijl de percussie je nog meer onrustiger maakte. Bij ‘The hanging garden’ werden de eerste gebalde vuisten in de lucht gestoken, totdat de eerste noten van ‘Push’ en ‘Play for today’ de hele arena finaal in beweging zetten. Smith & co sloten af met ‘Endsong’, een nieuw nummer. “I don’t belong here anymore,” zong hij. En het werd weer een beetje donkerder.

Een tweede apotheose ontstond tijdens de eerste encore. Hier gaven de Britten ons een oplawaai van jewelste met ‘I can never say goodbye’, ‘Faith’ en ‘A forest.’ Bij die laatste noteerde we ook de outro die uitmondde in een prachtig duet tussen Smith’s gitaar en Gillap’s bas. De tweede bisronde had wat weg van een dansmedley. Maar liefst 8 nummers werden er doorgejaagd. “On wednesday too, on wednesday too,” zong hij a capella, waarna we ‘Friday I’m in love’ herkenden. Hij leverde ons poppy snoepjes om de week te breken (onder meer ‘Lullaby’, ‘The walk’, ‘Let’s go to bed’, ‘Close to me’, ‘Just like heaven’ en ‘Boys don’t cry’). Ze voelden te kort aan, niet doorgrondend genoeg. Euforisch dansen bleek de enige optie.

Meer euforisch dansen volgt ongetwijfeld bij Lizzo (24.02.2023) en Sam Smith (15.03.2023) in het Sportpaleis.