Bdrmm geeft een eigentijdse klank aan shoegaze-galm op ‘Bedroom’

door Mattias Goossens

Zo spaarzaam bdrmm omgaat met klinkers, zo rijk worden galm en andere effecten gedrapeerd over de gitaarsound van deze jonge Britse shoegazeband. Het vijftal rond songschrijver Ryan Smith scoort in eigen land met een hedendaagse interpretatie van de typische nineties-sound, en op debuut ‘Bedroom’ etaleren ze dat het genre nog steeds niet afgeschreven mag worden als een simpele herhalingsoefening van de succesformule uit de nineties.

Vorig jaar bracht de band een eerste ep uit, en na negen maanden is er nu een debuutalbum waarop dat geluid verder ontwikkeld wordt. Klonken ze op die ep nog als een rommelig doorslagje van hun idolen, dan vindt het vijftal op dit debuut wel een eigen geluid. Natuurlijk is het binnen de nauwe contouren van shoegaze om écht iets nieuws te doen, toch durven we er een paar euro op te verwedden dat we ze zouden herkennen tijdens de genre-ronde van de volgende muziekquiz.

Frontman Ryan Smith schreef z’n eerste demo voor wat bdrmm zou worden vier jaar geleden, toen hij nog in het plaatselijk café in Hull werkte. De geboortestad van Bowie-gitarist Mick Ronson is het typevoorbeeld van een grauwe Noord-Engelse stad. Je hebt niet veel verbeelding nodig om door zoveel grijsheid en miezerig weer je heil te zoeken in de meest introspectieve alternatieve rock als ontsnappingsmiddel. Gelukkig vond Smith met z’n muziek al snel onderdak bij shoegaze-label Sonic Cathedral.

Op ‘Bedroom’ hoor je veel echo’s van andere bands en stijlen, alleen zijn het vaak niet de echo’s waaraan je jezelf verwacht. ‘Gush’ start met een drumbeat die op de laatste plaat van The Black Keys had kunnen staan, terwijl de kale gitaarsound in ‘(Un)Happy’ doet denken aan een introspectieve Interpol (met name ‘Leif Erikson’). DIIV is nooit ver weg wanneer het tempo de hoogte in schiet, zoals in ‘Push / Pull’, ‘Gush’ en catchy single ‘Happy’. Ook Radiohead en Deerhunter zijn invloeden, al lijken die minder nadrukkelijk door te schemeren dan op de eerste ep. Met die hedendaagse invloeden onderscheidt bdrmm zich van hun shoegaze-voorgangers uit de nineties, al blijven ze er wel schatplichtig aan.

Wie zich op de tekstflarden focust – waaierend op de achtergrond of schokkend over de gitaarpartijen heen geneuzeld – hoort verhalen over middelenmisbruik, ongeplande zwangerschappen en onzekerheid. ‘Bedroom’ bevat bijgevolg dezelfde dagboekfragmenten die je in slaapkamer van de gemiddelde jongvolwassenen kunt terugvinden. Dat de bandleden zelf jonge twintigers zijn, maakt dat die teenage anxiety een pak geloofwaardiger klinkt dan op comebackalbums van pakweg Ride of Slowdive, die twintig jaar na hun creatieve piek nog steeds dezelfde onderwerpen aansnijden.

Zoals het hoort zit er ook wat rommel op deze ‘Bedroom’, al steekt geen enkel nummer echt tegen. Zelfs ‘(The silence)’ (die er geen is) is in het geheel van het album een welkom rustpuntje. Als bdrmm in de toekomst nog iets grootser durft te denken en z’n eigen geluid nog beter aflijnt, kan dit wel eens een nieuwe sterkhouder van het genre worden. Voorlopig houden we op “beste shoegaze-album van 2020 tot nu toe”.