BODEGA tracht helend te zijn op ‘Broken equipment’

door Jonas Van Laere

Wanneer je onze drie favoriete bands uit New York met elkaar zou mixen kom je allicht niet heel ver van BODEGA uit. De eigengereide punk van Parquet Courts, de schwung van LCD Soundsystem en de kleurrijke maatschappijkritiek van Scissor Sisters zijn allemaal in wisselende verhouding terug te vinden op ‘Broken equipment’. Niet over de gehele lijn even succesvol, maar in veel opzichten een bevredigend luisterstuk. 

BODEGA zoekt op de plaat zijn weg door het leven in de grootstad. Een avontuur dat bezaaid is met romantische ideeën vol (zelf)reflectie. Ze nemen zichzelf niet al te serieus, maar toch klinkt ‘Broken equipment’ behoorlijk ontwapenend. De lichtzinnigheid breekt voortdurend door de ironie, terwijl de sexy knipoog er één is die gepaard gaat met een spottende grijns. 

Daarmee doet Bodega hetgeen wat we eigenlijk ook van hen verwachten, met veel joie de vivre de kat op speelse wijze de bel aanbinden. De wervende art punkpop van ‘Doers’ legt daarbij de vinger op the sign of the times: Elke tien minuten moet de bezige bij opnieuw een ander balletje hoog houden en wordt die langzaamaan verzwolgen in het drijfzand van zijn overdrukke agenda. BODEGA voelt aan waar het maatschappelijk schoentje knelt maar ze reiken met hun dance punk een schoenlepel aan om alsnog zorgeloos de dansvloer te bevolken. 

In een poging om de dubbelzinnigheid uit de geschiedenis te halen beweert Ben Hozie in ‘NYC (disambiguation)’: “New York is founded bij corporation”. Bedrijvigheid met als doel ons verlangen vorm te geven. Of de Big Apple daar evenwel in slaagt blijft echter een raadsel. Net als het nummer zelf dat ons gelukshormoon positief beïnvloedt zonder onze honger daarmee te stillen. Baz Luhrman gaf het tussen al zijn levenswijsheden in ‘Everybody’s free (to wear sunscreen)’ reeds aan: “Live in New York City once, but leave before it makes you hard.” Het album mag dan wel goed in het oor liggen, we vermoeden dat ze geen blijvende stempel op het muzikaal jaar zal drukken. 

‘Broken equipment’ heelt weliswaar een beetje van de wonden die ze beschrijft en is op zijn best comfort food voor lijf en leden. “I’m playin’ as an extra. I’m so sick of playin’ protagonist. How can I help ya?”. Als wij BODEGA hulp zouden mogen aanreiken dan zou het wellicht de durf zijn om nog explicieter uit de hoek te komen. ‘How can I help ya’ klinkt namelijk als de eerste warme zonnestraal op je ochtendsmoel, maar deze rendeert pas als de rest van de dag even zonnig is. Laat dit net het heikel punt van deze plaat zijn. De zon schijnt soms heel fel, maar ze verdwijnt te vaak achter een witgrijs wolkendek. 

Op zijn felst schijnt Bodega tijdens het gemoedelijk opstandige ‘No blade of grass’. Een soortement “chk chk chk” ten tijde van ‘Myth takes’, maar dan met meer inhoud. Had James Murphy dan weer “all past lovers live inside of you” gezongen en vormgegeven, het was een wereldhit geweest. In het universum van zijn stadsgenoten is het een nummer dat zijn potentieel onvoldoende uitbuit. Wat eigenlijk de gehele plaat samenvat. De ingrediënten zijn aanwezig, het resultaat is makkelijk verteerbaar maar de beste bereiding die het potentieel volledig benut komt er voorlopig onvoldoende uit.