‘Don’t forget me’, vraagt Maggie Rogers terecht en vol liefde

door Sarah Van der Straeten

Muziek werd plotsklaps de carrière van Maggie Rogers toen ‘Alaska’ in 2016 een hit bleek te zijn. Het ging meteen snel voor Rogers. Te snel bij momenten. Zo gaf ze aan eigenlijk geen tijd meer te vinden om nog te creëren. Omdat ze ‘Alaska’ overal en nergens te brengen had. Het bleek een fijnzinnige evenwichtsoefening, haar nieuwbakken bekendheid navigeren en tegelijkertijd muziek blijven maken. Een zoektocht die ze onder andere academisch aanpakte, met een thesis binnen ‘religion and public life’ aan de Harvard Divinity School. Haar tweede plaat ‘Surrender’ uit 2022 vloeide daar uit voort en deelde passend de titel met haar thesis.

In al dat wroet- en zoekwerk heeft Rogers dan toch haar weg gevonden – en meer van zichzelf. ‘Don’t forget me’ is volwassener dat hetgeen voorafging. Wat minder idealistisch ook, wat de overtuigingskracht (ironisch) enkel ten goede komt. Geen slappere teksten à la “and she’s got a friend too” zoals te verduren waren op ‘I’ve got a friend’. Wel simpele bewoordingen voor soms wat ingewikkelde gevoelens. Thematisch verkent ‘Don’t forget me’ de liefde in verschillende momentopnames, de liefde die steeds net buiten bereik blijft. Want hetgeen voor en hetgeen na een romantische relatie bestaat, is ook het vertellen waard.

Zo heeft Rogers het treffend over de dating-scene die soms zo ongelooflijk irritant kan zijn. “….says he got Knicks tickets instead … I mean, what a loser” klinkt het op ‘So sick of dreaming’. Over de frustratie die bij een breuk komt snijden: “I can’t believe that you’d rather be on your own” op ‘Never going home’. De irrationele, maar daarom niet minder sluipende angst dat je ergens achterop hinkt alleen, is eveneens een thema. “My friend Sally’s getting married and to me that sounds so scary” klinkt het aan het einde van het album. Zonder al te veel productionele franjes neemt Rogers bedachtzaam tijd om samen te zitten met haar gevoelens en ‘de liefde’ die altijd wel ergens in de lucht zweeft.

Al te melig of wollig dreigt het nooit te worden. Dit doet ze door de nodige dosis zelfkennis en -kritiek die ze aan de dag te leggen op het album. Of de wisselende lijdende voorwerpen in ‘The kill’ dan wel slim dan wel net iets te slim zijn weten we nog steeds niet. Het vraagt alleszins wel een gebruikte spiegel in huis om toe te geven dat je zelf misschien ook niet de perfectie benaderde. Die flair en het evidente zelfvertrouwen geven veel van ‘Don’t forget me’ zijn charme. Rogers knusse stem weet het je bovendien allemaal goed te vertellen.

De modus operandi voor de plaat bestond uit snel schrijven en meteen opnemen. Rogers schreef alles chronologisch en van veel nummers waren het de eerste takes die het album haalden. In de valkuil van zo toch maar een overhaast boeltje samen te gooien, trapt ze niet, daarvoor blijkt Rogers te intelligent. De ambiance van in de studio op dreef te geraken wist ze wel te vangen, zoals op het kleverige ‘Drunk’.

Doorheen ‘Don’t forget me’ lijkt Rogers ondertussen al een eind weg te zijn van de bedeesde studente die grootoogs vragende blikken richting Pharrell durfde te werpen, toen die in 2016 een eerste aanzet van ‘Alaska’ beluisterde. Vandaag lijkt ze vooral zichzelf, en haar vak, goed door te hebben.