The Bony King Of Nowhere’s ‘Everybody knows’ zalft als remedie tegen de destructieve ratrace

door Jonas Vandenabeele

Bram Vanparys zat vast na het maken van het uitstekend onthaalde ‘Silent days’ in 2018. Niet alleen letterlijk door de pandemie, ook creatief. Twee jaar lang legde een artistieke droogte The Bony King of Nowhere lam. Het deed hem alles in twijfel trekken. Zelfs of hij überhaupt nog iets te vertellen had als muzikant. Uit deze erg dorre grond groeide uiteindelijk een prachtig boeket aan songs ‘Everybody knows’.

‘Are you still alive’ valt met de deur in huis. Laat het geraas van het alledaagse los en stel jezelf open tot introspectie. Het is een statement samengebald met een existentiële vraag. De teksten zijn weinig specifiek. Al is elk woord afgemeten. Je kan er bijvoorbeeld een kritiek op social media of een antioorlogsboodschap in vinden.

Titelnummer ‘Everybody knows’ gaat verder op hetzelfde elan. The Bony King of Nowhere bouwt vanaf de intro met veel precisie een sfeervol geluid. Op een minimalistische bas en drum worden gitaar en stem uitgesponnen. De teksten zijn – zoals bijna alles op het album – kritisch. Hoewel er nooit wordt met de vinger gewezen. Iedereen weet wat er aan het gebeuren is. Wat je met die informatie doet, dat beslis je zelf.

Op ‘Falling in to place’ wordt er dan een eerste keer serieus gezalfd. Vanparys doet dat zo goed dat zelfs menig geestelijke er jaloers op zou zijn. Het kan zowel een liefdeslied zijn als een breakup-song. De zinnetjes “I know I will get to you / and you will get to me too / when everything is falling into place”, kunnen zowel de meest trage harten sneller doen kloppen, als de meest gebroken harten lijmen. 

Het sfeervolle ‘Rubber faces’ is een instrumentaal intermezzo na ‘Almost invisible’ en voor ‘Erase’. Dat laatste schetst met donkere synths, en een bijna klagende zang een onguur toekomstbeeld. ‘Working harder’ is de Bony Kings mantra voor de wereld van vandaag en diens rat race. We hollen onszelf constant voorbij en moeten er nog eens blij om zijn ook.

‘All it takes’ pakt muzikaal grootser uit met strijkers en filmische piano. Er straalt rust en maturiteit uit. Afsluiter ‘Perfect sense’ is donker en meeslepend en wordt gedragen door een eenvoudige, overstuurde baslijn en de prachtige stem van de Bony King. Ook hier zorgen strijkers voor extra diepgang en dynamiek. Na wat schijnbaar het slotakkoord van het nummer en de plaat is, volgt nog een  muzikale toegift van een kleine minuut.

The Bony King of Nowhere knipoogt bij momenten naar Radiohead. Gezien zijn artiestennaam is dat niet bepaald wereldschokkend nieuws. Fans van Yorke en de zijnen horen ongetwijfeld thematisch, muzikaal en tekstueel echo’s van de Britse band. Of dit bewust of onbedoeld is, speelt geen rol. Het voelt als het onverwachte kruisen van een dierbare vriend op straat. 

‘Everybody knows’ is The Bony King of Nowhere op zijn best. Hij observeert en becommentarieert. Hij slaat en zalft, schudt wakker en wiegt in slaap. Breekt en lijmt, vervreemd en bezweert. Maar bovenal houdt Vanparys ons een spiegel voor, waarbij zowel persoonlijke als universele bekommernissen en vraagstukken de revue passeren. ‘Everybody knows’ staat bol van de muzikale precisie en de onweerstaanbare métier van de uitstekende songwriter én zanger die Bram Vanparys is. In een turbulente wereld vol lelijkheid, die hij ongetwijfeld vaak met lede ogen aanschouwt, biedt deze plaat soelaas in de vorm van onversneden schoonheid.