Hiphop from S.E.

door Daan Leber

In het begin van de 21e eeuw stond Britse hiphop nagenoeg synoniem met grime. Het genre had zijn wortels in UK Garage en jungle, maar toonde ook enkele kenmerken van hiphop. De mixtapecultuur was, net zoals aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, helemaal verbonden met grime. De mc’s rapten in hun lokale slang over de achtergestelde buurten waarin velen van hen leefden. Helaas was die bloei van relatief korte duur. Rond 2006 zochten artiesten als Dizzee Rascal, Tinie Tempah en Professor Green aansluiting met de Verenigde Staten, waardoor de geroemde rauwe sound behoorlijk werd afgezwakt. Tegenwoordig scheert de grimescene weer hoge toppen in de blogosfeer, maar de meer “conventionele” hiphop is evenzeer in het Verenigd Koninkrijk in opkomst.

Een sterke en actieve scene komt uit uit zuidoost Londen. Vooral dankzij Archy Marshall, bij het grote publiek beter gekend als King Krule, kent het genre daar een voorzichtige bloei. Wat weinigen namelijk weten is dat hij onder verschillende aliassen opereert: Marshall meet zich occasioneel de namen DJ JD Sports en Edgar The Beatmaker aan, respectievelijk het pseudoniem waaronder hij producet en waaronder hij zelf rapt. Vooral onder die laatste naam zorgt hij er met zijn bekendheid voor dat rappers als Rejjie Snow, Jesse James Solomon en Loyle Carner in de spotlights komen. De roodharige zanger is echter het meest actief als producer/rapper bij het Sub Luna City-collectief. Zelf treedt hij niet echt op het voorplan. Op de Boiler Roomsessie met Ratking kwamen vooral Rago Foot, Jadasea en Black Mack voor de mic. Slechts op het einde van de set zie je Archy in het publiek losgaan.

Archy Marshalls woonst lijkt als katalysator te dienen voor het hele gebeuren. Loyle Carner, een schoolvriend van King Krule, ontmoette daar Rejjie Snow, waarvan de heerlijke verse op ‘1992’ het resultaat geworden is. Via de samenwerkingen die de rappers met elkaar aangaan, komen er steeds meer in de schijnwerpers. Elk hebben ze hun karakteristieke stijl, maar toch zijn er overlappingen te merken. Vaak wordt er gebruikt gemaakt van een simpel pianoakkoord als basis, waarover minimalistische effecten worden gegoten. Een andere overeenkomst zijn de soms subtiele, soms zeer uitgesproken jazzinvloeden. Het typische zuid-Londense accent valt op, hetgeen een aangename verfrissing vormt in vergelijking met veel Amerikaanse tegenhangers. Qua flow zijn er onderlinge gelijkenissen te merken die nog het meest te vergelijken vallen met een Britse tegenhanger van Earl Sweatshirt. Vaak wordt er monotoon gerapt, soms ietwat mompelend, maar het past wel perfect op de spaarzame beats.

Het gevolg hiervan is dat grime geen synoniem meer is om de Britse hiphop te omschrijven. Waar grime-artiesten vaak opteren voor straattaal en –onderwerpen, hebben de genoemde artiesten het vaak over meer introspectieve onderwerpen. Als ze het al hebben over hun situatie waarin ze opgroeiden, wordt deze niet opgehemeld, maar eerder objectief vermeld. Op instrumentaal vlak zijn de verschillen nog meer uitgesproken. Als grime voor veel Britse jongeren de muziek is die ze horen op feestjes en raves, dan is de besproken hiphop de muziek die ze in het naar huis gaan door hun koptelefoon laten schallen.

Een buitenbeentje is de New Yorkse groep Ratking die eveneens frequent samenwerken met King Krule. De Amerikanen zijn niet beïnvloed door Biggie, Tupac en Nas, maar wel door grime, een eerder marginaal fenomeen in de VS. Geografisch behoren ze misschien niet tot de Britse scene, maar qua geluid zijn er toch opmerkelijke parallellen te trekken, hoewel zij experimenteler en harder klinken.

Langzaamaan timmeren deze jongeren aan de weg om een groter publiek te bereiken. Hierbij krijgen ze steun van de gevestigde en bekendere namen in de hiphopwereld. Zo mocht de Ierse Rejjie Snow al openen voor MF DOOM en Kendrick Lamar en werkte Kate Tempest al samen met Loyle Carner. Ook voor Sub Luna City zal het geen kwaad kunnen om iemand als King Krule in hun rangen te hebben.